De minnestreel met wapperig haar

 

(gezongen door de Koningin en de Hamelaars)

afl. 31

 

 

Wij waren een meisje met goudblond haar

Met rokken wijd en mouwen zwierig

En prinsen stonden altijd klaar

En maakten ons de tijd plezierig

Maar hoe zij lachten om ´t gevaar

Maar hoe zij schermden met elkaar

Ik had geen andere liefste daar

Dan de minnestreel met wapperig haar

 

Hij wist een lied op luit en lier

Zo droevig lied klonk zelden hier

Hij wist een lied op het cimbaal

Het had opeens een eigen taal

Hij wist een lied op een stuk hout

Ik had het warm, ik had het koud

En nu ik alle liedjes ken

En ook een meisje niet meer ben

Denk ik alleen nog eens per jaar

Aan de minnestreel met wapperig haar

 

Hij wist een lied op luit en lier

Zo helder lied klonk zelden hier

Hij wist een lied op het cimbaal

Het lied bewoog ons allemaal

Hij wist een lied op een stuk hout

Ik had het warm, ik had het koud

En nu ik alle liedjes ken

En ook het meisje niet meer ben

Denk ik alleen nog eens per jaar

Aan de minnestreel met wapperig haar

 

Hij wist een lied op luit en lier

Zo helder lied klonk zelden hier

Hij wist een lied op het cimbaal

Het maakte alle bomen kaal

Hij wist een lied op een stuk hout

Ik had het warm, ik had het koud

En nu ik alle liedjes ken

En ook het meisje niet meer ben

Denk ik alleen nog hier en daar

Aan de minnestreel met wapperig haar

 

 

♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦

 

Liedteksten uit Hamelen

index

 

Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer?

index

 

 

home