Daar zit het īm niet in
(gezongen door de Hamelaars en Ambtenaar
Ogterop Deux)
afl. 31
De één die heeft een jas met zeven tressen
De ander heeft een sjerp om zijn buik
Een derde noemt zich botweg ībaronesseī
Een vierde mag de straat nog op na zessen
Of heeft een koets voor dagelijks gebruik
Er zijn er met tien strepen op hun mouw
Een lintje op de jas in rood-wit-blauw
Een wapenschild vlak boven elke deur
Maar het gaat niet om de stof, het laatst
de kleur
Nee, daar zit het īm niet in
Daar zit het īm niet in
Het zit hem niet in zij of bont of leer
Zit het niet in
Hoeveel rijen knopen je van voren hebt
De ringen die je door je neus en oren hebt
Het hangt niet op
Het zit hem in, het zit hem in
Het zit īm in de eer
Het zit īm in de eer
Het zit niet in een lintje min of meer
Het gaat niet om de knecht die thuis te
wachten zit
Het gaat om de gedachte die erachter zit
Alleen naar die gedachte taalt een heer
Het hangt niet op een stoet van tien
lakeien
Het hangt niet op een kniekous of een steek
Al heb je īt bordje īridderī altijd bij je
Al mag je met de koningin uit rijden
Al ben je op zīn zondags doordeweek
Ik noem dit alles: uiterlijk vertoon
Het geeft niet hoe riant ik later woon
Het is de diepere waarheid die ik zoek
Die zit niet in de bloemen op mijn broek
Nee! Daar zit het īm niet in
Daar zit het īm niet in
Het zit īm in de eer
Het zit īm in de eer
Het gaat niet om een streepje min of meer
Het gaat niet om de broek, of dat hij
prachtig zit
Het gaat om de gedachte die erachter zit
Het gaat een heer alleen maar om de eer
Alleen de eer!
Het is een zaak van sier en van traditie
Een kwestie van gebaar en goede smaak
Men stuurt zijn broek een dag lang ter
revisie
Het Rijk borduurt met gouddraad een notitie
Als deze heer vocht voor een goede zaak
De koningin borduurt daar bovendien
Nog lelies bij, zo lieflijk om te zien
Ik wilde dat ik zo borduren kon
De drager noemt zich van die dag: baron!
Ba ba ba, bababaron
Ba-a-a-a-a-a-ro-on
Maar daar zit het īm niet in
Daar zit het īm niet in
Daar zit het toch niet echt in voor een
heer
Niet voor een heer!
Het zit in de gedachte die erachter zit
Al zijn de lelies allebei ook prachtig wit
Al word je om je zitvlak overal aangestaard
Al is je broek vanaf die dag het dubbele
waard
Daar zit het īm niet in
Daar zit het īm niet in
Daar zit het niet in, zit het niet in, zit
het niet in, zit het niet in
Daar zit het īm niet in
Daar zit het īm niet in
Nee, nee nee, daar zit het niet in!
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
Liedteksten uit Hamelen
Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen,
mijnheer?
♦