Hemeltje, wat een breed bed!
(gezongen door de kinderen)
afl. 6
Toen ik was geboren had mijn moe geen rooie
cent
Dus sliep ik in een haverkist, dat was ik
ook gewend
Een oude lap als deken, de matras die heb
ik nog
Een zak met hooi, dat kriebelde
Maar maffen deed ik toch
Dat is wel even anders nou, want dit is je
van het
Hemeltje, hemeltje, wat een breed bed
Wat een breed bed
Wat een breed bed
Ik deel met mijn zusje thuis een krakend
ledikant
Wanneer het pikkedonker is, dan pakt ze
vlug mijn hand
Dan moet ik haar vertellen van de prins en
van de fee
De jager en de ree
Zoals mijn moeder vroeger dee´
Gezellig is mijn zusje wel, maar dit is het
van het
Hemeltje, hemeltje, wat een breed bed
Wat een breed bed
Wat een breed bed
Ik heb thuis een heel mooi bed met zacht en
warm dons
Ik hoor mijn moeder praten in de kamer over
ons
Mijn vader hoor ik mompelen en vloeken op
de kat
En dat zal elke avond het moment wel wezen
dat...
(geeuw)
Dit is het van het
Hemeltje.... (geeuw)
Wat een breed...
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
Liedteksten uit Hamelen
Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen,
mijnheer?
♦