Guus Betlem / Freddy Hagers
een héleboel leuke series!
Guus
Betlem alias Freddy Hagers heeft een heel aantal van zijn verhalen laten
uitgroeien tot hele series. Vreemd genoeg geldt dit enkel en alleen zijn meisjesboeken;
voor de jongens bleef het bij losstaande verhalen.
De
bekendste serie van zijn hand is zonder twijfel die over Marjolein(tje). Het eerste boek vertelt het verhaal van de
tienjarige "Marjoleintje van
het Pleintje", zoals ze
bekend staat in haar woonplaats. Het is een gewoon gezellig verhaal over de
alledaagse avonturen van Marjolein en haar vriendinnen. Maar daarna is het
bedoeling dat de klas op schoolreis gaat naar Vlieland... en niet alle ouders
kunnen dat betalen. Dus, zegt Marjoleintje, waarom gaan we niet werken voor
onze Vlielandweek? De avonturen van Japie aan de schoonmaak zijn kostelijk, en
ook de verdere avonturen van de klas zorgen voor heel wat hilariteit.
In
deel 3 is de klas dan eindelijk op Vlieland, waar een verborgen schat de
gebeurtenissen bepaalt. Ook in de zomervakantie die er op volgt zit Marjolein
niet stil, maar na die vakantie valt de klas een beetje uiteen omdat ze
allemaal naar verschillende scholen gaan. Marjolein is nog de motor achter een
project om aquaria te maken voor langdurig zieken, ze krijgt een hond en geeft
hem weg om tot geleidehond te
worden opgeleid voor een blinde vriendin, en moet haar houding bepalen ten
opzichte van Paul, die zo duidelijk verliefd op haar is.
Na
haar eindexamen heeft Marjolein een paar losse baantjes, die de nodige
avonturen opleveren: ze is secretaresse bij een theatergezelschap,
gezinsverzorgster, en hostess voor buitenlandse studenten. Intussen vindt ze
nog tijd voor allerlei acties, bijvoorbeeld een cabaret voor langdurig zieke
kinderen, en stapt ze - hoewel met enige tegenzin - in de schoenen van de
geblesseerde actrice Patricia Hill om diens inzamelingstournee ten minste te
laten doorgaan. De serie eindigt in Parijs, waarheen ze met haar man, dr. Bert
Brouwer geëmigreerd is, en ook daar kan ze het niet laten zich het lot van
minderbedeelden aan te trekken.
Marjolein
Bronkhorst is een nogal veelzijdig karakter, dat je duidelijk ziet ontwikkelen
van kind tot volwassen getrouwde vrouw en moeder. Haar wens om anderen te
helpen - iets dat niet altijd uitpakt zoals ze wil - komt keer op keer naar
boven, en geeft haar soms een beetje een aura van "de juffrouw met de
sociale neigingen" zoals ze het zelf op een gegeven moment noemt. Ze staat
altijd op de bres tegen onrecht, maar ze is echter beslist geen heilige: ze is
doorgaans nogal vlug, en soms behoorlijk hard in haar oordeel, maar met haar
eerlijk en open karakter leert ze zo langzamerhand ook haar oordeel te herzien
en haar ongelijk te bekennen. Wie eenmaal haar vriendschap gewonnen heeft, kan
altijd op haar blijven rekenen, al is dit duidelijker met haar vrienden van de
middelbare school dan die van voor die tijd; van haar jeugdvriendinnen uit de
eerste boeken houdt ze eigenlijk alleen contact met Lonneke.
De
verhalen over de jonge Marjoleintje dateren waarschijnlijk van vlak na de
tweede wereldoorlog. Het lijkt erop dat Betlem-Hagers haar gewoon mee liet
groeien, want de laatste boeken zijn van halverwege de jaren vijftig, en daarin
was Marjolein begin twintig. Opvallend is dat de oorspronkelijke serie veel
langer was dan de paar delen die in de jaren tachtig nog in de handel waren.
Ook is er in de jaren enigszins aan de inhoud gesleuteld: er vielen
hoofdstukken af en er werden andere hoofdstukken toegevoegd. Bijvoorbeeld: in
de oude Marjoleintje van
het Pleintje ontbreekt het
hoofdstuk over de protestoptocht tegen de bus die over het pleintje gaat
rijden, maar beleven Marjoleintje en haar vriendinnen een spannend avontuur in
het bos als ze een keer met Li meegaan naar de padvinderij. Een ander voorbeeld
is de vakantieboot uit Net iets voor
Marjolein, die veranderd is
in een bus in Marjolein maakt het
helemaal. Wist u overigens
dat Bert in die oude versie een snor had?!
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
Een goede tweede in Betlem-Hagers bekendste series is
het vijftal boeken over de Huishoudschool, waarin de hoofdrol is weggelegd voor de impulsieve
Kathinka Koster. Ze is intern op school, en met haar vriendinnen van de slaapzaal
probeert ze zo goed en zo kwaad als het gaat te ontsnappen aan de duffe sfeer
die er heerst op de Eerste Nederlandsche Huishoudschool.
Veranderingen zijn echter op til. Er is een verzoek
gekomen van het nieuw te openen motel bij Laren of een tiental meisjes van de
school daar misschien praktijk zouden kunnen doen. Het heeft heel wat voeten in
de aarde voor de conservatieve directie schoorvoetend met het plan akkoord
gaat, en Kathinka gooit nog bijna haar eigen glazen in, maar uiteindelijk wordt
hun hele slaapzaal afgevaardigd naar het motel.
Natuurlijk loopt ook daar het één en ander in het
honderd. Kippenpootjes zorgen voor onverwachte verwikkelingen, en Henkie de piccolo
wordt ziek en moet vervangen worden. Kathinka heeft de verantwoording voor een enorme
volière met tropische vogels, en ook dat leidt tot grootse avonturen.
Terug op school blijkt dat de directrice, juffrouw
Bikkers, nu toch besloten heeft met haar tijd meegegaan: hun hele slaapzaal is
vernieuwd! Maar Kathinka zou Kathinka niet zijn als ze niet weer een plan moest
uitbroeden: ze gaan een schip adopteren! Dat levert heel wat leuke uitstapjes
en nieuwe kennissen op, onder wie ook de ontwapenende journalist Koen Keunings
die zich weliswaar op oneerlijke wijze van een primeur voorziet, maar naderhand
het vertrouwen van de hele huishoudschool weet te winnen. De meisjes borduren
nog een heel wandkleed bij elkaar, en de afsluiting heeft nog een verrassing in
petto!
Na alles wat de meisjes gepresteerd hebben, vindt
juffrouw Bikkers in deel 3 dat ze nu wel zelfstandig genoeg zijn om zonder
begeleiding te worden afgevaardigd om in een stand van de gezamenlijke
huishoudscholen te staan op de internationale huishoudbeurs in Amsterdam. Ze
sluiten vriendschap met de Italianen in de stand naast hen, Kathinka verlooft
zich voor de show (met alle complicaties van dien), de huishoudschool leert
Italiaans en Kathinka wil samen met de anderen op vakantie naar Italië. Maar
hoe ze dat voor elkaar moet krijgen...?
In deel 4 zijn ze
inmiddels van school af. Het is maar vreemd elkaar niet meer dagelijks te zien.
Maar gelukkig doet juffrouw Bikkers een beroep op hen: de huishoudschool wil
meedoen met een grote liefdadigheidsrace van Groningen naar Maastricht. Het
levert heel wat verwikkelingen op voordat het zover is, met een zuurkraam die
tot strijkbout omgebouwd moet worden, en Koentje toont naast zijn eeuwige
gekkigheid ook een meer serieuze zijde van zijn karakter. De race om het
hoogste bedrag is het hoogtepunt, waarbij ook nog de nodige zotte avonturen plaatsvinden
en zowel Koen als Kathinka een sterke voorkeur voor persoonlijke
voornaamwoorden aan de dag leggen...
Uiteindelijk gaat juffrouw Bikkers met pensioen, en de
nieuwe directie vindt die moderne poespas maar niks. Hanneke Huppel, die al
opdook in de verhalen over de liefdadigheidsrace, stoot dan ook haar neus als
ze namens haar oom komt vragen of de school niet zou willen helpen een
bootvakantie voor zieke kinderen mogelijk te maken. Gelukkig is er altijd nog
Kathinka en haar clubje, inclusief Koen. Ze helpen Hannekes oom uit de brand,
en de tocht wordt een groot succes (al vind ik de verwikkelingen die eraan
vooraf gaan eigenlijk het leukste van het boek...).
Ook Kathinka is iemand die altijd voor anderen op de
bres staat, maar haar karakter is minder gecompliceerd. In tegenstelling tot
Marjolein is ze tamelijk luchthartig, impulsief en vol zotte invallen. Qua
karakter ontwikkelt ze ook minder dan Marjolein, maar daarbij moet niet
vergeten worden dat de tijdsspanne ook aanzienlijk korter is: het wordt nooit
echt gezegd, maar in het eerste boek is Kathinka een jaar of vijftien, zestien,
en in het laatste boek beslist niet ouder dan twintig.
Kathinka is iemand die makkelijk vrienden maakt, waar
ze ook komt. Haar zin voor humor is aanstekelijk, en hoewel haar sterk
ontwikkelde rechtvaardigheidsgevoel haar nogal eens in onplezierige situaties
brengt, is en blijft ze een onverbeterlijke optimist, die altijd wel een uitweg
ziet en ook anderen weet op te beuren. De combinatie met bijvoorbeeld de
rustige Arianne en de gemakzuchtige Renée accentueren haar karakter nog eens
extra, terwijl Koentje - in sommige opzichten een mannelijke, volwassen versie
van Kathinka zelf - haar dolle invallen in goede banen leidt.
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
Een
andere, vrij uitgebreide serie is die van Vier
meisjes. Een zotte
bijkomstigheid is dat de eerste twee boeken in deze serie oorspronkelijk met
jongens in de hoofdrollen als jongensboek zijn verschenen. Naderhand vond
Betlem-Hagers de geschiedenissen blijkbaar leuker voor meisjes, en zo komt het
dat Marjan, Barbertje, Wilma en Noortje in het
eerste boek op een piepklein eilandje in het Friese Tjeukemeer stranden.
Gelukkig dat ze net die morgen boodschappen gedaan hadden, al lijkt verzopen
brood op het eerste gezicht niet zo lekker. Wachtend op een schip dat hen kan
oppikken, ontdekken ze allerlei waardevolle voorwerpen onder de vloer van een
hutje, en Barbertje haalt een geldkistje op in plaats van een eetbare vis. Ze
zitten op de bergplaats van één of andere kruimeldief! En tja, die dieven
willen hen van dat eiland weghebben... Barbertje heeft een gewaagd plan om van
het eiland af te komen, maar ja, niet alles verloopt zoals ze het wensen...
In
deel 2 doet Wilma´s oom Lode zijn intrede. Hij daagt de meisjes uit te sparen
voor hun vakantie: wie het eerst honderd gulden bij elkaar heeft, mag met hem
mee naar Italië! De spaarpotten leiden tot heel wat verwikkelingen, want wie
had nu gedacht dat daar zeer kostbare gestolen postzegels in verstopt zaten...?
Eenmaal
in Italië is het avontuur nog niet over. Een kelner die zich verdacht gedraagt,
een gevonden en verdwenen verrekijker, Barbertje die voor detective speelt en wordt
opgesloten... Oom Lo krijgt er grijze haren van, zoals hij beweert!
Maar
zo langzamerhand worden ze toch groot genoeg om op eigen houtje op vakantie te
gaan, vinden ze. Eerst onder hoede van andere ouders, als vakantie-kindermeisje
bij drie jonge gezinnen in Zuid-Frankrijk. Ook daar doet het avontuur zich
gelden: één van de kinderen wordt ontvoerd, en de altijd impulsieve Barbertje
denkt het raadsel zelf te kunnen oplossen. Het jaar daarop gaan ze met z´n
vieren op de tandem naar Parijs, belanden midden in een wielerronde en in een
optocht voor versierde fietsen, en ook in het pension in Parijs waar ze zullen
werken stuiten ze weer op diefstal.
In Vier meisjes gaan op kamp maken we nader kennis met een stel klasgenoten die we
eerder slechts vluchtig hadden ontmoet. De school gaat vier dagen op kamp, en
intussen wordt oom Lo´s auto gestolen. Barbertje zou Barbertje niet zijn als ze
niet op onderzoek uit zou gaan, en na
heel wat benauwde ogenblikken weet ze de auto zelfs te traceren. Maar welke rol
speelt het "Knoedeltje", de nieuwe gymleraar in dit geheel? Zal hij
van zijn voetstuk vallen, of...?
Na
hun intocht te paard in het kamp hebben de meisjes een tijd lang - als betaling
- in de manege gewerkt. Nu in de Paasvakantie mogen ze dan een paar dagen met
de paardjes op stap. Maar wie had nu gedacht dat ze met die paardjes in het
circus zouden belanden?
Officieel
heeft de serie Vier meisjes vier hoofdpersonen, maar de eigenlijke hoofdpersoon is
zonder twijfel Barbara Rijnveld. Zij is de ondernemendste van de vier, degene
die door haar onbesuisd en impulsief optreden iedere keer in de problemen
raakt, en degene die met haar doorzettingsvermogen de zaak uiteindelijk oplost.
Marjan, Noortje en Wilma hebben wel heel duidelijk heel eigen karakters, maar
ze zijn minder dominant dan Barbertje.
Echt
karakterontwikkeling zit er niet in dit verhaal. De leeftijd van de meisjes
wordt niet genoemd, maar die is vrij constant (ze ontwikkelen hooguit van 14
naar 17 jaar, maar waarschijnlijk niet eens), hoewel vrijwel ieder verhaal over
de volgende zomervakantie gaat: een bekend gegeven in avonturenseries voor de
jeugd (vergelijk bijvoorbeeld Enid Blyton´s De
Vijf, of de Nederlandse serie De Kameleon).
De
serie Vier meisjes leest makkelijk weg. Het zijn detectiveboeken voor
meisjes, en kenmerken zich door een afwisseling tussen spanning en humor. Ook
hier de voor Betlem-Hagers kenmerkende vertrouwelijke autoriteit van ouders,
leraren (ten minste: de meeste) en de politie. Eén opvallend foutje echter van
een soort dat je in zijn series maar zelden tegenkomt: in het eerste boek wordt
melding gemaakt van het feit dat Barbertjes vader overleden is, maar later
duikt hij gewoon op in het verhaal!
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
De (volledige??) lijst van het werk van Guus Betlem, Guus
Betlem jr. en Freddy Hagers
De beste boeken van Betlem-Hagers
(geciteerd
uit De
huishoudschool in volle actie en uit Kathinka van de huishoudschool)
Een vandaag de dag hilarische ruimtereis
zoals
Betlem-Hagers zich die voorstelde in 1933...
(geciteerd
uit Snoetje als journalist)
♦
Terug
naar de Januaraanse Ambassade
♦