Ziek van verlangen
(gezongen door prins Tor, met hulp van
Aernout en Hildebrandt)
afl. 13
Het bloed bonst in mijn slapen
Mijn hart klopt in mijn keel
Mijn knieën knikken als ik denk
Dat ik uw haren streel
Zo bitter zijn mijn pijnen
Bij iedere koele blik
Ondanks de medicijnen
Die ik daartegen slik
Wah wah wah wah wa-wa-wah
En is er dan geen dokter
Die mij van u geneest
Het kuiltje in uw wangen
Dat kwelt mij nog het meest
Niets kan mijn druk verhogen
Als het kuiltje in uw kin
Of het vlekje bij uw ogen
Die ik zo teer bemin
Wah wah wah wah wa-wa-wah
En is er dan geen dokter
Die mij van u geneest
Gij die mij innig liefhebt
En mijn gedichten leest
Moet ik tot morgen lijden
Die nu al niet meer kan
Mijn lief, kom aan mijn zijde
Heb meelij met uw man
Wah wah wah wah wa-wa-wah
Wa-wa-wa-wah
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
Liedteksten uit Hamelen
Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen,
mijnheer?
♦