Gelijkenissen met Nu
zoals Jezus ze vandaag de dag wellicht verteld had
De Aardbeienplukkers
Mattheüs 20:1-15
"De aardbeien zijn rijp," zei Huizingh.
Zijn baas, mijnheer Van Dijk, knikte tevreden. Hij bukte zich
en duwde de groene gekartelde bladeren van één van de plantjes uiteen. Meer dan
een dozijn dikke, sappige vruchten lagen daar. "Het wordt een prachtige
oogst dit jaar," beaamde hij. "Ik ga morgen toch naar de stad, dan
zal ik ook even langs het uitzendbureau gaan."
Huizingh aarzelde. "Mijnheer Van Dijk, als ik zo
vrij mag zijn...?"
Zijn baas keek hem vragend aan.
"Er wordt slecht weer verwacht later deze week.
Misschien nog één, twee mooie dagen en dan is het gebeurd. Storm, en regen...
Het lijkt me verstandiger om de oogst zo vlug mogelijk binnen te halen. Liefst
morgen, voor alle zekerheid."
Mijnheer Van Dijk knikte. "Je hebt gelijk. Ik zal
het uitzendbureau zo even bellen. Wellicht hebben ze wel een paar mensen achter
de hand die morgenochtend vroeg al kunnen beginnen."
Zo gezegd, zo gedaan, en zo kwam het dat zes jongelui
zich de volgende morgen al om zes uur meldden in de schuur van de
aardbeienkwekerij. Ze werden verwelkomd door mijnheer Van Dijk zelf.
"Fijn dat jullie op zo korte termijn konden komen.
Het is misschien niet het leukste werk dat ik jullie kan bieden: de hele dag op
je knieën liggen. Maar als jullie de hele dag voor me werken, hebben jullie
vanavond elk honderd euro in handen. Kunnen jullie je daarin vinden?"
Dennis, Maarten, Sascha, Simon, Carin en Susan keken
elkaar eens aan. Hun ogen schitterden. Honderd euro! Dat kreeg je niet vaak
voor een dagje werken!
"Het klinkt prima," antwoordde Sascha voor
allemaal. "Wijst u maar waar we moeten zijn, dan kunnen we gelijk
beginnen."
Mijnheer Van Dijk schoot hartelijk in de lach. "Zo
mag ik het zien! Wel, Huizingh hier zal jullie dadelijk wijzen hoe en wat. Aan
het eind van de dag betaling hier in de schuur. Okay?"
Ze knikten allemaal. En terwijl mijnheer Van Dijk met een
vriendelijke armzwaai afscheid nam, troonde Huizingh het groepje mee naar een
hoek van de schuur waar een aantal grote manden was opgestapeld. Ze kregen elk
een mand, en daarna nam hij hen mee naar buiten.
"Lieve help: aardbeien zover het oog reikt!"
mompelde Maarten.
Huizingh grinnikte. "Precies. Daar hebben we onze
handen wel aan vol, niet? Goed, als jullie even kijken? Aardbeien plukken is
namelijk een secuur karweitje. Je kunt de vruchten er niet zomaar afrukken; dan
trek je de hele plant kapot. Dus rustig afbreken, net achter het kroontje. En
leg ze voorzichtig in de mand, zodat ze mooi gaaf blijven. Zelf koop je ook
liever een doosje glanzend gave aardbeien dan een doosje gekneusde, denk
ik."
Ze knikten dat ze het hadden begrepen. En niet veel later
zaten ze op hun knieën tussen de eindeloze rijen aardbeienplanten.
Huizingh hielp zelf ook mee plukken, al werd hij zo af en
toe weggeroepen. Om even over half negen bijvoorbeeld belde mijnheer Van Dijk.
"Hoe gaat het, Huizingh?"
"Prima, mijnheer Van Dijk. Maar ik zou er nog wel
wat mannetjes bij kunnen gebruiken."
"Dat dacht ik wel." Hij hoorde mijnheer Van
Dijk grinniken. "Ik zal zo nog even bij het uitzendbureau binnenlopen; ik
ben er nu toch vlakbij. Misschien hebben ze nog een paar mensen die direct
kunnen beginnen."
En inderdaad: tegen negenen kwamen er nog vier studenten
aangefietst. Huizingh kwam ze tegemoet, wees ze waar ze hun fiets konden zetten
en gaf hen ieder een grote mand.
"Hoeveel verdient dit eigenlijk per uur?" wilde
Yuri weten toen ze naar het aardbeienveld liepen.
Huizingh haalde zijn schouders op. "Mijn baas heeft
honderd euro voor de hele dag beloofd aan de groep die vanmorgen om zes uur is
begonnen. Wat hij voor jullie in gedachten heeft, weet ik natuurlijk niet, maar
hij is doorgaans niet krenterig."
Hij wees hen hoe ze de aardbeien moesten plukken, en een
paar uur lang werd er gestaag geplukt. De zon brandde op hun nek. Het begon
warm te worden. Maar de gedachte aan de honderd euro – of een evenredig bedrag
– die ze vanavond zouden krijgen maakte veel, zo niet alles goed, en deed hen
de ongemakkelijke werkhouding verdragen.
Om elf uur nodigde Huizingh alle plukkers in de schuur.
Daar stond koffie klaar, en een paar grote schalen met brood en koek. Gezellig
schoof iedereen bij, blij de rug en de ledematen even te kunnen strekken. De
radio stond aan, maar in het gezellige geklets was Huizingh de enige die naar
het weerbericht luisterde.
"Middagtemperatuur
ongeveer 28 graden. In de loop van de avond zal er een storing over ons land
trekken, met onweer, regen en plaatselijk hagelbuien..."
Huizingh stond op. Dat klonk niet goed... Als zo´n
hagelbui het in zijn hoofd kreeg om hier neer te komen, konden ze de rest van
de aardbeien wel op hun buik schrijven. Nee, het was zaak dat er zoveel
mogelijk binnengehaald werd. Nu. Vandaag! Anders hoefde het waarschijnlijk niet
meer!
Hij stond op en liep naar de telefoon.
"Mijnheer Van Dijk? U spreekt met Huizingh. Hebt u
het weerbericht gehoord?"
Hij vertelde zijn baas wat hen de komende vierentwintig
uur te wachten stond, en mijnheer Van Dijk antwoordde vastbesloten: "Ik
bel gelijk het uitzendbureau op. Misschien hebben ze nog wel een paar
mensen."
En inderdaad, om een uur of twaalf kwam er weer een
groepje aangefietst. Huizingh begroette hen opgelucht maar wat gehaast.
"Ja, we willen graag zo veel mogelijk binnen hebben voor vanavond de bui
losbarst. Maar dat betekent niet dat we ons idioot moeten gaan haasten. Liever
een kilo minder, maar mooie gave vruchten, dan een kilo meer terwijl de helft
gekneusd is. Dus doe je best!"
"Alleen voor vanmiddag dus?" begreep Miriam.
"Mij best. Hoeveel verdient het?"
Huizingh haalde zijn schouders op. "Dat zou ik je
niet durven zeggen; ik weet niet wat de plannen van mijn baas zijn. Maar om je
een maatstaf te geven: de ploeg die vanmorgen om zes uur begonnen is krijgt
honderd euro voor de hele dag."
"En wij werken de halve dag, dus dat wordt ongeveer
vijftig euro," begreep Michiel.
Huizingh haalde opnieuw zijn schouders op. "Ik weet
het niet."
"Nou, het klinkt goed genoeg," vond Miriam.
"Vijftig euro voor een halve dag werken is goed betaald."
En zo toog ook de nieuwe ploeg ijverig aan het werk in de
brandende zon. En Huizingh moest toegeven: het werk vlotte uitstekend. Maar of
ze klaar zouden komen?!
Om half drie belde mijnheer Van Dijk opnieuw. "Hoe
gaat het, Huizingh?"
Huizingh slaakte een zucht. "Ze plukken alsof hun
leven er vanaf hangt, maar ik ben bang dat we het niet gaan redden, mijnheer.
Ik vrees dat de achterste rijen verloren zullen gaan in het onweer
vanavond."
"Ik ga nog een keer langs het uitzendbureau,"
besloot mijnheer Van Dijk meteen. "Je weet maar nooit. ´Nee´ heb je, ´ja´
kun je krijgen."
En zo kwam het dat er om drie uur weer een ploegje
plukkers arriveerde.
"Kom gauw, jongens," begroette Huizingh hen.
"Het is een beetje tegen de klok opwerken, dus je kunt meteen beginnen.
Maak je maar geen zorgen over je loon; mijnheer Van Dijk is beslist niet
krenterig.
Ook dit vijftal ging dus ijverig aan het plukken. Manden
en mandenvol aardbeien stonden er al veilig in de schuur. Grote, sappige
aardbeien en vriendelijke kleintjes. De oogst was werkelijk rijk dit jaar! Ze
plukten en plukten en plukten. Het einde begon voorzichtig in zicht te komen,
maar ze waren er nog niet...
Om vijf uur kwam mijnheer Van Dijk terug uit de stad. Hij
had nog drie jongelui bij zich. "Huizingh, dit zijn Sanne, Tim en René.
Die wilden ook wel een zakcentje verdienen, dus ze komen ook nog even helpen
met plukken. Hier, hebben jullie elk een mand. We moeten voortmaken! Aan de
horizon pakken donkere wolken zich al samen!"
Iedereen plukte wat hij plukken kon, en eindelijk, net
toen de broeiende hitte werd opgeschrikt door een windvlaag en een verre
donderslag, lag ook de laatste aardbei in de mand.
"Okay, naar de schuur allemaal, voor de bui
losbarst!" riep Huizingh.
Ze torsten de zware manden vol aardbeien het veld over,
naar de schuur.
"Ik kan geen aardbei meer zien!" kreunde Carin.
"Ik ben benieuwd hoeveel we nu verdiend
hebben," zei Yuri monter. Hij strekte zijn rug nog eens.
"Nou, da´s niet zo moeilijk," vond Dennis, en
hij rekende het hem voor: "Wij krijgen honderd euro voor twaalf uur werk.
Degenen die om twaalf uur gekomen zijn, hebben maar zes uur gewerkt. De helft,
dus die krijgen vijftig euro. Op dezelfde manier kun je dan uitrekenen dat
jullie 75 euro krijgen, en zij die om drie uur gekomen zijn krijgen 25 euro.
"En wij?" vroeg Sanne.
Yuri schoot in de lach. "Jullie?! Joh, jullie hebben
misschien net een ijsje verdiend!"
"Als je dezelfde methode aanhoudt," doceerde
Dennis, "zouden jullie iets van acht euro moeten krijgen voor een uurtje
werk."
René haalde zijn schouders op. "Nou ja, ´t is toch
mooi meegenomen. Als ik in de stad was blijven rondhangen, had ik beslist géén
acht euro verdiend."
Tim grijnsde. "Nee, dan had je acht euro
uitgegeven."
Ze kwamen bij de schuur. Daar werden de volle manden
opgestapeld, klaar om gesorteerd te worden en naar de veiling gebracht te
worden.
"Okay, als jullie even verzamelen, zal ik jullie je
loon uitbetalen," kondigde Huizingh aan. Hij had stricte instructies
gekregen van Van Dijk, en hoewel hij diens beslissing niet volledig begreep,
had hij beloofd ze precies uit te voeren.
Toen alle plukkers om hem heen stonden, riep hij dus
eerst het drietal bij zich dat om vijf uur met mijnheer Van Dijk zelf was
meegekomen: Sanne, Tim en René. Ze hadden maar een uur gewerkt, en waren nog zo
fris als een hoentje.
"Mijnheer Van Dijk dankt jullie heel hartelijk voor
jullie hulp. Alsjeblieft: hier is je loon." En voor hun verbaasde ogen
duwde hij hen elk een briefje van honderd euro in de hand. Honderd euro voor
een uurtje aardbeien plukken!?
"Wauw! Hartstikke bedankt, mijnheer!" riep René
enthousiast. "Als u ons nog eens nodig hebt, dan belt u maar!"
Met glanzende ogen verdween het drietal naar buiten. Was
dat even een boffer!
In de schuur keken de andere plukkers elkaar eens schuin
aan. Als die drie, die maar een uurtje gewerkt hadden, al honderd euro
kregen... hoeveel zouden zij dan wel niet krijgen? Zij hadden tenslotte uren op
hun knieën tussen die vermaledijde aardbeien gelegen...! De stemming werd op
slag verwachtingsvol!
De volgenden die Huizingh bij zich riep waren degenen die
om drie uur begonnen waren. Ook zij werden hartelijk bedankt, en kregen elk
honderd euro. Even dacht Huizingh een trek van teleurstelling op hun gezicht te
zien, maar ze realiseerden zich blijkbaar toch wel dat honderd euro voor drie
uur werk een rijkelijke beloning was. Dus ook zij bedankten hem hartelijk, en
gingen naar huis.
De spanning in de schuur liep op. Als Huizingh op
volgorde verder ging, zou nu de ploeg moeten komen die om twaalf uur begonnen
was. Miriam kneep Michiel in zijn arm. "Dat wordt tweehonderd euro op z´n
minst! Vast!" fluisterde ze opgetogen. "Wij hebben tenslotte twee
keer zo lang gewerkt als die lui van daarnet!"
"En vijf keer zo lang als die anderen,"
mompelde Michiel binnensmonds.
En Huizingh ging inderdaad keurig op volgorde verder:
"De ploeg die om twaalf uur begonnen is?"
Miriam en Michiel en nog een paar anderen stapten naar
voren. "Ook jullie heel hartelijk dank voor jullie inzet. En hier is je
loon. Alsjeblieft." En tot hun verbijstering kregen ze ieder een briefje
van honderd euro in de hand gedrukt.
"Wat?! Maar dat is niet eerlijk!" begon Miriam
te protesteren.
Huizingh trok zijn wenkbrauwen op. "Hoezo? Ken je
soms kwekerijen waar je méér dan honderd euro betaald krijgt voor één middag
aardbeien plukken?"
Ja, dat was waar. Maar ze konden het toch niet helpen dat
ze hem ietwat bedrukt bedankten en enigszins teleurgesteld afdropen.
De overgebleven plukkers keken elkaar eens aan. Wat zou
er voor hen overschieten? Zij zouden toch zeker wel meer krijgen dan die drie
die maar een uurtje op hun knieën gelegen hadden?"
Inmiddels riep Huizingh Yuri en zijn vrienden bij zich.
Zij waren om negen uur begonnen. Yuri durfde de man haast niet aan te kijken.
Stel je voor dat zij ook maar honderd euro kregen...!
"Jullie hebben prima gewerkt, jongens. Hartelijk
bedankt, ook namens mijnheer Van Dijk," zei Huizingh. En ja hoor: hij gaf
hen ieder een briefje van honderd euro. Precies evenveel als degenen die maar
een uurtje gewerkt hadden! Balen...Ze mompelden een bedankje en slenterden naar
buiten.
De spanning in de schuur steeg ten top. "Dat kan hij
niet maken: ons ook afschepen met honderd euro," mompelde Simon verbeten.
"Ja, wij hebben nota bene vanaf zes uur vanochtend
voor hem op de knieën gelegen!" vulde Susan aan. "Dat mag dan ook wel
naar behoren beloond worden!"
"En jullie als laatsten," knikte Huizingh hen toe.
Hij voelde de gespannen atmosfeer natuurlijk ook. Maar hij had stricte
instructies, en bovendien was hij erbij geweest vanochtend toen dit groepje
mijnheers loonaanbod blij accepteerde, dus...
"Ook jullie worden heel hartelijk bedankt, jongens.
Mede namens mijnheer Van Dijk. Dus hier is het loon dat jullie vanmorgen met
hem overeengekomen zijn. Alsjeblieft."
Honderd euro. Honderd euro, net als die jongens die om
vijf uur nog eens waren komen afzakken!?
Ze begonnen alle zes tegelijk te protesteren: "Maar
dat is niet eerlijk! Oplichterij! Afzetterij! Hebben we daarvoor de hele dag
gezwoegd, in de brandende zon?!"
Huizingh haalde zijn schouders op. "Vanochtend
vonden jullie het een prima loon," hielp hij hen herinneren. "Maar
als je wilt klagen, moet je bij mijnheer Van Dijk zijn. Ik bepaal de hoogte van
de lonen niet hier."
"Op naar die mijnheer Van Dijk dan," gromde
Sascha. Ze wierpen Huizingh nog een paar boze blikken toe, en renden naar
buiten, naar het woonhuis.
Mijnheer Van Dijk kwam net naar buiten en zwaaide
vriendelijk naar hen. Maar meteen zag hij zich ingesloten door het zestal
uiterst boze plukkers.
Sascha deed het woord. "Mijnheer Van Dijk, dat is
een minne streek die u hebt uitgehaald! Als die anderen, die maar zo kort
gewerkt hebben, al honderd euro krijgen voor de moeite, dan willen wij ook een
behoorlijk loon hebben!"
Verbaasd keek mijnheer Van Dijk de kring rond. "Wat
krijgen we nou? We hadden toch afgesproken dat jullie honderd euro zouden
krijgen voor een hele dag aardbeien plukken? Waarom voelen jullie je dan tekort
gedaan?"
"Maar waarom kregen die anderen dan ook honderd
euro?" eiste Maarten. "Dat is toch niet eerlijk tegenover ons?! Zelfs
degenen die maar een uurtje gewerkt hebben, hebben honderd euro gekregen. Als u
ons honderd euro wilde betalen, had u hen minder moeten geven! Ze hebben
tenslotte ook veel korter gewerkt."
Mijnheer Van Dijk schudde zijn hoofd, en antwoordde
vriendelijk: "Ik mag toch zeker zelf wel bepalen welk loon ik aan wie
geef? Wij waren vanochtend honderd euro overeengekomen. Jullie hebben de hele
dag voor me gewerkt, dus die honderd euro heb je eerlijk verdiend. Maar wat ik
aan die anderen wil betalen aan loon is mijn zaak. En ik wilde jullie vandaag
allemaal hetzelfde loon geven. Of mag ik mijn geld niet geven aan wie ik zelf
wil? Of neem je het me soms kwalijk dat ik goedgeefs ben?"
Ze stonden beteuterd bij elkaar, de zes vroege plukkers.
Beteuterd, maar nog wel wat verongelijkt en teleurgesteld. Hij had natuurlijk wel gelijk, die mijnheer
Van Dijk. Maar toch...?
Hij knikte hen toe. "In elk geval: nogmaals mijn
dank voor jullie hulp. Dus neem mee die honderd euro en maak dat je thuiskomt
voordat de bui losbreekt..."
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
♦