Wat je nóóit zou willen weten over je FD-helden...
Deel 3
De
klusjesdag
(basisverhaal: Anneke; bewerking: Margherita)
De
volgende ochtend vroeg werd David met een gelukzalig gevoel wakker. Hij zou de
hele dag in Emma´s gezelschap mogen verkeren, wat een feest! Ergens in zijn
achterhoofd fluisterde weliswaar een klein stemmetje dat hij wel zou moeten
uitkijken vandaag; dat ze niet over de schreef zouden gaan. Maar hij achtte
zich sterk genoeg om die verleiding te weerstaan, en bovendien: Emma had hem
haar erewoord gegeven dat ze hem enkel en alleen als klusjesman zou gebruiken.
Dat zat dus wel goed.
Na
een lange rit onder het genot van een popzender draaide hij tegen negenen in
uitgelaten stemming het erf van de Pattersonfarm op. Hij claxonneerde kort en
sprong uit de auto. Meteen kwam Emma van de veranda springen, en hij
verlustigde zich in de aanblik van haar stralende ogen en gezicht en haar en
lach en houding en...
"Hier
is de bestelde klusjesman; tot uw dienst!" salueerde hij toen Emma hem tot
op een paar pas genaderd was.
Emma
grijnsde terug. "Mooi op tijd. We hebben een massa te doen vandaag, dus...
Wat wil je: eerst koffie of gelijk beginnen?"
Hij
haalde zijn schouders op. "Maakt me niet uit. Zeg jij het maar; jij bent
de baas."
"Dan
eerst koffie," besloot Emma, en ze trok hem mee naar binnen. Haar hart
huppelde door haar borst. Heerlijk, die jongen de hele dag over de vloer. En
geen haan die er naar kraaide, want hij kwam haar gewoon helpen klussen.
Volkomen legitiem toch? Ze had ook Luke kunnen vragen. Of George, of Geoff, of
DJ, of Vic, of Jack, of... Maar zij had nu toevallig David gevraagd. Nou en?
Dat hij nieuw was maakte niets uit. Het was eerder juist een reden om hem te
vragen: hij leek nog niet echt ingeburgerd, en had nog geen tijd gehad om echt
vrienden te maken. Dat was van de week wel gebleken toen iedereen hem alleen
maar uitlachte vanwege die kwestie met Rosie Malarvy. Het zou alleen maar
prettig voor hem zijn om zijn vrije dag te kunnen doorbrengen in gezelschap van
iemand die hij blijkbaar graag mocht. En zij mocht hem ook graag. Dus waarom
niet? Niets mis mee toch?
Tijdens
de koffie vertelde Emma hem wat er zoal gebeuren moest. Ze bespraken hoe ze de
problemen het best konden aanpakken, en binnen drie kwartier waren ze aan het
werk. Er was meer dan genoeg te doen, en het gaf hen voldoende afleiding om
zonder noemenswaardige verleidingen hun verhouding kameraadschappelijk te
houden. Ze knutselden, kletsten, lachten, plaagden, kibbelden, en onder hun
handen werd alles wat kapot was keurig opgekalefaterd.
Emma
had echter heel wat binnenpretjes over David. Hij was zo heerlijk onhandig...
Al die kleine ongelukjes die kunnen gebeuren als je aan het klussen bent
gebeurden negen van de tien keer bij hèm. Aan de andere kant was hij wel degene
die de beste en meest efficiënte ideeën had om de problemen in en om het huis
op te lossen. Technisch inzicht had hij dus wel degelijk; hij miste echter
zelfs de meest basale praktische ervaring om zijn plannen met succes ten
uitvoer te brengen. Maar goed, dat hiaat kon zij mooi aanvullen, en zo vormden
ze een prima team. En eigenlijk... eigenlijk voelde ze zich voor het eerst
sinds tijden weer eens echt gelukkig...
Voor
de lunch picknickten ze op een deken in de ietwat verwilderde tuin, en daarna
namen ze maar een siësta.
"Dat
hebben we wel verdiend," vond David terwijl hij zich uitstrekte in het
gras. "We hebben al zoveel gedaan; nu mogen we het er wel even van nemen.
De dag is nog lang niet om."
Emma
grinnikte. "Ja joh, wat je nu doet is èchte arbeid. Dat doktertje spelen
van jullie stelt lichamelijk niks voor. Een luilekkerland!"
David
grijnsde genoeglijk. "Ja hoor... Volgende keer laten we je gewoon in de
rivier liggen, okay?"
Als
antwoord kreeg hij een graspol naar zijn hoofd, maar daarna daalde de rust toch
neer over de Pattersonfarm en in de schaduw van de bomen dommelden de twee
harde werkers weg. De zon brandde op de dunne bladeren, een licht, verkoelend
windje deed de struiken ritselen en Jeddah nam de kans waar een paar
overgebleven lekkernijen van het picknickkleed te bietsen. Alles ademde rust en
vrede.
Toen
de ergste middaghitte voorbij was, besloot Emma dat het tijd werd om het
lekkende dak te repareren. Dus ze haalden de ladder uit de schuur en klommen
het dak op met het benodigde materiaal en gereedschap. Algauw klonken de
hamerslagen door de wijde omtrek. De zon brandde op hun hoofden, en David kreeg
het uiteindelijk zo warm dat hij zijn shirt uittrok.
"Zeg
doc, ben je wel helemaal lekker?" informeerde Emma. "Zo met die bleke
rug in de volle zon? Als je dat shirt zo nodig uit wilt, smeer je dan in ieder
geval behoorlijk in. Straks heb je de blaren op je rug staan!"
Daar
had ze natuurlijk gelijk in, en gedwee volgde David haar de ladder af en naar
binnen. Emma pakte de zonnebrandolie uit de kast, en David begon zijn armen,
zijn schouders, zijn nek en zijn borst overvloedig in te smeren. En Emma kon
het niet laten: ze keek verlekkerd toe. Ze had nooit gedacht dat zo´n tengere
jongen ook van die golvende spieren zou hebben. Hij had niet bepaald zo´n brede
borstkas als Sam, maar ook die tanige, bijna magere borstkas had zijn charme.
Ze zou die best eens willen...
Maar
Davids stem onderbrak haar voor ze die gedachte tot het eind toe gedacht had:
"Kun jij dan mijn rug even doen, alsjeblieft?"
"Natuurlijk,"
antwoordde ze op de automatische piloot, en ze nam de fles al van hem over.
Maar haar vingers tintelden terwijl David haar zijn rug toekeerde, en ze
glimlachte breed. Hoezo een verboden genoegen...? Maar een verboden genoegen
dat je met de beste wil van de wereld niet verboden kon noemen: hij kon immers
kwalijk zijn eigen rug insmeren?! En zij kon hem toch niet moedwillig zijn rug
laten verbranden?
Hij
schokte even in een reflex toen de koele olie zijn warme rug raakte. Of was het
omdat haar hand hem aanraakte? Breed glimlachend begon ze het witte goedje over
zijn rug uit te smeren. Tergend langzaam. Genietend. Dit genoegen kon niemand
haar immers verbieden? Ze voelde zijn warme huid verstrakken onder haar handen.
Zijn spieren. Zijn ribben. Het was een zondig genot, maar daarom niet minder
lekker. Ze zag hoe David kippenvel kreeg, en grijnsde verstolen. Het was misschien
gemeen, maar het was zo´n heerlijke sensatie om die jongen op te naaien...
David
beet intussen wanhopig zijn onderlip aan flarden. Nu was het de hele dag zó
goed gegaan, en nu...?! Waar was Emma in vredesnaam mee bezig!? Hij bedwong een
rilling. Wilde ze zo graag dat ze weer zo gegeneerd verlegen tegenover elkaar
stonden?! Hij had gedacht dat ze zo, even vlug, zijn rug zou doen. Maar in
plaats daarvan leek het wel of ze...
"Waarom
doe je het zo langzaam?" bracht hij tenslotte uit. Jemig, wat klonk dat schor...
"Dan
trekt het er beter in..." loog Emma sottovoce.
"Oh..."
Hij zweeg verder maar. Kiezen op elkaar en je niet laten kennen; dat was het
enige wat erop zat. Die rug was tenslotte niet eindeloos. Maar lang duurde het
wel voor ze zich van haar taak gekweten had... Eindeloos lang...
Zwijgend
klommen ze daarna weer op het dak. En zwijgend gingen ze verder met hun werk.
En pas toen David zich weer eens - voor de vierde keer die dag - grondig op
zijn duim sloeg, vonden ze hun gewone, kameraadschappelijke gesprekstoon terug.
Nadat
ze weer een hele tijd geklust en ook weer gekletst hadden, vroeg Emma:
"Biertje?"
"Ja,
lekker," antwoordde David. "Ik kom zo; ik maak dit nog even af."
Emma
klauterde naar beneden. Maar toen ze weer buiten kwam met twee flesjes bier zag
ze iets dat sterk deed denken aan een scène uit zo´n ouderwetse slapstick:
David was blijkbaar van het dak gegleden, en met zijn bermudashorts blijven
haken aan de dakgoot. Nu hing hij hulpeloos te spartelen om los te komen. Ze
proestte het uit van het lachen. Het was ook geen gezicht...!
"Ja,
sta daar een beetje te lachen!" verweet David haar verbolgen. "Als je
me nou eens helpt?"
Maar
op dat moment scheurde de broek een stukje uit, en David zakte een stukje mee.
Hij probeerde wanhopig de veilige dakgoot te grijpen, maar die was onbereikbaar
voor zijn graaiende handen. Emma beet op haar lip, maar ze kon haar lachen niet
inhouden; het was ook zo´n zot gezicht!
"Als
je die broek nu helemaal uit laat scheuren, kom je vanzelf los!" giechelde
ze behulpzaam. Het kwam haar op een verontwaardigde blik van het worstelende
slachtoffer te staan.
"Okay,
okay..." Ze zette de flesjes tegen de muur, maar toen ze zich omdraaide
bevroor de lach op haar gezicht. De dakgoot was leeg...! "David...?!"
riep ze verschrikt.
Blijkbaar
was zijn broek nu inderdaad helemaal uitgescheurd, zodat hij naar beneden
gedonderd was. Ze rende naar de plek waar hij daarnet nog aan de goot had
gebungeld. Daar lag hij. Met zijn ogen dicht. Bewegingloos...
Op
haar knieën viel ze naast hem neer. "David! David, leef je nog?"
Hij
kreunde zachtjes. En bezorgd legde ze haar vingers in zijn hals, zoekend naar
de halsslagader. "David?!" Oh my, hij zou toch niet...? Bezorgd boog
ze zich over hem heen. Wat moest ze in vredesnaam doen?! Naar de ademhaling
luisteren, dat deden ze toch altijd?
Maar
terwijl ze haar oor vlakbij zijn mond hield, zag ze vanuit haar ooghoeken dat
David een gezicht trok. "Dat kriebelt!" mopperde hij verwijtend.
"O
nee! Jij rotvent!" Ze sprong overeind. "Mij de doodsschrik op het
lijf jagen, kun je wel?!" Met grote passen beende ze weg. Maar ze moest
eigenlijk ook wel een beetje lachen: hij had haar mooi beet gehad...
David
krabbelde stijf overeind en rende haar achterna. "Hé! Kun je niet meer
tegen een grapje?" wilde hij weten toen hij haar had ingehaald.
Ze
keek hem aan, en tussen een lach en een woedeuitbarsting zei ze nadrukkelijk:
"Wil je dat nooit, maar dan ook nóóit meer doen!"
"Wil
jij me dan ook nooit, maar dan ook nóóit meer zo uitlachen?!"
Ze
keek hem nog eens aan. Eén en al gekwetste mannelijke trots, ja ja... Maar haar
restje boosheid verdween op slag toen ze zag hoe hij eruit zag. Ze kon het niet
helpen: ze schoot weer in de lach.
Fronsend
keek hij haar aan. "Wat nou weer?"
Emma
probeerde haar lach te smoren, maar het lukte niet echt. "Moet je kijken
hoe je erbij loopt..."
David
keek naar beneden. Zijn broek was helemaal uitgescheurd, hij zat onder de witte
schaafplekken en overal zaten geelrode en groene vegen.
"Hier,
da´s nog niet alles," giechelde Emma, en ze plukte een bos versgemaaid
gras uit zijn haar.
David
slaakte een komische zucht. "Tja, dat heb je ervan als je moet werken voor
zo´n slavendrijver als jij..."
"Wat!
Noem je míj een slavendrijver? En ik geef je nog wel bier!" riep Emma
verontwaardigd. Ze waren inmiddels weer bij het huis teruggekomen. Eén van de
bierflesjes was omgevallen, en Emma raapte het nu op en goot het laatste restje
over hem uit.
Hij
schudde zich als een poedel. "O, maar dat kan ik ook!" Hij pakte snel
het andere flesje, schudde er even flink aan en spoot het schuimende vocht
wraakgierig in Emma´s richting. Emma slaakte een gil en maakte dat ze wegkwam.
Maar de laatste slok bier nam hij zelf. Voordat hij haar achterna ging.
Met
die beweging trok er echter ineens een vlijmende pijn door zijn schouder. Hij
trok een grimas terwijl hij het bier doorslikte. Blijkbaar was die duikeling
daarnet toch niet helemaal zonder nadelige gevolgen gebleven. Voorzichtig
draaide hij zijn schouder om te zien hoe die functioneerde.
"Wat
doe je?" vroeg Emma van een afstandje.
Hij
grimaste nog eens. "Het was niet allemaal acteerwerk. Ik geloof dat ik me
toch behoorlijk bezeerd heb toen ik van het dak viel." Hij wees naar zijn
schouder.
"O,
David!" klonk Emma bezorgd. Ze holde naar hem terug. "Ben je erg
gewond?"
Hij
keek op haar neer. Ze was aanbiddelijk zoals ze daar voor hem stond: druipend
van het bier, met een nogal beteuterde uitdrukking op haar gezicht... Hij
grinnikte. "Moet je zien hoe je erbij loopt!" plaagde hij. Hij veegde
een druppel van haar wang en likte hem van zijn vinger. "Blèh, zout
bier..."
Emma
grinnikte. De schade scheen toch wel mee te vallen, en ineens voelde ze zich
heel ondeugend. "Zal ik een kusje op de zere plek geven dan? Een oude
remedie, maar naar verluidt werkt ´ie uitstekend!"
Haar
ondeugende blik werkte aanstekelijk: Davids ogen flikkerden, en hij wees haar
waar het pijn deed. "De medische wetenschap weet nog niet half wat de
helende kracht is van kusjes," beaamde hij schijnheilig.
"Precies."
Met glinsterende ogen kweet Emma zich van haar taak. "Doet het èrg
zeer?" informeerde ze. "In dat geval moet je waarschijnlijk meer
medicijn hebben."
"Nogal,
ja." Hij keek zielig. "Ik geloof nooit dat één enkel kusje voldoende
is om..."
Emma
had er geen enkel bezwaar tegen om de behandeling nog even voort te zetten. En
David? Die voelde zich helemaal licht worden in zijn hoofd. Oh, wat een
heerlijk gevoel, deze vrouw tegen zijn blote bast! Haar blonde haren, plakkerig
van het bier, die tegen zijn wang kriebelden, haar zachte lippen die keer op
keer zijn schouder streelden... Hij drukte een impulsieve kus in haar haren en
sloeg genietend zijn armen om haar heen. Dacht hij. Maar die beweging
veroorzaakte weer zo´n pijnscheut door zijn schouder dat hij zijn adem inzoog,
en Emma keek geschrokken op. "Wat...?"
"Nee,
niks..." mompelde hij. Die rotpijn ook... Net nu hij heerlijk... Nee. Nee.
En nog eens: nee. Hij haalde eens diep adem en liet haar los. Die pijn was een
waarschuwing, en niets anders. Een waarschuwing dat hij op de verkeerde weg
was. Want waar zou dit zómaar toe leiden? Juist. Voor je het weet waren ze te
ver gegaan. En dat was niet de bedoeling. Emma was getrouwd met Sam, en verder
niks.
Emma
las de gedachten van zijn gezicht, en ook zij realiseerde zich dat ze met vuur
speelde. "Het doet echt pijn, hè? Wacht maar even: ik haal wat ijs om erop
te doen. En," vervolgde ze op veelzeggende toon: "Bier. Om te drínken
dit keer."
Kordaat
liep ze het huis in, en David liet zich stijf zakken op de deken die er nog lag
van de lunch. Toen ze weer naast hem zat, en ze in eendrachtig stilzwijgen een
paar slokjes van hun bier gedronken hadden, pakte ze een ijsblokje uit het
emmertje dat tussen hen in stond. "Waar doet het precies pijn?"
Hij
wees het haar. "Vooral aan de voorkant."
"Ga
maar liggen," gebood ze. En toen begon ze met het ijsblokje over zijn
bovenarm en zijn schouder te bewegen.
En
daar lag hij dan. Weerloos onder het ijsblokje in Emma´s hand. Hij keek naar
haar door zijn oogharen. De stralende krans van haar blonde haren werd nog
geaccentueerd door de halo van zonlicht die er omheen lag. Als hij zijn ogen
nèt even dichtkneep, had ze een heuse stralenkrans. Hij glimlachte bij zichzelf.
Sinte Emma, ja ja... Die zijn instructies over waar het pijn deed wel erg ruim
interpreteerde... Hij had toch zeker niets over zijn borst gezegd?! Hij kreeg
plotseling kippenvel, en hij rilde onwillekeurig.
Emma
zag het. En ze kon het niet laten: ze móést er gewoon misbruik van maken. Ze
boog zich dieper over hem heen, zodat haar haren over zijn tepels gleden. En
intussen begon ze met het snelsmeltende ijsklontje cirkels te trekken over zijn
borst. Ze voelde hoe hij huiverde, maar hij zei of deed niks...
Nee,
David had wel andere dingen aan zijn hoofd. Allereerst moest hij al zijn
wilskracht mobiliseren om niet op deze subtiele uitdaging in te gaan. Ze zou
hèm niet nog eens zo ver krijgen om...! Maar goeie genade, wat kostte dat een
moeite... Hij sloot zijn ogen en beet alweer op zijn lip. Zou hij nog iets aan
lip over hebben vanavond? Maar hij moest standvastig blijven... Emma wist net
zo goed als hij dat dit niet kon. Niet verstandig was. Soms vergat hij het
even, soms zij. Maar nu wilde hij haar een koekje van eigen deeg geven, want op
dit moment speelde ze gewoon een spelletje met hem. En hij hield van
spelletjes. Vooral als je echt vuil kunt spelen...!
Voorzichtig
bewoog hij zijn andere hand in de richting van het ijsemmertje, en zonder dat
ze het merkte haalde ook hij een handje ijsklontjes uit de emmer. En voordat
Emma ook maar in de gaten had wat er gebeurde liet hij ze in haar openvallende
bloesje glijden.
Met
een gil van hier tot Tokyo vloog Emma overeind, en onder het uitstoten van
ongearticuleerde kreten probeerde ze in een woeste rondedans haar bloesje zo
vlug mogelijk uit haar korte broek te trekken om die glibberige, ijzigkoude
blokjes kwijt te raken. Ook Jeddah was gealarmeerd door haar kreten, en kwam
zijn vrouwtje ogenblikkelijk te hulp gesneld. Wild blaffend sprong hij tegen
haar op, en daar Emma daar niet bepaald op verdacht was, rolden ze het volgende
moment met z´n tweeën over de grond. David zat uitgebreid te lachen op het
kleed, en toen Emma zich eindelijk van hond en klontjes bevrijd had, hijgde ze
verbolgen: "Is dat mijn dank?!" Ze raapte een zanderig klontje op en
gooide het naar zijn hoofd. Maar het belandde in de struiken.
Nog
nalachend kwam hij overeind en liep op haar toe. "Nee. Dat is je verdiende
loon," was zijn droge commentaar. Hij stak haar de hand toe en trok haar
overeind.
Verlegen
keek ze naar de grond en fatsoeneerde zo goed en zo kwaad als het ging haar
verfomfaaide uiterlijk. Hij had gelijk. Natuurlijk had hij gelijk. O, waarom
liet ze zich toch iedere keer weer meeslepen?! Het was niet eerlijk! Niet
tegenover hem, en niet tegenover... Ze bloosde. Ze realiseerde zich ineens dat
ze de hele dag nog geen seconde aan Sam gedacht had. Wat was er toch in haar
gevaren!? "Het spijt me, David..." mompelde ze beschaamd. Ze durfde
hem niet eens meer in de ogen te kijken en liet zich moedeloos op de deken
vallen. Hij zette zich naast haar, en een hele tijd was het gewoon stil.
Tenslotte
sprak Emma beverig: "Ik begrijp eigenlijk niks van mezelf. Het is allemaal
zo... zo natuurlijk vandaag... Zo normaal. Alsof we elkaar al jaren kennen.
En..." Ze probeerde haar tranen weg te slikken, maar er ontsnapten er toch
een paar. "Het is zo gek, maar ik voel me zo gelukkig als jij bij me
bent... Net of..."
David
knikte, en zuchtte eens diep. "Ik weet het. Zo voelt het voor mij
ook." Voorzichtig veegde hij een grote traan van haar wang. "Maar het
kan niet, Em. En dat weet jij net zo goed als ik. We mogen vrienden zijn, maar
ook niet meer dan dat. Ik vergeet het zo af en toe ook, dat heb je gemerkt.
Maar jij hoort bij Sam. En daar wil ik onder geen beding tussenkomen... hoe ik
me ook tot je aangetrokken voel," voegde hij er na een korte aarzeling aan
toe.
Betraand
keek ze naar hem op. "Als Sam er niet was geweest..."
"Maar
Sam is er wèl," brak hij haar af.
Ze
slaakte een zucht en wendde haar ogen weer af. "Ja..." Maar wat als
Sam vandaag of morgen eens verongelukte...? Dan zou ze...! Ze huiverde
geschrokken van haar eigen gedachten. Nee. Zo mocht ze niet denken... O,
Sam...! Ze barstte ineens in snikken uit. "Ik weet het niet meer...!"
O, Sam...! Nee, hij mocht niet verongelukken! Dat nooit! Maar David, hij... o
hemel, hoe kwam ze ooit uit deze gordiaanse knoop?!
David
aarzelde. Wat nú weer? Vaag voelde hij zich schuldig, maar hij begreep niet
goed waarvoor. Even probeerde hij stoïcijns naast haar te blijven zitten, en
zich te beperken tot haar met medelijdende blik te bezien. Veel verstandiger
immers. Maar ik moet de man nog zien die onbewogen blijft bij de
hartverscheurende aanblik van de tranen van de vrouw van zijn dromen... Het
duurde dan ook niet lang of hij begon haar bemoedigend op de rug te kloppen.
Wat als vanzelf leidde tot een troostende arm om haar schouders. Wat tot gevolg
had dat Emma zich huilend tegen zijn borst wierp. Met als consequentie dat hij
de pijn in zijn schouder verbeet en ook zijn andere arm beschermend om haar
heen sloeg. En zo bleven ze zitten, twee hopeloos verliefde mensen op een kleed
in de zonovergoten tuin.
"O
David," huiverde Emma, "ik ben zo verschrikkelijk verliefd... op jou!
Maar Sam... Ik... Wat moet ik in hemelsnaam dóén!?" Het klonk als een
noodkreet. Ze voelde hoe hij diep ademhaalde voor een antwoord, en ze kapte hem
al af voor hij zijn mond open had kunnen doen: "Nee, zeg maar niks... Ik
wéét wel dat..."
En
dat kon hij alleen maar beamen. Met pijn in het hart. Was hij immers niet ook
zo verschrikkelijk en hopeloos verliefd op háár...? Hij kon niets anders doen
dan haar zwijgend te koesteren in zijn armen... en zelfs dat ging - onder de
omstandigheden - misschien eigenlijk al te ver...
Ook
toen Emma weer wat bedaard was, bleven ze nog zo zitten. Bij elkaar
weggekropen, de armen koesterend om elkaar heengeslagen. Het voelde zo heerlijk
vertrouwd. Warm. Thuis. Maar het was Jeddah die er een eind aan kwam maken: ze
kwam aangesprongen vanuit een andere hoek van de tuin, en legde pardoes haar
voorpoten op Emma´s schouders.
"Hé!"
riep die verontwaardigd. Maar het volgende moment werd er een natte snuit in
haar nek geduwd.
Emma
wikkelde zich los uit Davids omhelzing. "Is het al zo laat?" riep ze
uit terwijl ze vlug overeind kwam. Ze gaf de hond een stevige aai over zijn kop
en keek om naar David die met een vragende blik naar haar opkeek. Ze trok hem
overeind en lachte verlegen haar gène weg: "Om vijf uur wil ze wat eten;
daar kun je de klok op gelijk zetten!"
"Nu
je het zegt... Ik zou ook wel wat lusten."
Ze
gingen gedrieën naar binnen, waarbij Jeddah hen uitgelaten kwispelend voor de
voeten liep. Emma schudde wat brokken in Jeddah´s bak, en daarna zei ze:
"Ik ga eerst even douchen voordat ik met het eten begin. Okay?"
Hij
trok een wenkbrauw op. "Jij kon toch niet koken?"
Ze
keek hem verbaasd aan.
"Dat
vertelde je me ten minste toen je daar in die vermaledijde rivier lag,"
verklaarde hij.
Haar
gezicht betrok. "Daar wil ik niet meer aan denken. Maar ik heb inmiddels
wel íets bijgeleerd, hoor!"
Toen
ze fris en wel uit de douche kwam, zag ze van alles op het aanrecht staan.
Vragend keek ze David aan. "Wat moet dat voorstellen?"
"Ik
heb je voorraadkast even geplunderd," legde hij uit.
"En
wat moet dit worden, als ik vragen mag?"
Hij
glimlachte breed. "Hak de uien, open de blikken, gooi alles bij elkaar, en
je hebt een heerlijke Mexicaanse chili con carne. Kan ik ook nog even
douchen?"
"Tuurlijk.
Tenzij je zin hebt in uien snijden?" Ze lachte.
David
grinnikte haar toe. "Ik ben al weg!"
Toen
hij uit de douche kwam, stond de pan met eten al op. Hij keek erin.
"Perfecte samenwerking."
Emma
knikte droog. "Mijnheer stelt het menu samen, en ik mag de uien
snijden!" Ze lachte ineens toen ze dacht aan die keer dat ze een stel
schaapscheerders over de vloer had gehad die in haar - een vrouw - geen gezag
wensten te erkennen. Even betrok haar gezicht: Sam was natuurlijk weer eens
weggeweest. Maar ze herstelde zich meteen, en vertelde David met verve van die
grappige episode: hoe ze uiteindelijk de raad van een oudere vriendin had
opgevolgd en haar stoere monteurskloffie verruild had voor een lief gebloemd
jurkje en zorgvuldige make-up. En hoe ze toen met een gesneden ui in een
zakdoek de kaartspelende heren hun thee had gebracht, heel onderdanig, en
steeds maar haar ogen bettend met die zakdoek vol ui. Haar lieflijke
verschijning en haar krokodillentranen hadden de heren scheerders diep geroerd,
en voor ze pap had kunnen zeggen waren ze al aan het werk geweest...
David
grijnsde breed. Hij zag het voor zich!
Terwijl
ze zaten te eten zei David: "Vertel eens wat meer over Sam? Ik moet straks
met hem samenwerken, zie je. En daar zie ik toch wel een beetje tegenop
eigenlijk."
Emma
zuchtte en keek even van hem weg. Ach, Sam... Hij moest eens weten... Maar ze
begreep Davids onzekerheid ook zo goed, dus ze vertelde toch maar. Hoe ze Sam
ontmoet had; hoe hij vanaf het allereerste moment weg van haar was geweest. Hoe
zij hem plagend wat op een vriendschappelijk afstand gehouden had, tot ze zich
plotseling - op het moment dat zijn leven aan een zijden draadje hing -
realiseerde dat haar leven zonder hem zo oneindig leeg en zinloos zou zijn. Hoe
gek ze langzamerhand op die cowboy geworden was. Ze waren stapelverliefd
geweest allebei, en zijn huwelijksaanzoek had niet lang op zich laten wachten.
En o, wat een kibbelpartijen waren daarop gevolgd! Want hij was zo conservatief
als wat, en wilde graag een huiselijke vrouw hebben, en liefst een hele stoet
kinderen. Terwijl zij juist zelfstandig wilde blijven, een broertje dood had
aan alles wat maar naar huishouden zweemde, en nog helemaal niet wist of ze
überhaupt wel kinderen wilde hebben! Ook na de grote dag was hun huwelijksleven
geen gladde zee geworden: ze kibbelden nog steeds om de haverklap. Over de
taakverdeling in en om het huis, over de financiën, over... nou ja, over van
alles. Maar ze waren stapel op elkaar, en dat vergoedde veel, zo niet alles.
Als hij maar niet zo vaak weg was voor zijn werk...
David
knikte langzaam. Hij begon zich een beetje een beeld te vormen van die Sam. En
niet eens een uitermate onsympathiek beeld. Maar... "Maar als hij thuis
is, is hij dan wel goed voor je? Want anders..."
Even
zag ze een ongeruste flikkering in zijn ogen. Maar eerlijk: ze kon maar één
antwoord geven: "Sam zou voor me door het vuur gaan."
Hij
haalde verlicht adem. "Gelukkig... Misschien kunnen hij en ik het dan wel
uitstekend samen vinden."
Emma
keek hem verbaasd aan. "Ik hoop het, ja." Maar toen begreep ze ineens
wat hij impliceerde, en ze kleurde als een roosje...
Zwijgend
aten ze verder, maar toen het op was verzuchtte David met tegenzin: "´t Is
jammer, maar het wordt eens tijd om naar huis te gaan. Ik heb nog een flinke
rit voor de boeg, en het zou wel zo prettig zijn om die bij daglicht te
maken."
Emma
knikte. Haar gezicht werd wat langer; ze vond het duidelijk jammer dat deze dag
voorbij was. In haar brein ontspon zich alweer een plannetje: "Kun je wel
rijden met die arm?" vroeg ze dus bezorgd. Ze had daarstraks immers gezien
dat hij zijn pijnijke rechterarm nauwelijks gebruikte, en dat de minste of
geringste beweging een trek van pijn over zijn gezicht deed glijden. Hoewel: nu
binnen leek het veel beter te gaan.
Vragend
trok hij zijn wenkbrauw op. "Hoezo?" Maar toen viel het kwartje, en
hij grinnikte. Met een speelse glinstering in zijn ogen greep hij naar zijn
schouder en kreunde zwaar overdreven: "Nou... éígenlijk moet ik rust
houden natuurlijk. En ik heb beslist liefdevolle verzorging nodig!"
Emma
keek hem peilend aan. "Je zit me weer voor de gek te houden, hè? Maar ik
bedoel het serieus, hoor: heb je er echt niet teveel last van? Twee uur rijden
over die hobbelige wegen hier?"
Hij
schudde zijn hoofd. "Het mag dan een verleidelijk idee zijn om misbruik
van de situatie te maken, maar ik denk echt dat het verstandiger is om..."
Hij kleurde. "Nou ja, je weet wel wat ik bedoel. Elkaar niet uit te dagen,
in de verleiding te brengen om dingen te doen die we later... Helemaal nu je man
volgende week thuiskomt..."
Hij
zweeg verlegen. Verward. En Emma strekte haar hand naar hem uit. "Je hebt
gelijk. Het is nòg goed gegaan vandaag, maar nu ook nog een nacht samen
doorbrengen zou... spelen met vuur zijn." Ze zweeg even bij de kietelende
gedachte aan wat er zou kùnnen gebeuren als... Maar ze schudde zich. Niet aan
denken! "Maar gaat het echt wel dan? Of moet ik je even wegbrengen?"
Hij
schudde zijn hoofd. "Het gaat wel. Voordat ik je voorraadkast onder handen
nam, heb ik namelijk eerst je medicijnkist geplunderd. Ik zorg wel dat hij weer
aangevuld wordt," beloofde hij.
Zo
stonden ze even later met z´n drieën op de veranda: David, Emma en Jeddah.
David weifelde. Kon hij nu zomaar weggaan? Of... Maar nee, hij kon geen
weerstand bieden aan de verleiding om haar nog één keer in zijn armen te nemen.
Heel eventjes maar. Gewoon, ten afscheid. Die wilde, zoete lucht van vrouw en
bloemenzeep was gewoon té verleidelijk... "Bedankt voor de fijne
dag," murmelde hij in haar haren.
En
Emma koesterde zich tegen zijn borst. "Jij ook..."
"Wraf!"
klonk het op dat moment van Jeddah, en David grinnikte. "Ja jochie, jij
ook bedankt, hoor!" Toen kuste hij Emma vlug en licht op haar voorhoofd,
en voor ze kon reageren scheurde hij zich plichtsgetrouw van haar los en sprong
van de veranda. In zijn gehavende kleren liep naar de auto. Jeddah dartelde
achter hem aan, en ook Emma volgde hem. Maar toen David met nog een laatste
groet was ingestapt, riep ze Jeddah bij zich en hield hem aan zijn halsband
vast toen de auto tuterde en het hek uit draaide.
Dromerig
keek ze de stoffige blauwe wagen na tot hij uit het gezicht verdwenen was. Toen
keerde ze zich naar Jeddah en rauschte liefkozend door haar zachte vacht.
"Wat moet ik nou, hè jochie?" vroeg ze zachtjes. "Ik kan niet
alles hebben... Maar ik kan niet kiezen!" Ze begroef haar gezicht in
Jeddah´s nek. Sam... David... Sam... Mijn hemel, wat werd de wereld ingewikkeld
als je van twee mannen tegelijk hield...
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
Terug
naar de FD-fanfiction index
♦
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
The Flying Doctors is the property of Crawford Productions.
No
copyright infringement is intended,
and
no money is being made by the publication of this story on the internet.
The
home of this story is www.konarciq.net
Downloading
and printing of this story for private use only.
For
all other forms of publication and distribution is the clearly stated, written
permission of the authors required.