Een Doodgewoon Geval van Maanziekte
(deel 6 in de serie Leven & Laten Leven)
"David?" Olivia aarzelde bij de deur.
"David, ben je wakker?"
Er kwam geen reactie. De bult onder de deken lag roerloos
in de verduisterde slaapkamer. Voorzichtig, op haar tenen, sloop Olivia
naderbij. David lag op zijn buik, met zijn hoofd van haar afgewend. Een vage
vrees beving haar. Ademde hij wel?! Ze bleef doodstil staan luisteren. Ja,
gelukkig... hij ademde.
"David?" probeerde ze opnieuw, en trok zachtjes
aan zijn schouder. "David?"
Hij kreunde en duwde zijn gezicht in het kussen. Maar
toen draaide hij zich toch op zijn zij en opende lodderig zijn ogen.
Olivia boog zich naar hem toe. "Ben je wakker?"
David sloot zijn ogen. "Ik slaap," mompelde
hij, maar hij verbeterde zichzelf direct: "Ik probeer te slapen."
"Want ik wil je graag alles laten zien van
gisteren," verklaarde Olivia alsof ze hem niet gehoord had.
David bromde wat onverstaanbaars.
"Chris zei dat het mocht als je wakker was. Ben je
wakker?"
Hij opende één oog. Het zocht de wekker en ging weer
dicht. Hij kreunde. "Olivia, het is midden in de nacht...!"
"Niet waar. Het is licht buiten," was het
antwoord.
"Het is kwart over zes. Dat is een tijd om te
slapen. Om een uur of acht, negen kom je maar terug." Hij draaide zich om,
en liet Olivia naast het bed staan.
"Ben je boos?" vroeg ze na een ogenblik. Haar
stem trilde.
David zuchtte en draaide zich op zijn rug. Voor het eerst
die ochtend keek hij haar echt aan. "Nee, ik ben niet boos. Maar ik zou
het fijn vinden als je me nog even een paar uur liet slapen. Dus ga zolang iets
voor jezelf doen, of kruip voor mijn part weer in bed. ´t Is nog onbehoorlijk
vroeg."
Ze knikte timide. Hij strekte zijn hand naar haar uit.
"Hé? Ik ben echt niet boos. Ik ben alleen nog niet uitgeslapen. Dus laat
me nog een paar uur met rust en het leed is geleden. Okay?"
Ze knikte, draaide zich om zonder een woord te zeggen, en
liep langzaam de kamer uit.
David keek haar na. Twijfel besprong hem toen hij haar
haar kamertje binnen hoorde gaan en ze - aan het gekraak te horen - weer in bed
kroop. Had hij niet beter...? Hij slaakte een zucht en draaide zich weer op
zijn zij. Straks maar even rustig met haar praten; nu was hij nog niet wakker
genoeg om daarover na te denken.
Hij sloot zijn ogen. En binnen vijf minuten was hij
alweer weggedoezeld.
"En een hele goeie morgen aan alle luisteraars! Dit
is Victor Charlie Charlie, het is 8.15, we hebben het nieuws en het weer
gehoord; nu is het tijd voor medische zaken! Dus wilt u vandaag een dokter
spreken, houdt dan pen en papier bij de hand!" DJ was alweer helemaal in
zijn element. "Ten eerste: spreekuur op de basis. Tot twaalf uur
vanochtend kunt u terecht bij dr. Standish; wat later op de ochtend zal ook dr.
Ratcliffe beschikbaar zijn.
"Ten tweede: het radiospreekuur. Vanmiddag van vier
tot vijf staat dr. Randall tot uw beschikking. Iedereen die haar wil spreken
wordt verzocht zich in de loop van de ochtend aan te melden bij DJ. Patiënten
die gisteren niet geholpen zijn vanwege het uitvallen van het radiospreekuur
van dr. Ratcliffe worden verzocht opnieuw contact op te nemen. Zij zullen dan
als eersten op de lijst van vandaag geplaatst worden.
"Tenslotte is er vanmiddag tussen twee en zes
spreekuur bij Len en Hannah Robson, Robson Station. Daar zal zoals gewoonlijk
dr. Ratcliffe dienst doen. Dus ieder die medische hulp nodig heeft, of zin
heeft in een praatje met zijn buren, of trek heeft in Hannah´s overheerlijke
cakes en koekjes is van harte welkom op Robson Station, vanmiddag van twee tot
zes uur."
"O help, was dat vanmiddag?!" Mary Beckett
wrong haar handen. "Dat zul je altijd zien: dan komt alles tegelijk... Ik
dacht dat die clinic morgen was! Nou ja, ´t is niet anders... Alleen...
meisjes, jullie moeten vanochtend maar even zelfstandig studeren. Ik heb geen
tijd voor de lessen vandaag; het spijt me."
De twee dertienjarige tieners keken elkaar veelbetekenend
aan. Zelf studeren, zonder toezicht, dat stond gelijk aan...!
"Mam, mag ik van tafel?" vroeg de tienjarige
Lionel.
"Jawel," zei zijn moeder terwijl ze begon de
ontbijttafel af te ruimen. "Als je maar zorgt dat je om negen uur met je
boeken en schriften bij de radio zit. En met een pen die het doet!"
"Jaha," zuchtte Lionel nors, maar toen rende
hij opgewekt de keuken uit. Het was nog lang geen negen uur!
"Mam, mogen we mee naar de clinic vanmiddag?"
vroeg Tammy.
"Hm? Jawel hoor. Wil jij ook mee, Stacey? Eens zien
hoe je hier in de Outback naar de dokter gaat?"
Stacey knikte wat onzeker. "Alleen... ik zou niet
weten waarom ik naar de dokter zou moeten."
Haar tante lachte. "Daar gaat het niet alleen om,
hoor. Het is ook gewoon voor de gezelligheid: iedereen uit de buurt weer even
te spreken."
"En lekker te snoepen," vulde Tammy aan.
"Citroencake, lemingtons, chocoladecake, scones, truffels..."
"Ja ja," zuchtte haar moeder. "Nou, vort,
mijn keuken uit jullie. Ik heb meer te doen. Zorg dat jullie om één uur klaar
zijn als jullie mee willen vanmiddag."
"Geen probleem!" grijnsde Tammy, en ze trok
haar nichtje mee naar haar kamer.
"Joh, je móét gewoon mee vanmiddag!" vervolgde
ze toen ze zich op haar bed geïnstalleerd hadden. "Die dr. Ratcliffe is
het grootste stuk van New South Wales! En vrijgezel ook nog, dus daar heb je
veel meer aan dan die Tom Cruise van jou!"
Stacey´s ogen begonnen te glinsteren. "Hoe ziet hij
eruit?"
"Hij heeft donker, rossigbruin haar. Kastanjebruin.
Bruine ogen als van een lieve teddybeer. En een glimlach als... als van een
engel. Heel slank; ik schat hem zo 1.75, 1.80 m lang."
"Hoe heet hij?"
"David." Tammy´s stem was hemels.
"Hoe oud is hij?"
Ze zuchtte. "Weet ik niet precies. Ik heb het hem
nooit durven vragen. Ik schat hem zo tussen de twintig en de dertig."
"Heb je een foto van hem?"
Tammy steunde over zoveel wanbegrip. "Je kunt toch
geen foto van je dokter maken?!"
"Waarom niet?" Stacey grijnsde. "Weet je
wat? Ik neem vanmiddag mijn camera mee, en dan vraag ik wel of jij met hem op
de foto mag. Ik kom immers uit de stad, dus voor mij is dat hele Flying
Doctorsgedoe nieuw!"
Tammy aarzelde tussen hoop en vrees. "Zou je dat
kunnen maken? Wat zou hij daarvan denken?"
"Geen idee. Maar we kunnen het toch vragen?"
"Als jij dat dan maar vraagt!" bedong Tammy.
"Ik geloof nooit dat ik mijn mond open durf te doen tegen hem."
"Handig als je bij hem op het spreekuur komt!"
Stacey lachte. "En als hij je dan vraagt om ´aah´ te zeggen?"
Tammy werd rood. "Nou ja... eh..."
Stacey schoot eensklaps recht. "Weet je wat we doen?
We zorgen dat we er vanmiddag superverleidelijk uitzien. Haar opgestoken,
make-up, vlotte kleren. Je mag wel wat van mij lenen als je wilt. En dan gaan
wij samen naar het spreekuur. En dan verzinnen we gewoon allerlei klachten,
zodat hij ons uitgebreid moet onderzoeken." Ze rolde met haar ogen.
"Stel je voor: die knappe dokter van jou aan je lijf..."
Tammy zat als versteend. "Je bedoelt...?"
"Ja! En als die David echt zo´n stuk is, ben ik ook
wel bereid om dan nog een keer in de rij te gaan staan, met het smoesje dat ik nog
iets vergeten was te vragen. Hebben we nog een tweede keer zijn volle aandacht!
Nou, wat denk je?"
Tammy aarzelde. "Denk je echt...?"
"Absoluut. Nou ja, voor jou dan. Voor mezelf wil ik
eerst wel even zien of hij inderdaad tegen mijn Tommy op kan."
"Tom Cruise is een acteur!" zei Tammy verachtelijk.
"Die maakt alleen maar gevaar mee in de filmstudio, met vangnetten en
allerhande trucage. En als het maar een beetje gevaarlijk is, dan neemt een
stuntman zijn plaats in. Wat een held..."
Stacey grinnikte, niet in het minst beledigd. "Alsof
die dr. Ratcliffe van jou zo´n held is... Pillen uitdelen en recepten
uitschrijven, ja ja..."
Tammy slaakte een zucht. Haar nichtje had duidelijk niet
het flauwste benul hoe het leven in de Outback eraan toeging.
"David Ratcliffe heeft al meer meegemaakt dan die
Tom Cruise in al zijn films bij elkaar. Hij heeft een paar keer vastgezeten in
een mijn, en hij heeft al een vliegtuigongeluk overleefd. Hij heeft het
vliegtuig van de Flying Doctors eens in een noodweer aan de grond moeten zetten
toen Debbie de pilote niet goed werd. Hij heeft Mr. en Mrs. Robson eens het
leven gered; midden in een bosbrand is hij toen hier naar toe gekomen. Hij
heeft Emma van de garage uit het dorp van de verdrinkingsdood gered. Ga zo maar
door; hij heeft tientallen, misschien wel honderden mensen het leven gered. En
de helft weet ik waarschijnlijk niet eens. Bij de Flying Doctors werken is wel
wat anders dan doktertje spelen in de stad, hoor!"
Stacey´s interesse en bewondering groeiden nu toch snel.
"Vertel nog eens wat meer van hem."
En Tammy vertelde. Alles wat ze wist: van zijn voorkeur
voor appeltaart tot de haar bekende details van de operatie van Mrs. Robson.
Van zijn spitse elfenoren tot zijn stoere bruine instappers. Dat hij een
meester was in het optrekken van één wenkbrauw, en dat hij er het beste uitzag
in zijn perzikkleurige shirt. Dat hij soms een leesbril gebruikte, maar dat ze
nog niet had kunnen ontdekken of hij misschien lenzen droeg. Dat hij
rechtshandig was, zijn koffie met suiker maar zonder melk dronk, en opvallend
vaak ´alsjeblieft´ en ´dank je wel´ zei. En dat hij de knapste,
aantrekkelijkste en meest begeerde vrijgezel van de Outback was.
"Wow," verzuchtte Stacey toen haar nichtje was
uitverteld. "Ik geloof dat ik toch wat begin te voelen voor die dokter van
jou..."
Ze zwegen een tijdje.
"Weet je wat we moeten doen?" zei Stacey
uiteindelijk. "We moeten zorgen dat hij ons niet meteen weer vergeet als
dat spreekuur is afgelopen. Kunnen we hem niet iets geven of zo? Een aandenken?
Een liefdesbrief misschien?"
"Sommige mensen nemen altijd iets lekkers voor de dokters
mee. Lemingtons, citroencake, chocoladecake..." vertelde Tammy.
Stacey´s ogen begonnen weer te glinsteren.
"Prachtig! En hij houdt het meest van appeltaart, zei je? Dan gaan wij nú
een appeltaart bakken; dat scheelt je moeder weer in werk! Of wacht eens..."
Ze beet ondeugend op haar lip en liep haar ideetje in gedachten nog eens langs.
Toen boog ze zich naar Tammy toe en fluisterde samenzweerderig: "Als we
nou eens..." Ze fluisterde en fluisterde... en met een hoop gegiechel
zetten de meisjes zich aan Tammy´s bureau.
"Dat is een moordplan!" giebelde Tammy.
Het was tegen half negen dat David op Olivia´s deur
klopte en om de hoek keek. "Mag ik even binnenkomen?"
Olivia knikte, en hij kwam op de rand van het bed zitten.
"Sorry dat ik vanochtend zo chagrijnig tegen je was.
Het was gewoon... na twee dagen en een nacht werken, vrijwel zonder slaap, dan
heb je je nachtrust hard nodig. Ik was er gewoon nog niet aan toe om wakker te
worden. Het spijt me."
Olivia keek hem aan, maar zei niets.
"Ben je boos op me?" informeerde David toen ze
bleef zwijgen.
Het meisje schudde haar hoofd. En ineens begon ze te
huilen. David sloeg de deken terug, trok haar overeind en nam haar op schoot.
Dicht kroop ze tegen hem aan. Maar hij wist niet goed wat te zeggen. Was zijn afwijzende
houding die ochtend zó desastreus geweest?
Maar net toen hij iets in die geest wilde zeggen, bracht
Olivia uit: "Mamma... Ze gingen mamma doodschieten... En toen... en
toen... " Ze verborg haar gezicht tegen zijn schouder en huilde
hartverscheurend. "Ik wil naar mamma!"
Hij fronste. Waren dit nieuwe mededelingen over haar
verleden? Dat kon toch niet; Maureen had hem zelf verteld dat Olivia´s moeder
levend en wel naar Angola was teruggestuurd.
"En toen gingen de soldaten het huis in brand
steken. En pappa werd boos, maar de soldaten lachten. En er was overal vuur, en
toen kwam er een hele grote leeuw en die... die at pappa op..."
Ah, nu begreep hij het. "Olivia, je hebt
gedroomd," suste hij geruststellend. "En in je dromen worden dingen
die echt gebeurd zijn en dingen waarvoor je bang bent dat ze zullen gebeuren
vaak door elkaar gegooid."
Ze keek met een betraand snoetje naar hem op. "Is
het dan toch niet echt waar?" vroeg ze aarzelend.
"Sommige dingen zijn echt waar; die heeft Maureen me
ook verteld," antwoordde hij ernstig. "Pappa is dood en het huis is
afgebrand. Dat heb je me nota bene zelf ook verteld. Maar mamma leeft nog
gewoon voor zover ik weet. Ja toch?"
Olivia knikte en veegde haar tranen weg. "Maar ik
wil naar mamma..."
David aarzelde. "Mamma is in Angola, Olivia. Wil jij
daar ook naar toe?"
Het meisje huiverde. "Nee."
Hij knuffelde haar.
"Ik hoef toch niet terug, hè?" vroeg ze
angstig.
Hij slaakte een zucht. "We doen wat we kunnen,
Olivia. Ik zal straks eerst eens aan het bellen gaan; daar is gisteren in alle
drukte niet van gekomen."
Ze knikte, en er viel een stilte.
"Hé, maar je wilde me van alles laten zien!"
zei David uiteindelijk. "Ik ben nu zo wakker als wat, dus...?"
Een stralende lach brak door op haar gezicht. "Ja.
Kom!" Ze gleed van zijn knieën en trok hem mee naar de woonkamer om alles
te showen.
David nam er even alle tijd voor; daartoe voelde hij zich
wel verplicht na zijn chagrijnige reactie eerder die ochtend. Na lang dubben
besloot Olivia voor die dag tot de spijkerbroek met de vlindertjes en een
bijpassend roze T-shirt. David maakte zich ook klaar, en na een gezellig gerekt
ontbijt liepen ze hand in hand naar de pub. Van Olivia´s zwijgzaamheid van haar
eerste dag in de Crossing was weinig meer te merken: ze babbelde honderduit
over haar middag in Broken Hill met Chris. David genoot er in stilte van. Het
leek hem een teken dat het kind in haar niet volledig was weggevaagd door alle
nare ervaringen. Er was nog hoop. Als die Immigratiedienst nu maar...
Nadat hij Olivia bij Nancy had afgeleverd, liep hij door
naar de basis. Er zaten een stuk of vijf mensen in de wachtkamer. Maar in
plaats van er één op het spreekuur te nodigen, groette hij ze slechts en sloot
zich op in de kleine spreekkamer. Nu eerst even bellen naar het Rode Kruis en
zo. Voor er weer wat tussen kwam...
Kate schoof het gordijn opzij. "Hallo Kiara. Kijk
eens wie ik hier voor je heb!"
Ze reed een plastic wiegje naar binnen. Onder het roze
dekentje lag een schattig popje te slapen.
"Oh, mio bebé!" riep Kiara uit. Ze wilde al
overeind komen, en Kate hielp haar met een extra kussen in haar rug. Kiara
kreeg haar dochtertje in haar armen, en Kate keek toe hoe ze het kindje met
glanzende ogen bekeek. Lieve woordjes werden gefluisterd, de vingertjes
geteld... Ach kijk, de oogjes gingen open...
Kate genoot - als altijd - van de aanblik van zo´n klein
wurm. En de stralende blik van de moeder... Misschien moest ze Geoff toch maar
eens opporren om...
Maar haar gedachten werden onderbroken door een radde,
onverstaanbare vraag van Kiara.
"Het spijt me, ik versta geen Italiaans,"
verontschuldigde ze zich. "No italiano."
Kiara hield het kindje met haar elleboog tegen zich
aangedrukt, en maakte een beweging alsof ze een boek opensloeg.
"Libro."
"Een boek?" meende Kate te begrijpen.
"Sì. Un libro. Un boek. Con dei nomi per il
bebé."
Kate schudde niet-begrijpend haar hoofd.
"Un boek," herhaalde Kiara. "Con dei nomi.
Kate. David. Annika. Debbie. Geoff. Kiara. Maureen. Chris. Per il bebé."
"Een namenboekje!" begreep Kate opgelucht.
"Sì!" knikte Kiara. "Per il bebé!"
Kate knikte dat ze het begreep. "Ik ga voor je
kijken. Zoeken," zei ze met gebaren erbij. Hier in het ziekenhuis was er
geen, voor zover ze wist. Maar anders zou ze dadelijk in de koffiepauze wel
even naar de winkel wippen. Wellicht dat er daar zoiets stond.
"Zo. Dit is wel klaar nu. Ga je mee boodschappen
doen?"
Nancy knikte haar kleine hulpje vriendelijk toe. Ze
hadden samen de pub en de bistro schoongemaakt, glazen opgeruimd, de
ontbijtspullen afgewassen. Olivia was haar schroom tegenover de vriendelijke
´oma´ al snel kwijtgeraakt, en Nancy´s algemene liefde voor kinderen had geen
enkele moeite gehad om ´het arme opgejaagde kleine ding´ al vanaf het eerste
ogenblik in haar hart te sluiten. Nu ook pakte ze haar tas en strekte haar hand
naar het meisje uit. Zonder aarzelen legde Olivia de hare erin, en gezellig
babbelend staken ze de straat over naar de winkel van Mrs. Carnegie.
"Hallo Violet," zong Nancy toen ze de winkel
binnenstapten.
"Hm," was het enige dat ze ten antwoord kreeg.
Mrs. Carnegie zat over de krant gebogen, en las met gespannen aandacht het
hoofdartikel.
Nancy keek even verbaasd over die weinig enthousiaste
reactie van haar vriendin, maar haalde toen haar schouders op. "Kom. Laat
Mrs. Carnegie maar even de krant lezen; wij zoeken alvast bij elkaar wat we
nodig hebben."
Ze nam een mandje, en samen doorkruisten ze het kleine
winkeltje. En toen ze terugkwamen bij de toonbank, sloeg Mrs. Carnegie net met
een zucht de krant dicht.
"Wel, wat mag het wezen?" vroeg ze met een
bezorgde glimlach.
Nancy zette het mandje op de toonbank en begon de rest
van haar lijstje af te werken, terwijl Olivia even afdwaalde naar een rekje met
haarfrutsels. Mrs. Carnegie volgde haar met argusogen.
"Kijken doen we met de ogen, meisje, niet met de
vingers!" snerpte ze toen Olivia aan een pluizig bolletje voelde.
Geschrokken trok het meisje haar hand terug.
"Nou, Violet..." begon Nancy misprijzend.
"Ze doet toch niks? Ze mag toch wel even kijken. Ik wed dat alle meisjes
daar altijd even een kijkje nemen, waar of niet?"
"Ja ja," mompelde Violet koppig, "en
ondertussen de winkel onder mijn handen leegjatten. Nee Nancy, geloof me nou
maar: ik heb ervaring genoeg! En vreemde kinderen zijn het ergst!"
Nancy zag hoe Olivia een kleur kreeg en bedremmeld naar
Violet keek. "Nou nou, Violet... Let een beetje op je woorden, wil je? Het
gaat niet aan om in het wilde weg beschuldigingen te uiten. En ik weet zeker
dat die kleine Olivia geen kwaad in de zin heeft. Weet je wat?" vervolgde
ze tegen haar beschermelingetje. "Zoek jij maar eens wat moois uit voor in
je haar. Dan zal ik dadelijk staarten of vlechten of zo bij je maken. ´t Is
niets gedaan zo, die lange pieken in je gezicht."
Olivia keek aarzelend van de één naar de ander, maar
Nancy knikte haar vriendelijk toe, en enigszins gerustgesteld keek ze verder
tussen de frutseltjes.
"Zo," zei Nancy tevreden, "zo behandel je
je klanten, Violet! Waarom ben je zo chagrijnig? Met je verkeerde been uit bed
gestapt soms?"
Violet zuchtte. "Ach, die krant ook..."
Nancy trok vragend haar wenkbrauwen op.
"Heb je het niet gelezen vanochtend?" vroeg
Violet.
Nancy schudde haar hoofd. "Vic is bij ons degene die
trouw de krant leest; ik maar zelden."
De winkelbel klingelde en Kate kwam binnen.
"Goeiemorgen."
"Hallo Kate," antwoordde Mrs. Carnegie afwezig,
om meteen haar verhaal tegen Nancy te vervolgen. "Ach, er komt vannacht
een maansverduistering. Een volledige maans-verduistering zelfs. Als ik het
goed begrijp gaat de aarde dan tussen de maan en de zon door. En dan krijgt de
maan geen licht meer. Snap je?"
Nancy knikte. "Ik denk het wel."
Het was even stil. Kate was doorgelopen naar het vak met
de boeken, en Olivia stond te dubben bij de haarfrutsels.
"In ieder geval, zo´n maansverduistering schijnt
allerlei oerinstincten bij de mens los te woelen. De krant staat vol met
gissingen over de wereld die vannacht vergaat, en allerlei mediums en
kaartendames en waarzeggers en zogenaamde profeten kletsen maar over onze
laatste kansen op deze aarde, omdat we vannacht van de aardbodem zullen worden
weggevaagd. Er zal niet eens een aardbodem meer zíjn, beweerde er zelfs
één!"
"Zou het heus?" aarzelde Nancy.
"Natuurlijk niet," beweerde Violet stellig.
"Allemaal nonsens natuurlijk. Praatjes om de krant vol te krijgen. Maar je
zal ze de kost geven die er wèl geloof aan hechten. En die zijn er; geloof me! Wie
weet wat voor rare dingen die nu allemaal weer gaan doen vannacht. Er kunnen
wel ongelukken van komen..."
Kate was ook bij de toonbank gekomen en legde er een
klein boekje neer. "Ach Mrs. Carnegie, dat zal wel loslopen," suste
ze. "Juist omdat ze het zo wetenschappelijk, maar in eenvoudige taal
uitleggen. Ik denk dat maar weinig mensen hun oerinstincten dan nog de overhand
laten krijgen."
"Ik hoop het," verzuchtte Violet terwijl ze de
prijs van het boekje op de kassa aansloeg. "Ik wil Coopers Crossing liever
houden zoals het is..."
Kate glimlachte. "Mrs. Carnegie, u gelooft toch
zeker zelf niet aan de onzin van die ongeluksprofeten?!"
"Wie, ik? O nee, natuurlijk niet!" antwoordde
Mrs. Carnegie met overtuiging. "Absoluut niet. Dat is 3,95
alsjeblieft."
Kate betaalde en kreeg haar wisselgeld en de bon.
"Je wordt er alleen zo depressief van,"
vervolgde Mrs. Carnegie op klagende toon. "Al die rampen die misschien
niet eens zullen gebeuren... Je zou toch denken dat een krant bedoeld is om de
mensen te vertellen wat voor narigheid er gebeurd is! Daar zouden ze toch
genoeg aan moeten hebben, dunkt me? Niet wat er eventueel misschien nog gaat
komen!"
"We wachten het maar af," vond Kate. "Maar
maakt u zich niet al te ongerust. Het zal wel weer met een sisser aflopen,
zoals gewoonlijk."
Ze pakte haar boekje, knikte de beide vrouwen gedag en
liep naar buiten.
Nancy zuchtte. "Ik denk dat Kate gelijk heeft,
Violet. Laten we maar afwachten. Mocht de wereld inderdaad vergaan vannacht,
dan kunnen we daar toch niets aan veranderen."
Mrs. Carnegie ging weer bezig met Nancy´s
boodschappenlijstje, maar hield vol: "Maar het is toch allemaal erg
deprimerend. En zo on..." Ze bevroor in haar beweging.
"Violet?" reageerde Nancy geschrokken.
"Violet, ben je niet in orde?"
Mrs. Carnegie draaide zich langzaam naar haar om.
"Nancy," fluisterde ze hees, "zag jij wat Kate kocht?"
"Een boekje," antwoordde Nancy niet-begrijpend.
"Maar wat heeft dat..."
"Een boekje, ja! En wàt voor boekje!" onderbrak
Violet haar.
"Wat voor boekje?" vroeg Nancy puzzled.
"Een namenboekje!" Violets toon was een
onderdrukte jubel, en ook Olivia keek op. "Ja, een namenboekje! ´Hoe moet ons kindje heten?´! O,
Nancy..."
"Je bedoelt...?"
"Jaa!" jubelde Violet nu hartstochtelijk.
"Dr. Geoff en zij... Eindelijk!" Ze zuchtte van genot.
"Eindelijk zal die lieve Kate van ons moeder worden. Wat heerlijk! En wat
een knappe kinderen zullen dat worden! O Nancy, is het niet fantastisch?"
Ze straalde naar alle kanten, en Nancy straalde met haar
mee. "Wat heerlijk voor ze! Hoe ver zou ze al zijn, denk je? Dat ze zo´n
namenboekje koopt?"
"Misschien weet ze het nog maar net, en wilde ze
gewoon iets kopen om het tastbaar te maken," dacht Violet opgetogen.
"Wie weet gebruikt ze het vanavond om Geoff te
vertellen dat hij vader wordt," opperde Nancy met glinsterende ogen. Ze
proestte meisjesachtig. "Daar zal ze nog een kluif aan hebben! Geoff mag
dan een uitmuntend arts zijn; het oppikken van hints is nooit zijn sterkste
kant geweest."
"Mr. en Mrs. Andersson?"
Op Geoffs uitnodigende gebaar stond het echtpaar
Andersson op. Hij liet hen voorgaan de spreekkamer in.
"Wel, wat kan ik voor jullie doen?" informeerde
hij terwijl hij aan zijn bureau ging zitten.
Het bleef even stil. Thor Andersson keek even naar zijn
vrouw, maar ze had haar ogen neergeslagen en haar handen lagen krampachtig
samengeknepen in haar schoot. Hij haalde eens diep adem en keek Geoff aan.
"We geven het op," zei hij zacht.
Geoff knikte langzaam, en Thor vervolgde: "Al die
behandelingen zijn zo uitputtend. Het zet nu al zo lang ons hele leven op zijn
kop, terwijl de kansen eigenlijk maar zo klein zijn... Miniem bijna... Steeds
weer die spanning, steeds weer die teleurstelling... We kunnen het niet meer
aan, doc... Dus..." Hij zuchtte. "We proberen ons er nu maar bij neer
te leggen dat we geen kinderen zullen krijgen."
Geoff knikte. "Ik begrijp dat dit een heel moeilijke
beslissing geweest moet zijn. Maar zowel medisch als psychologisch gezien denk
ik toch dat het een goede beslissing zal zijn. Als de kans op succes zó klein
is, en het is ondanks alle medische supervisie al zó vaak fout gegaan..."
Thor knikte.
"Britta?" wendde Geoff zich nu tot de tot nog
toe zwijgende Mrs. Andersson. "Hoe sta jij hier tegenover?"
Britta Andersson keek op. Een wereld van droefheid,
opstandigheid maar ook berusting lag in haar ogen. "Enerzijds is het een
heerlijk rustig idee dat ik het nu achter me kan laten," zei ze zacht.
"Steeds weer naar Sydney, steeds weer die eindeloze behandelingen, steeds
weer die verlammende spanning en altijd weer het verdriet om de
teleurstelling... Maar pijn doet het wel. Een droom die ondanks alles
onbereikbaar blijft. Waarom wij? Er zijn zoveel ongewenste, verstoten kinderen
in de wereld... en wij willen niets liever dan kinderen liefhebben, en we
kunnen ze niet krijgen... Het lijkt niet eerlijk..."
Een stilte viel.
"Eerlijk gezegd," pakte Thor de draad van Britta´s
verhaal op, "denken we erover om ons op te geven als pleegouders voor
kinderen die om wat voor reden ook niet thuis kunnen wonen. Misschien kunnen we
er zelfs een paar adopteren."
Een goedkeurende glimlach speelde om Geoffs lippen.
"Die gedachte kwam ook bij mij op toen ik Britta´s woorden hoorde. Het
lijkt me een heel goed idee!"
Britta schonk hem een waterig glimlachje. "Zo snijdt
het mes aan twee kanten. Wij kunnen die kinderen geven wat ze zo node missen,
en die kinderen kunnen ons geven waar wij zo naar verlangen."
"Maar doc," klonk Thor bezorgd, "kan dat
zomaar? Ik bedoel... kunnen wij zomaar kinderen in huis nemen? Of gaat daar een
gigantische bureaucratische papierwinkel aan vooraf?"
Geoff knikte. "Een zekere screening zal zeker
vereist zijn. Ze zullen die kinderen natuurlijk niet bij de eerste de beste
crimineel willen onderbrengen. Maar daarin verwacht ik voor jullie weinig
problemen. Wellicht dat jullie verplicht worden een cursus te volgen; zeker als
die opvang kinderen uit probleemmilieus geldt. En bij adoptie komt nog meer
kijken. Al met al zullen jullie er rekening mee moeten houden dat er wellicht
wat tijd overheen gaat voor je je eerste pleegkinderen kunt verwelkomen. Maar
als er iets is waarmee ik jullie kan helpen, dan doe ik dat graag."
Thor knikte begerig. "Hebt u misschien adressen van
verenigingen of organisaties of zo die zich daarmee bezig houden? Dan kunnen we
eens informeren!"
Geoff knikte. "Ik geloof wel dat ik daar iets van
heb. Momentje."
Hij pakte een map uit de kast, en bladerde die snel door.
Een andere map... "Hebbes." Hij haalde de folders eruit en reikte ze
aan Britta. "Als jullie daar eens beginnen te informeren..."
Britta keek naar hem op. "Dank u, dr.
Standish."
"Môge, Violet." Jack kwam de winkel binnen en
nam meteen een krant uit de standaard.
"Hallo Jack," antwoordde een stralende Mrs.
Carnegie. "Wat zal het zijn?"
"Twaalf eieren alsjeblieft, Violet. En een paar
nieuwe pennen. Ik heb er niet één meer die schrijft. En de krant
natuurlijk."
Mrs. Carnegie dribbelde bedrijvig heen en weer en legde
de gevraagde artikelen op de toonbank. "O Jack, heb je het al
gehoord?" vroeg ze enthousiast terwijl ze de bedragen op de kassa
aansloeg.
Jack zuchtte en sloeg zijn ogen een moment ten hemel. Wat
zou er nu weer voor roddelpraat de ronde doen?
"Kate en dr. Geoff krijgen een baby!" jubelde
Mrs. Carnegie.
Daar keek Jack van op. "Hé, da´s leuk! Fijn voor
ze!"
"Ja hè? O, het is toch zo schattig..."
"Wauw..." verzuchtte DJ uit de grond van zijn
hart.
Debbie, die met de vluchtadministratie bezig was, keek
op. "Wat is er?"
"Wauw..." zei DJ nog eens. "Moet je dit
zien!" Hij kwam naar haar toe met de krant uitgevouwen. David, die net
zijn laatste patiënt uitliet, kwam ook nieuwsgierig dichterbij.
"Vannacht krijgen we een volledige
maansverduistering! Als de maan nog maar net boven de horizon uitkomt, en dus
heel groot lijkt, gaat de aarde tussen de maan en de zon door. De hele maan
verdwijnt! En als ´ie weer zichtbaar wordt, is ´ie al zover gestegen dat het al
ons vertrouwde kleine maantje zal zijn!"
David floot zachtjes. "Dat moet een spectaculair
gezicht zijn! Hoe laat is dat?"
"Tien voor twaalf. Bijna lunchtijd," meldde DJ
met een blik op de klok.
"Ja, ha ha, die maansverduistering natuurlijk,"
verduidelijkte David met een grijns.
"Hoezo ´natuurlijk´? Als jij vraagt hoe laat het
is..."
Maar David trok de krant al naar zich toe en scande met
vlugge ogen het artikel. "Hier. Hier staat het. Om 00.34 begint de aarde
voor de maan te schuiven, en om even voor enen is de verduistering
compleet."
Debbie schudde haar hoofd. "Mij te laat. Als ik
toevallig in de lucht zit voor een noodgeval zal ik er een blik op werpen, maar
anders blijf ik er niet voor wakker."
DJ schudde zijn hoofd. "Geen gevoel voor drama, die
Debbie."
"Helemaal omdat we de maan zo groot zien dan,"
betoogde David. "Dat moet een machtig gezicht zijn."
Debbie grinnikte. "Dat zal best, maar ik ben toch
niet van plan mijn nachtrust eraan op te offeren. Maar doe wat je niet laten
kunt; ik zal je niet tegenhouden, hoor."
"Wellicht dat ik Annika meekrijg voor een wandeling
bij maanlicht vanavond," mijmerde David.
Maar Debbie lachte hem uit. "Arme Annika! Denk je
niet dat die ook veel liever in haar bed zou liggen om die tijd?"
David grijnsde verlegen. "Misschien wel, ja. Maar
een wandeling bij maanlicht heeft toch wel wat, denk ik. En dan nog een
maansverduistering erbij..." Zijn stem droomde weg.
DJ trok een gezicht. "Je bent maanziek, jij!"
"Helemaal niet," vond David. "Zo´n
bijzondere maansverduistering is een unieke gebeurtenis, en..."
"En jij bent een dweepzieke romanticus; ja ja, we
weten het," vulde DJ aan.
Debbie lachte. "Maanziek in twee betekenissen dus!
We mogen wel uitkijken, DJ. Je weet maar nooit: misschien is het wel
besmettelijk!"
DJ grijnsde. "Dat zou anders zo gek nog niet zijn.
Ik ben single, jij hebt zelfs nog nooit een vriend gehad... Hé David, kun je
ons niet even besmetten? Dan kunnen wij vanavond ook zwijmelen in het
maanlicht!"
"Jullie samen?!"
"Ik ben immuun," verzekerde Debbie hen.
"Voor de maan of voor de romantiek?" wilde DJ
weten.
"Voor allebei," was het droge antwoord.
"Nou, gaan jullie eens mee naar de pub? Ik lust onderhand wel wat."
"Immuun voor romantiek," mompelde DJ bij
zichzelf. "Dat wordt nooit wat met miss O´Brien..."
"O Sheila, heb je het grote nieuws al gehoord?"
Dat waren de woorden waarmee Violet Carnegie haar volgende klant begroette.
"Nee? Vertel eens!" was het nieuwsgierige
antwoord.
"Kate en dr. Geoff krijgen een baby!"
Sheila McLaughlin sloeg haar handen in elkaar. "O,
wat enig! Hoe ver is ze al? Is alles goed?"
"Ze weet het nog maar net," babbelde Violet
vertrouwelijk. "Vanmorgen was ze hier in de winkel en kocht het boekje ´Hoe moet ons kindje heten?` Je weet,
daarvan heb ik er altijd één op voorraad staan. Gewoon voor het geval dàt. Met
dat boekje wil ze dr. Geoff vanavond vertellen dat hij vader wordt. Ach, is het
niet schattig...?"
Sheila McLaughlin knikte. "Het werd tijd ook. Hoe
lang zijn ze onderhand al niet getrouwd? Een jaar of twee, drie?"
"Twee jaar," knikte Violet. "Och, ik vind
het toch zo heerlijk voor Kate. Dat wordt een fantastische moeder, zul je
zien."
"En Geoff is ook de jongste niet meer," ging
Sheila McLaughlin verder. "Die zal toch ook al in de veertig zijn, schat
ik. Je kunt die kinderen toch ook niet opzadelen met een bejaarde vader."
"Inderdaad." Violet was het helemaal met haar
eens. "Maar hij zal een goede vader zijn, daar ben ik van overtuigd!"
Ze zuchtte gelukzalig. "Wat een heerlijk nieuws toch allemaal. Eerst dr.
David die gaat trouwen, nu weer een baby voor dr. Geoff en Kate... Ik weet
gewoon niet waar ik het zoeken moet van geluk...!"
Het was al behoorlijk vol in de pub toen ze er binnen
kwamen. Nog wel wat lege stoelen, maar de tafeltjes waren allemaal bezet.
"Pak een stoel en kom erbij zitten!" nodigde
Emma die met Sam, Chris, Nick en Annie bij de deur zat. Ze maakten wat ruimte
en Debbie, DJ en David schoven bij hen aan.
"O, David," zei Nancy toen ze hem zag,
"jij wordt verwacht in de keuken!"
"In de keuken?" Verbaasd kwam David weer
overeind. "Wat is er? Is er wat met Olivia?"
"Nee hoor. Olivia is een engel!" verzekerde
Nancy hem. "Maar voor het geval dat je het vergeten was: er is nòg iemand
in het dorp die zich bijzonder op je gezelschap verheugt."
"Annika," begrepen Emma, Chris en Annie
tegelijk, en een lachsalvo rolde langs de tafel. Met een verlegen grijns baande
David zich een weg achter de bar langs naar de keuken, terwijl Nancy aan zijn
tafelgenoten verklapte: "Annika heeft een hele picknick klaargemaakt, dus
David zien jullie vast niet terug voor zijn dienst weer begint!"
Er werd wat gegrinnikt, en Sam zei quasi-bezorgd:
"Eén uur op het vliegveld, dan vertrekken we naar de Robsons. Ik hoop maar
dat hij het niet vergeet!"
"Naar de Robsons? Vast niet!" lachte Chris.
"Sinds Len dat ongeluk met die tractor had, heeft David er altijd op
gestaan om die clinic bij hen te doen. Al moet hij daarvoor het hele rooster
overhoop gooien."
DJ grinnikte. "Je weet maar nooit: Annika zou
weleens een grotere attractie kunnen zijn dan Len en Hannah Robson bij
elkaar!"
"Vast!" grinnikte Debbie. "Ik zie hem nog
geen romantische wandeling bij maanlicht maken met Len en Hannah Robson ieder
aan een arm."
Dat moesten ze natuurlijk even uitleggen; iets dat DJ
maar al te graag deed terwijl Nancy hun bestellingen opnam.
"Compleet maanziek is die knul," eindigde hij
gnuivend. "Wandelingen bij maanlicht, een o zo romantische
maansverduistering erbij... Ik graag een zalm- en spinaziepie, Nancy!"
Nancy verdween, en Chris vroeg geïnteresseerd: "Een
maansverduistering?"
DJ knikte enthousiast, en Sam verklaarde: "We
krijgen een totale maansverduistering vannacht. Het moet een nogal spectaculair
gezicht zijn, als ik dat zo begrijp. Ik wilde Emma ook al meenemen voor een
nachtelijk wandelingetje."
"Als je dan maar een thermos met hete koffie
meeneemt!" bedong zijn echtvriendin. "Naar die maan kijken is nog te
daar aan toe, maar om daar nu ook nog bij te gaan blauwbekken...!"
"Is mijn warme lichaam je niet genoeg?" deed
Sam beledigd. "Ik wilde je nota bene met mijn liefde verwarmen, in die
romantische maneschijn!"
Emma schoot in de lach, en sloeg hem speels tegen de
borst. "Nou, vooruit dan maar. Met koffie èn liefde moet het wel uit te
houden zijn."
DJ wreef zich vergenoegd in de handen. "´t Wordt
druk vannacht! Om één uur lopen alle verliefde stelletjes op straat om die
romantische maansverduistering te aanschouwen!"
Sam grinnikte. "En jij dan? Poor lonesome cowboy die
je bent... Waar ga jij een lief meisje vandaan halen om die ´romantische´
maansverduistering mee te bekijken?"
DJ´s blik versomberde, en Emma plaagde: "Welnee, DJ
ligt braaf in zijn bed om die tijd. Om acht uur oogjes dicht en snaveltje toe,
hè DJ?"
"Hm. Het is gewoon niet eerlijk. Iedereen heeft een
minnaar, behalve ik. Waarom heb ik nou geen vriendinnetje om zo´n nachtelijke
eclips mee te kijken?"
"Je zou met Chris samen kunnen kijken,"
suggereerde Annie. "Of met Debbie."
Maar Chris hief afwerend haar handen, en Debbie moest
hartelijk lachen om die suggestie. "Je bent al de tweede die me dat
voorstelt! Vergeet het maar! Ik ben
van plan braaf in mijn bed te liggen tegen die tijd! Laat die maan maar
verdwijnen zonder mij; hij komt heus wel weer terug ook."
DJ zuchtte diep. "Er zit ook werkelijk geen greintje
romantiek in jou, hè Debbie?"
Debbie fronste licht, maar Emma vervolgde: "Nou, ik
kan me voorstellen dat er weinig romantiek schuilt in een maansverduistering
als jíj erbij bent, DJ. Je zou er waarschijnlijk een live reportage van maken!
Superromantisch, hoor..."
"Is Nick dan misschien iets voor onze Debbie? Dat is
niet zo´n prater!" Het begon een spelletje te worden, leek het wel. Maar
Nick schudde zijn hoofd, en nu was het Annie die afwerend haar handen hief.
"Sorry. Nick heeft mij al gevraagd voor vanavond!"
"Of Jack?" stelde DJ toen maar voor. "Die
is ook single! Of anders Luke? Je moet toch èrgens de liefde vinden,
Debbie!"
"Geen zorgen, dat gebeurt nog wel."
Sam grijnsde plagend. "Ooit."
"Ja, ooit!" Debbie begon zich te ergeren aan
hun gewroet in haar leven. "Ik heb gewoon geen haast. Tijd genoeg."
"Wachten op de ware Jacob," kwam Chris haar te
hulp. "Daar is toch niets mis mee, wel?"
DJ grinnikte ondeugend. "De ware Jacob! Voor onze
Debbie? Laat me eens kijken... Zou dat misschien een piloot kunnen wezen?
Nee... Ze is veel te gek op vliegtuigen; ik denk dat ze op een dag verliefd
wordt op een mooi gestroomlijnd vliegtuig! En dan maar lang en gelukkig leven,
want een vliegtuig zal niet gauw een huwelijksaanzoek afwijzen!"
"Doe niet zo gek," zei Debbie nu toch wat
gekrenkt. "Als ik jou zo hoor, ben ik volkomen ongeschikt voor menselijke
relaties."
"Nou, dat ben je toch ook? De manier waarop jij over
vliegtuigen praat... Zo praten normale mensen over hun geliefde!"
Nu was het Emma die haar te hulp schoot: "Nou en?
Dat doet Sam ook, maar dat betekent nog niet dat hij niet net zoveel van mij
kan houden. Waar of niet, Sammie?"
Sam grinnikte en woelde plagend door haar blonde krullen.
"Ik heb twee grote liefdes: mijn vrouw en mijn vliegtuig."
"Ja, maar dat is wat anders," grijnsde DJ.
Maar Chris zag dat Debbie zich begon te ergeren, en kwam
er sussend tussendoor: "Hé, zo is ´t wel genoeg, jongens."
Maar DJ hoorde haar blijkbaar niet in al het gepraat om
hen heen, want hij vervolgde met plagend leedvermaak: "Ik bedoel: Debbie
heeft zelfs nog nooit een vriendje gehad, dus..."
"Dat heb ik wel!" brak Debbie hem geïrriteerd
af, om het volgende ogenblik op haar tong te bijten. Wat zei ze nou toch? Het
was haar gewoon ontglipt!
Ongelukkig genoeg was plotseling alle aandacht op haar
gevestigd. "Heb jij een vriend gehad? Waar? Wie was het? Wanneer? Hoe heet
´ie?"
Een stortvloed van vragen werd over haar uitgestort
terwijl ze koortsachtig probeerde haar gedachten weer een beetje op orde te
krijgen. Want wat nu? Nu ze zo boud beweerd had dat ze een vriend had gehad -
´gehad´, gelukkig! - kon ze toch moeilijk terugkrabbelen? Of...? Nee, beter
maar doorzetten nu. Dat zou haar in de toekomst in elk geval vrijwaren van die
flauwe plagerijen over haar eeuwige vrijgezellenstatus...
Alle gezichten waren in nieuwsgierige afwachting naar
haar toegekeerd.
"Nou? Hoe heet hij?" vroeg Annie opnieuw.
"Jerry." Dat had ze altijd al een leuke naam
gevonden.
"En...?" drong Emma aan.
"Wat ´en´?"
"Hoe heet hij van achteren?" wilde ook DJ
weten.
Debbie bevroor. Haar hoofd was leeg; ze wist geen enkele
naam meer...! Toen viel haar oog op de sportkrant die een drijver aan het
tafeltje naast hen zat te lezen. De kop schreeuwde haar toe: "ZWEMGOUD VOOR O´NEILL".
"O´Neill," zei ze dus zonder zich te bedenken,
en liet een onhoorbare zucht ontsnappen. Gered door de krant...
"O´Neill? Jerry O´Neill? Hm... klinkt niet
gek," vond Chris goedkeurend.
"O´Brien en O´Neill. Dat past wel bij elkaar!"
grinnikte Nick.
"En waar hebben jullie elkaar leren kennen?"
Emma was nieuwsgierig. Zoals altijd. En Debbie merkte dat ze er niet kwam met
een naam alleen... Nou ja, nu ze toch een vroegere liefde aan het verzinnen
was, kon ze het maar beter goed doen...
"We studeerden samen aan de RAAF Academie. We
leerden elkaar kennen tijdens de introductieweek, en vervolgens hebben we
tijdens de hele opleiding verkering gehad. Maar na ons afstuderen kreeg hij een
goede baan bij de luchtmachtbasis in Darwin, en ik ging bij de RFDS en kwam
voornamelijk in New South Wales terecht."
"En jullie zijn elkaar gewoon uit het oog
verloren," begreep Chris.
Debbie knikte. Opgelucht. Dat klonk vrij plausibel. Toch?
"Tja, over zo´n afstand..." vond ook Sam.
"Darwin is nou niet bepaald naast de deur."
"Wat jammer," vond Emma. "Houd je nog van
hem?"
"Hm..." Debbie schokschouderde om een fractie
van een seconde bedenktijd te winnen. "Weet ik eigenlijk niet. Het is al
zo lang geleden..."
Een stilte viel.
"En hoe ziet hij eruit?" wilde Annie nog weten.
"Ja, is ´ie knap?" drong DJ aan.
"Heel knap." O help, moest ze nu ook nog gaan
bedenken hoe die Jerry eruit zag?! Dit werd wel erg ingewikkeld zo... Zou ze
maar niet liever opbiechten dat Jerry O´Neill helemaal niet bestond? Nee,
onmogelijk... Daarvoor was ze al veel te ver gegaan... Nou, op hoop van zegen
dan maar... "Nou, eh... hij was nogal lang. Goed gebouwd. Gespierd, bedoel
ik. En eh... hij had blond haar. Dik, lichtblond haar. En heel heldere ogen. En
ehm... een opvallend stralende glimlach." Zo, daar moesten ze het maar mee
doen...
"Wow, wat een stuk!" plaagde DJ haar. "Nou
begrijp ik ook waarom je mij niet wilde. En Nick niet. Om over Jack en Luke
maar niet te spreken! Tegen zoiets perfects als die Jerry O´Neill van jou
kunnen wij natuurlijk nooit op!"
Debbie glimlachte wat onwillig. Het leek erop dat zelfs
een gefantaseerde minnaar haar in aanzien deed stijgen. Als het nou maar
voldoende was om die onzin over haar onromantische aanleg de kop in te drukken.
Want ook al had ze inderdaad nog nooit een vriend gehad, ze wist zeker dat ze
heel erg romantisch zou kunnen zijn zodra ze haar ware Jacob gevonden zou
hebben. Alleen was het nog niet zover; dat was alles.
En voor de rest ging het ze natuurlijk ook geen snars
aan.
Ver van de drukte van de pub waren David en Annika aan de
oever van de kreek neergestreken. Ze lagen languit in het gras en peuzelden van
de sandwiches en het fruit dat Annika had meegenomen. Het water kabbelde
vriendelijk, een zacht briesje deed de blaadjes van de struiken ritselen, en
twee kleine vogels kwetterden tegen elkaar hoog in de lucht. Alles ademde
vrede.
"Zeg David," begon Annika op het laatst,
"komen zulke dingen als die van gisteren vaak voor?"
Hij draaide zijn hoofd naar haar toe. "Noodoproepen,
bedoel je? Een paar keer per week gemiddeld. Maar er zijn ook weken dat er
niets gebeurt. En ook weken dat we aan de gewone clinics niet eens
toekomen."
"Nee, ik bedoelde die operatie. Dat je dingen moet
doen waarvoor je helemaal niet bent opgeleid."
Hij glimlachte in een zucht. "Een enkele keer.
Meestal red je het nog wel op tijd om in het ziekenhuis te komen."
"Maar ik had toch de indruk gisteren dat opereren op
zich niet nieuw voor je is. Daarvoor wist je veel te goed wat je nodig had en
hoe je het moest doen. De techniek, bedoel ik."
Hij knikte. "Ik heb inderdaad heel beperkte
bevoegdheden in het opereren. Eerste noodhulp, zeg maar. Een blindedarm
verwijderen is mijn maximum; zo´n ingreep mag ik in een noodsituatie
zelfstandig uitvoeren. Maar dat is me pas één keer gebeurd. Over het algemeen
hebben we de patiënt nog wel op tijd in het ziekenhuis, en dan nemen Geoff en
Chris het vanzelfsprekend over. En verder word ik er bij gecompliceerde operaties
nog weleens bijgehaald voor hand- en spandiensten. De beademing en zo. Dan pik
je toch ook wel het één en ander op. Maar een keizersnee... och, daar draaien
Geoff en Chris hun hand niet voor om. Daar hebben ze mijn assistentie echt niet
bij nodig."
Het bleef even stil.
"Geoff en Chris zijn dus wel echte chirurgen,
begrijp ik," concludeerde Annika.
David knikte. "Ik heb zelfs weleens gehoord dat
Geoff een eigen chirurgische kliniek had in Sydney voor hij hier kwam. Geoff is
echt een topchirurg!"
"Wat doet hij hier dan?" plaagde Annika, en ze
kreeg prompt een por.
"Niet zo neerbuigend over de Outback, jij!"
Ze grinnikte.
"Soms denk ik er ook wel over om nog door te gaan
voor chirurg," vervolgde hij dromerig. "Specialisatie of zo. Tijdens
mijn opleiding heb ik een tijdje stage gelopen op een transplantatieafdeling.
Dat was nog eens mooi werk. Dat trekt toch ook wel." Hij zweeg even. En
zuchtte diep. "Maar dat zou natuurlijk wel betekenen dat ik me in de stad
moet vestigen. Sydney, Melbourne... En clinics in de open lucht met hun
gezelligheid en lekkernijen zijn er dan niet meer bij. Om maar niet te spreken
van de onvoorspelbare avonturen hier..."
Annika glimlachte voor zich heen. "Waaruit ik dus
mag opmaken dat je het best naar je zin hebt hier."
Hij grijnsde betrapt. "Eigenlijk wel, ja. Het is
alleen... Ik heb het gevoel dat ik veel meer aankan dan alleen huisarts."
"Best mogelijk," antwoordde ze peinzend.
"Maar joh, je hebt nog zoveel jaar te gaan tot aan je pensioen. Je hebt
het nu hier naar je zin. Als je de Outback zat wordt, kun je toch altijd nog
verder gaan kijken?"
Hij grinnikte. "Mijn pensioen nog wel! Dan heb ik
nog wel een jaar of veertig."
"Zie je wel? Tijd genoeg!"
David grijnsde en keek op zijn horloge. "Tijd genoeg
voor zulk soort dingen, ja, maar jammer genoeg niet meer voor gezellige
picknicks. Ik moet er toch echt ongeveer vandoor als ik om één uur op het
vliegveld wil zijn."
Hij kwam overeind en klopte het zand van zijn kleren.
Annika kwam ook overeind zitten en vroeg: "Wat staat er op het programma
vanmiddag?"
"Clinic bij de Robsons." Hij trok haar overeind
en ving haar op in zijn armen. "Zin om mee te gaan misschien? Dan zie je
ook nog wat van het normale leven van een flying doctor."
"Staan er geen keizersnedes op het programma?"
"Zelfs geen zwangere vrouwen, voor zover ik weet,
dus je bent veilig. En Kate gaat ook mee, dus..."
Ze grinnikte. "Nou, als het dan mag..."
"´t Is niet de gewoonte om toeristen mee te
nemen," gaf hij toe, "maar de beslissing ligt bij de
verantwoordelijke arts. En dat ben ik vanmiddag. Dus... ga je mee?"
Ze sloeg haar armen om zijn nek en kuste hem. "Mm...
Met jou altijd."
Een wat langere kus volgde, maar David wist zich
plichtsgetrouw los te scheuren en grinnikte: "Op deze manier komen we
nooit bij de Robsons."
Annika slaakte een zucht en liet hem los. Ze pakten de
picknickspullen bij elkaar, en even later liepen ze hand in hand naar de basis.
Davids hand drukte even de hare. "´t Was gezellig,
die picknick," zei hij, en gaf haar een snelle kus.
"Tammy! Stacey! Zijn jullie zover? We moeten
gaan!"
"Momentje!" hoorde Mary Beckett haar dochter
antwoorden.
"Jullie appelflappen staan al in de auto,
dus..."
"Ja mam, we komen eraan. We zijn bijna klaar."
Mary Beckett schudde haar hoofd en liep vast naar de
auto. Lionel stond al op haar te wachten.
"Mag ik voorin, mam? Die meiden willen toch alleen
maar giebelen..."
"Nou, vooruit maar. Dan kunnen Tam en Stacey zoveel
giebelen als ze willen. Zit jij er ten minste niet tussen, hè jong?" Ze
kroesde even door zijn bruine pieken en opende de deur voor hem.
Lionel - blij met het ereplaatsje - dook meteen de auto
in en nestelde zich pontificaal op de passagiersplaats. "Zo. En geen vrouw
die mij hier nog weg krijgt!"
Maar zijn moeder hoorde hem amper. Want de twee
figuurtjes die ze daar uit het huis zag komen... De één met een air van
zelfverzekerdheid die net iets te onverschillig was, de ander wiebelend op hoge
hakken in een poging de zelfverzekerdheid van haar nichtje te evenaren. En
beiden in een uur tijds gegroeid naar de volle volwassenheid, wat nog
geaccentueerd werd door de strakke, zogenaamd hippe kleding die ze droegen en
de veel te zware make-up...
"Sinds wanneer exploiteert de familie Robson een
nachtclub?" informeerde ze droogjes toen de meisjes bij de auto kwamen.
Tammy keek naar de grond, maar Stacey vestigde haar
zwartomrande ogen op haar tante en antwoordde onschuldig: "U zei toch dat
een clinic van de Flying Doctors een sociale gebeurtenis was? Daarom. Nu ik al
die mensen uit de buurt zal ontmoeten, wil ik natuurlijk wel een goede indruk
maken. En Tammy ook."
Mary monsterde haar dochter en haar nichtje. Een
doordringende lucht van haarlak, nagellak en iets te overvloedig gebruikte
parfum hing om hen heen. "Indruk maken zullen jullie zeker," mompelde
ze ironisch.
Wat nu? Moest ze de meisjes naar binnen sturen om zich
als de wiedeweerga te wassen en zich als normale dertienjarigen te kleden? ´t
Zou haarzelf een hoop vorsende blikken besparen, maar aan de andere kant... de
meisjes zouden waarschijnlijk zelf het meeste commentaar krijgen. En dat zou
weleens heel anders kunnen uitvallen dan ze verwachtten.
Ze zuchtte even. Beter waarschijnlijk om ze maar te laten
begaan. Door schade en schande wordt een mens tenslotte wijs. Ook als die mens
pas dertien is.
Ze zuchtte diep. "Nou, instappen dan maar."
"Hallo, Mrs. Carnegie."
"Ah, hallo Lizette! Alles goed met Roger en de
kinderen?"
"Ja hoor. Prima."
"Zeg, heb je het grote nieuws al gehoord? Kate en
dr. Geoff krijgen een baby komend najaar!"
"Wat leuk," reageerde Lizette Beaumont
spontaan. "En ´t is maar goed ook. Met de paar kinderen per jaar die hier
geboren worden... Roger is bang dat hij straks de school nog moet gaan
inkrimpen."
"Nou, ´t gaat toch heel aardig de laatste
tijd," vond Violet. "Vorige week die tweeling bij Maguire, gisteren
dat kindje dat in het vliegtuig geboren is... Ik zou denken dat Roger toch niet
te klagen heeft."
"Ja, maar die wonen te ver weg," verduidelijkte
Lizette. "Dat worden leerlingen voor de School on the Air. Maar als het zo
doorgaat hier in de Crossing en omgeving, wordt de school hier straks nog zo´n
minischooltje met één leerkracht en alle kinderen in één klaslokaal."
Violet schudde bezwerend haar hoofd. "Zover komt het
heus niet. Vergeet niet dat ze op de basis van de Flying Doctors allemaal in de
leeftijdsfase zijn om een gezin te stichten! Kate en dr. Geoff nu, en Sam en
Emma zijn toch ook al vier jaar getrouwd; daar zullen eerdaags toch ook wel
kindertjes komen. En dr. David staat op het punt te trouwen, en Debbie en dr.
Chris zullen toch ook wat op moeten gaan schieten... DJ is misschien nog niet
rijp voor zoiets, maar bij Nick en Annie zie ik toch ook wel wat moois groeien.
Je zult zien: met een paar jaar hebben we hier een heuse geboortegolf!"
"Tegen zessen ben ik hier weer terug, okay?"
Sam liet de motoren draaien terwijl David, Kate en Annika hun gordels
losmaakten.
"Weet je wel wat je zegt? Wil je werkelijk al het
lekkers van Mrs. Robson mislopen?" plaagde Kate hem.
"Eigenlijk niet," gaf Sam toe, "maar ik
heb het één en ander aan onderhoud te doen aan de Nomad. Dus als jullie wat
voor me meenemen vanavond..."
"Geen zorgen, dat is Mrs. Robson wel
toevertrouwd," grijnsde David. Hij pakte zijn koffer en één van de
koelboxen en sprong naar buiten. Annika en Kate volgden zijn voorbeeld.
"Ha, dr. Ratcliffe! Fijn u weer eens te zien!"
begroette Len Robson hem joviaal. Hij schudde David hartelijk de hand, en pas
daarna richtte hij zijn aandacht op de beide dames. "Hallo Kate! Wel, en
wie hebben we hier?"
David stelde Annika aan hem voor, en hij schudde ook haar
hartelijk de hand.
"Annika komt uit Holland. Ze is speciaal voor de
Flying Doctors naar Coopers Crossing gekomen, dus we vonden dat ze dan ook maar
eens moest zien hoe het er hier in de praktijk aan toegaat."
Len knipoogde naar hem. "Ja ja. Je bruid moet
tenslotte een idee hebben wat voor werk haar echtgenoot doet, hè?"
Davids mond viel open van verbazing; Annika kleurde. En
Kate proestte.
"Jongen, nu woon je hier al een paar jaar... Ik
dacht dat je onderhand wel wist dat dergelijke privézaken hier binnen de
kortste keren publiek eigendom zijn." Len grijnsde en wisselde een blik
van verstandhouding met Kate.
David deed zijn mond weer dicht. "Nee... ja..."
stamelde hij toen. "Maar ik dacht dat dat een hersenspinsel van Mrs.
Carnegie was..."
"Best mogelijk," knikte Len, "maar
inmiddels is het al een paar dagen het gesprek van de dag in het district. Het
roddeluurtje op de radio gaat over niks anders. Tja, wat wil je: als Mrs.
Carnegie via de radiotelefoon contact opneemt met father Jacko om hem te vragen
jullie huwelijk in te zegenen..."
Ongelovig staarde David hem aan. "Wàt?!" Hij
keek eens naar Annika. Die had een kleur als vuur, en wist duidelijk ook niet
waar ze kijken moest. Hij slaakte een zucht en haalde ietwat wanhopig zijn hand
door zijn haar. In wat voor wespennest waren ze nou toch verzeild geraakt?!
Kate grinnikte vol leedvermaak. "Ik zie het er nog
van komen dat jullie volgende week onder druk van de publieke opinie wel móéten
trouwen!"
"Hoezo?" Len scheen nu toch te begrijpen dat er
iets niet klopte. Vragend keek hij van de één naar de ander.
"Len," verklaarde David met een diepe zucht,
"Annika en ik kennen elkaar net een week. Het is waar dat ik... eh... nou
ja, nogal gek op haar ben, maar ze moet binnen twee weken het land uit vanwege
haar visum. Mrs. Carnegie is dus rijkelijk voorbarig met haar conclusies, en
als ik geweten had dat ze zó voortvarend was in haar maatregelen, dan...
dan..."
"Dan had je haar misschien wel de nek
omgedraaid," voltooide Len met pretlichtjes in zijn ogen. Zijn gezicht
brak open in een geamuseerde lach. "Nou jongen, dan kun je vanmiddag
beginnen met de boel recht te zetten. Want reken maar dat je er van je
patiënten het nodige over te horen zult krijgen. En als je dan je gedoodverfde
bruid nog meebrengt ook..."
Hij knipoogde, maar Annika keek hunkerend om naar de
Nomad. Doch het vliegtuig was nauwelijks nog een stipje aan de azuurblauwe
hemel.
David slaakte nog maar eens een zucht, en keek haar aan.
"David... ik geloof dat ik toch liever terug ga naar
de Crossing... Zouden we Sam niet terug kunnen roepen?"
Hij schudde spijtig zijn hoofd. "Ik zou er ook wat
voor over hebben om deze middag maar even over te slaan. Maar ik denk dat we er
beter aan doen om er toch maar doorheen te bijten."
"Dan leer je ook dat onderdeel van de Outbackcultuur
kennen," plaagde Kate. "Joh, dat is een voorrecht! De meeste
toeristen dringen niet diep genoeg door in de samenleving om dat te kunnen
meemaken!"
David zuchtte diep. "Op naar het tribunaal dan
maar..."
De auto stond nog niet stil voor het huis of Hannah
Robson kwam al naar buiten gesneld.
"Fijn dat jullie er zijn! Hallo dr. Ratcliffe! Ik
zat gistermiddag aan de radio gekluisterd, dat begrijp je zeker wel! Zo´n
keizersnee in het vliegtuig... Mens, wat spannend! Maar je hebt m´n vertrouwen
allerminst beschaamd; ik wist zeker dat het je zou lukken! Hallo Kate! Alles
goed? Wat zie ik, hebben jullie een gast meegebracht?"
Len knipoogde naar haar. "Hannah, dit is nu
Annika."
"Oh!" Hannah lachte, stralend van ondeugd.
"Hannah," wilde David al met een vermoeide
zucht beginnen met uitleggen.
Maar ze gaf hem de kans niet. "Ja, ik weet het. Je
Hollandse bruid, hè?" lachte ze vrolijk. Ze nam Annika bij de arm en
voerde haar mee naar binnen. "Ik vind het hartstikke leuk om je te leren
kennen. En ik kan je wel vertellen dat je de hemel op je blote knieën mag
danken dat je zo´n geweldige man als onze dr. Ratcliffe gevonden hebt. Hij is
er altijd heel bescheiden over, maar als hij er niet was geweest, waren Len en
ik allebei dood geweest. De eerste keer was toen Len onder de tractor kwam. Hij
lag te brullen van de pijn, en ik riep natuurlijk in paniek de Flying Doctors
op. Dr. Ratcliffe was op een clinic bij de Mullens. En hij heeft daar gewoon
alles laten vallen, is in een auto gesprongen en hierheen geraced. En..."
David zuchtte nog maar eens toen hij ze naar binnen zag
verdwijnen. En over zijn hoofd deelden Len en Kate een binnenpretje.
"Zullen wij de boel vast klaarzetten? Dan drinken we
daarna wel een kopje thee en dan kunnen jullie beginnen," stelde Len voor.
"Pfoe, frisse lucht! Eindelijk weg uit die stank!"
Lionel schoot de auto uit en zoog zijn longen met overdreven bewegingen vol.
Toen ontdekte hij zijn vriendje, en rende opgelucht naar hem toe.
Tammy en Stacey klommen ook uit de auto - de eerste heel
voorzichtig vanwege die verraderlijke hakken.
"Wel? Waar is ´ie?" fluisterde Stacey
nieuwsgierig.
"Daar, op de veranda." Tammy wees voorzichtig.
"Met dat lichte overhemd en die donkergroene broek."
Stacey tuurde in de aangewezen richting. "Zo op een
afstandje ziet hij er inderdaad niet slecht uit. Maar ik wil hem even van
dichterbij bekijken."
Vastbesloten liep ze het gazon op, waar al verscheidene
mensen in groepjes stonden te praten. Veel nieuwsgierige en misprijzende blikken
werden hen toegeworpen. Tammy voelde het schaamrood naar haar kaken stijgen,
maar Stacey liep van de prins geen kwaad vermoedend tot bij de veranda en bleef
toekijken hoe de jonge arts met een oudere dame sprak.
Zenuwachtig wiebelde Tammy achter haar aan. "Wat ga
je doen?"
"Gewoon. Even keuren." Kritisch liet ze haar
ogen over de slanke gestalte op de veranda gaan. "Mm, lang niet gek. Hij
zou wat meer body mogen hebben, maar hij heeft inderdaad bijzonder mooie ogen.
Die kleuren goed bij zijn haar. Zijn gezicht is wat scheef. Wat onregelmatig.
Maar het heeft wel wat. Hij is inderdaad niet onknap."
Het onderwerp van haar keuring keek plotseling hun kant
uit. Een vage trek van verwondering gleed over zijn gezicht, maar hij knikte de
meisjes vriendelijk toe. Blij zijn aandacht gevangen te hebben wierp Stacey hem
een stralende tandpastaglimlach toe, vergezeld van verleidelijk
wimpergeknipper. De oudere dame keek afkeurend naar haar, maar David wendde
zich vlug af om vrijelijk een lach te verbijten. Dat Tammy Beckett stilletjes
met hem dweepte had hij al eerder gemerkt, maar deze vriendin van haar was er
blijkbaar aanzienlijk opener in. Dat kon nog leuk worden vanmiddag...
"Die jeugd van tegenwoordig," mopperde Mrs.
Matthews tegenover hem inmiddels. "Stadse fratsen... Moet je dat meisje
van Beckett nu zien! Ze lijkt wel zo uit een bordeel weggelopen! Wat Mary
bezielt om haar dochter er zo bij te laten lopen?"
David deed er maar wijselijk het zwijgen toe en bepaalde
zijn aandacht bij zijn theebeker.
"Maar wat hoorde ik, dokter?" vervolgde Mrs.
Matthews toen ze geen antwoord kreeg. "Gaat u trouwen?"
David zuchtte. "Mrs. Matthews, zoudt u me een heel
grote dienst willen bewijzen?"
De oudere dame knikte.
"Zoudt u dan willen rondvertellen aan iedereen hier
dat die trouwplannen uit de koker van Mrs. Carnegie komen? Een huwelijk is
helemaal niet aan de orde. Ten eerste ken ik het betreffende meisje pas een
goede week, en dat lijkt me schrikbarend kort om tot een huwelijk over te gaan,
hoe graag ik haar ook mag. En ten tweede is haar visum bijna verlopen, dus ze
moet binnen twee weken het land uit. Dat maakt een huwelijk dus sowieso al zo
goed als onmogelijk. Als u dat voor me zou willen rondvertellen, dan zou ik u
heel erg dankbaar zijn."
Weifelend keek Mrs. Matthews hem aan. "Meent u
dat?"
"Ja, dat meen ik. Hoe jammer het ook is, van een
huwelijk is nog helemaal geen sprake."
"Wat jammer," vond Mrs. Matthews. "Ik was
anders vast komen kijken." Ze zuchtte berustend. "Maar goed, als het
niet anders is..."
Intussen had Tammy Stacey meegetrokken tot achter een
paar struiken.
"Waar ben je in vredesnaam mee bezig!?"
Stacey glimlachte breed. "Die dokter van jou
inpalmen natuurlijk, wat dacht je dan? Daarvoor zijn we hier toch? Hij heeft
mooie handen," vervolgde ze dromerig. "Stel je voor: die handen aan
je lijf..."
Zenuwachtig keek Tammy om zich heen. "Doe even
normaal...! Volgens mij zijn we hard bezig onszelf belachelijk te maken. Zie je
niet hoe de mensen besmuikt naar ons kijken?"
"Laat ze kijken," vond Stacey luchthartig.
"Misschien kijken ze wel uit bewondering. Benijden ze onze smaak. Ik
bedoel: kijk nou eens om je heen! Al die vrouwen in truttige, modelloze
bloemetjesjurken! Hartstikke fout. Of anders zijn ze gekleed als een man: in
een spijkerbroek van de Wibra en een herenoverhemd. Totaal geen gevoel voor
stijl. Nee joh, wij brengen de mode naar de Outback!"
Tammy aarzelde. "Maar ik begin er toch aan te
twijfelen of dit wel zo verstandig was..."
"Wat wil je dan, Tamarindah-lief? Omkleden zal niet
gaan, dan loop je helemaal te kijk!"
Tammy bloosde. "Nee, maar we hoeven het ook niet te
overdrijven. Zoals je je daarnet bij David aanstelde..."
Stacey glimlachte wijsgerig. "Je bent gewoon
jaloers. Nou, ga naar hem toe en geef hem ook zo´n verleidelijke glimlach. Dan
staan we weer gelijk."
"Nee!" beet Tammy haar geschrokken toe.
Maar Stacey pakte haar geruststellend bij de schouders.
"Geloof me, Tam, ik weet wat ik doe. Als je die David echt zo leuk vindt,
moet je werk van hem maken. Je kunt natuurlijk op een afstandje gaan staan
kwijlen, maar daar kom je geen stap verder mee. Als je zijn aandacht wilt
hebben, moet je actie ondernemen. En dat is precies wat we hier doen. Dus...
doe je nog mee? Voor David?"
Het duurde even, maar uiteindelijk gaf Tammy toe.
"Maar niet zo idioot opvallend als je daarnet deed!"
"Okay, okay... Ik houd me wel een beetje op de
achtergrond. Hij is tenslotte jouw grote liefde." Ze keek om zich heen.
"Maar nu moet je me eerst even verder inlichten. Daar op de veranda staan
allemaal medische spullen. Moet dat de behandelkamer voorstellen?"
Tammy knikte, en Stacey rolde met haar ogen. "Lekker
veel privacy, zeg! Als je je uit moet kleden, sta je voor iedereen te
kijk!"
"Nee, dat op de veranda is voor gewone dingen. Als
je zo echt uitgebreid onderzocht moet worden, doen ze dat binnen. Wat dacht jij
dan..."
"Nou, gelukkig maar... Om je voor de ogen van de
wereld uit te kleden gaat mij toch ook een beetje te ver."
"Wil je dat dan?" Tammy staarde haar nichtje
verbijsterd aan.
"Niet voor het oog van de wereld, nee. Maar wel voor
die dokter natuurlijk."
"Maar dat kun je toch niet maken!?"
"Natuurlijk wel. Ik fingeer gewoon
ademhalingsproblemen en hartklachten en zo. Zal hij toch op z´n minst naar mijn
borst moeten luisteren!"
Tammy staarde haar met open mond aan.
"Wat kijk je nou? Daarvoor zijn we hier toch
gekomen?"
Tammy klapte haar mond dicht. "Ja maar... dat kàn
niet, Stace! Ik bedoel... als hij je onderzoekt... ik bedoel... dan ziet hij
het toch! Wie heeft er nou borsten in alle kleuren van de regenboog?"
"Oeps!" Stacey schoot prompt in een giechelbui.
"Daar had ik niet aan gedacht, nee..."
Tammy giechelde nerveus met haar mee.
"We zullen moeten kiezen," besloot Stacey
uiteindelijk. "Of een goed figuur en geen lijfelijk onderzoek, of een
lijfelijk onderzoek zonder uitdagende buste." Ze zuchtte sip. "En het
leek nog wel zo´n goed idee..."
Zwijgend stonden ze bij elkaar. "Wat doe jij?"
informeerde Stacey uiteindelijk.
"Ik denk dat ik die beha maar uit doe. Echt lekker
zit hij toch ook niet," antwoordde Tammy met een zucht.
"Ja. Gelijk heb je. Het idee, dat je zo´n ding een
groot deel van je leven moet dragen... Nee, dan prefereer ik die knappe arts
aan mijn lijf!"
"Maar waar laten we die dingen?"
"In de auto natuurlijk."
"Maar we kunnen ze toch niet in de auto uittrekken?
Dan sta je ook half naakt!"
"Ze hebben hier toch wel ergens een toilet?"
Wiebelend klom Tammy voor Stacey uit de veranda op, en ze
gingen naar binnen. "Rotschoenen," mompelde ze verbeten.
David keek om de hoek van de keukendeur. "Hé, ben je
van plan je de hele middag hier te verschuilen?"
Annika zette haar beker neer en keek hem aan. "Dat
zou misschien wel het beste zijn."
Hij grijnsde en kwam binnen. "Het valt misschien nog
wel mee. Ik heb al aan drie praatgrage dames verzocht het gerucht te verspreiden
dat er van trouwen helemaal geen sprake is, dus als het een beetje meezit,
weten alle aanwezigen dat inmiddels."
"Behalve Mrs. Robson dan," zuchtte Annika.
"Ik kreeg er gewoon geen speld tussen!"
Hij grinnikte. "Ja, als je het over ´praatgraag´ hebt...
Toch, het zijn fijne mensen hier, hoor. Dus... kom je? Ik moet ook zo eens
beginnen. Desnoods blijf je vlakbij Kate en mij."
"Alsof dat de zaak niet zou verergeren..."
Annika grijnsde. Maar ze stond toch op om hem naar buiten te volgen.
Maar net toen hij de gang in stapte, kwam er iemand in
volle vaart langs haasten. Het was Tammy, met haar armen vol sokken en een beha
er bovenop. Met een stap achteruit probeerde David nog een botsing te
vermijden, maar ze knalde al tegen hem op. Met een geschrokken kreet liet ze
alles uit haar handen vallen, in een poging haar evenwicht te bewaren op die
wankele hakken. Maar David had haar al bij de ellebogen gegrepen voordat ze
echt dreigde te vallen.
"Ho, rustig aan jij!" Hij knikte haar
geschrokken, opgedirkte gezichtje toe, en een vurige blos kroop razendsnel op
uit haar hals.
"Sorry," mompelde ze.
"Geeft niets," glimlachte hij goedmoedig, en
bukte zich om de gevallen textiel op te rapen. Met een hoofd als een boei nam
ze het van hem aan, en haastte zich toen zo snel als die wankele hakken haar
konden dragen naar Stacey, die grijnzend bij de vliegendeur op haar wachtte.
"Wat was dàt?" informeerde Annika lachend.
David grijnsde. "Dat was Tammy Beckett. Tot vandaag
kende ik haar niet anders dan in T-shirt en spijkerbroek. Ik vermoed dat die
vriendin van haar haar het hoofd op hol gebracht heeft. Het leek me ook al
sterk dat ze in een maand tijd zo´n buste gekweekt had. Maar het ging blijkbaar
nòg vlugger om er weer af te komen."
Annika grinnikte. "Die wil indruk maken op een leuke
jongen..."
David grijnsde wat verlegen. "Ja. Waarschijnlijk op
mij."
"Dat was een meesterlijke zet!" complimenteerde
Stacey met een grijns.
Maar Tammy kreunde. "Stace, ik schaam me dood! Wat
moet hij wel niet denken?!"
"Wat hij denkt, is zijn zaak. Je hebt in elk geval
goed zijn aandacht getrokken. Als je het expres had willen doen, had je het
niet overtuigender kunnen spelen!"
Terug in de Crossing had Sam de Nomad tot bij de hangar
gereden. Hij was zijn overall aangeschoten, en nu was hij fluitend in de weer
met sleutels, olie en poetsdoeken bij één van de motoren. De zon scheen, en als
het een beetje meezat, was deze motor tiptop in orde voor hij weer naar de
Robsons moest.
De radio stond open. Het was altijd interessant om te
horen wat er in de lucht gebeurde, al waren het maar simpele toestemmingen voor
landen en opstijgen.
"Broken Hill, dit is Zulu Yankee Papa. Verzoek
toestemming om te landen."
"Broken Hill voor Zulu Yankee Papa. Toestemming
verleend. Over."
"Foxtrot Bravo India voor Bourke. Hé Brett, ben je
al wakker?"
"Nauwelijks, matey. Wat is ´t, wil je je kist aan de
grond zetten?"
"Zou wel handig zijn."
"Nou, vooruit dan maar. Niks anders in de
omgeving."
"Dan mag je me straks helpen met tanken!"
"Nee, dank je. Dat doe je zelf maar."
"Ha ha! Je roes nog niet uitgeslapen? Ik zal je zo
eens onder de koude kraan zetten."
"Bourke voor Foxtrot Bravo India. Zet dat vliegtuig
aan de grond en bespaar me je commentaar, wil je? Gewoon een kater, dus... Over
en uit."
Sam grijnsde terwijl hij een moer losdraaide. Maar
plotseling werd zijn aandacht getrokken: "Mayday mayday mayday. Dit is
Romeo Oscar Sierra, ongeveer twee mijl ten noorden van Coopers Crossing.
Rechtermotor uitgevallen. Probeer Coopers Crossing te bereiken. Ander verkeer
in de omgeving?"
Onmiddellijk kwam het antwoord van Jim de
luchthavenbeheerder: "Coopers Crossing voor Romeo Oscar Sierra. Geen ander
verkeer in de omgeving. Good luck, mate!"
Sam legde zijn gereedschap neer en liep om de Nomad heen.
Inderdaad: in het noorden zag hij een Cessna moeizaam draaien om scheef op de
landingsbaan van Coopers Crossing aan te koersen. Met zijn hand boven de ogen
bleef hij staan kijken. Het vliegtuigje verloor schrikbarend snel hoogte. Het
zou kiele-kiele worden of hij het vliegveld zou halen...
Er kwam een dikke sliert donkere rook uit de
rechtermotor. Lager en lager zakte het toestel, maar met een plotselinge
manoeuvre wist de piloot hem toch weer een eindje omhoog te krijgen. Scheef
hing het kleine vliegtuig in de lucht. Als dat maar goed ging bij de landing...
Een werkelijk ervaren piloot zou het nog wel lukken misschien, maar zo´n
zondagspiloot als waar de Outback mee bezaaid was... Sam hoopte maar op de
eerste optie; de noodoproep had immers betrekkelijk kalm geklonken. Gespannen keek
hij toe. Nog vijftig meter, nog dertig, twintig... Hij redde het niet.... Nee,
hij redde het wel! Net! Met een gewaagde manoeuvre wist de piloot op het
laatste moment de vleugels recht te krijgen, en met een steeds dikker wordende
rookpluim achter zich aan rolde het kleine toestel uit over de landingsbaan.
Niet ver van de hangar kwam hij tot stilstand. Sam snelde
er naar toe om te zien of de piloot hulp nodig had.
"Dat ziet er niet best uit, mate!" zei hij toen
de schijnbaar ongedeerde piloot de deur van de cockpit opende.
"Dat kun je wel zeggen, ja!" De piloot - een
lange, donkerharige man van achterin de dertig - klom naar buiten en liep om
zijn vliegtuig heen. Sam volgde hem. De piloot trok een handschoen aan en
opende de motorkap. Een dikke rookwolk sloeg hen tegemoet.
"Hier is iets helemaal mis." De piloot zuchtte,
en probeerde wat rook weg te wapperen zodat hij kon zien wat het probleem was.
De rook begon inderdaad wat te dunnen, en samen inspecteerden ze de motor.
De piloot slaakte een zucht. "Dat zal toch eerst
even gerepareerd moeten worden voor ik verder kan. Maar het wordt wel een
smerig karweitje." Hij keek omlaag naar zijn nogal nette kleren: een witte
broek en een lichtbruin overhemd. "Zou ik hier een overall kunnen lenen,
denk je?" vroeg hij Sam.
"Tuurlijk. Geen probleem." Sam schudde hem de
hand. "Ik ben Sam Patterson van de RFDS. Dus als ik je kan helpen..."
Een stralende glimlach gleed over het gezicht van de
gestrande piloot. "Wel, ´t is altijd leuk om een collega te ontmoeten.
Gerry O´Neill, van de RFDS in Alice Springs."
Sams ogen vielen bijna uit hun kassen. "Jerry
O´Neill?! De Jerry O´Neill??"
"Inderdaad." De piloot keek wat geamuseerd.
"Hoezo? Is mijn roem me al vooruit gesneld?"
Sam liet zijn adem ontsnappen. "Reken maar! Nou, welkom
in Coopers Crossing, mate!"
De gedachten tolden door zijn hoofd. Deze Jerry had er
duidelijk geen idee van dat zijn vroegere liefde hier in de Crossing woonde en
werkte. Wel, dan zou hij hem eens even een verrassing bezorgen! Die motor zou
niet één twee drie gefikst zijn, dus dat zou hem straks de gelegenheid geven om
hem mee te tronen naar de pub voor een welverdiende maaltijd. Als hij het nu
nog voor elkaar kon krijgen dat Debbie daar ook zou zijn... Misschien dat hij
Emma straks even kon bellen, zodat zij dat onderdeel kon organiseren?
"Nick? Nick, ben je hier?" Omzichtig kwam
Violet de garage binnenlopen. "Nick?"
Nicks donkere hoofd dook op vanonder een motorkap, en
Emma kwam aanlopen van achter uit de werkplaats.
"Hallo Violet!" begroette ze haar opgewekt.
"Hallo, Emma," was Violets antwoord, maar ze
liep meteen door naar Nick. "Nick, ik moet je even spreken. Heb je een
momentje?"
"Een momentje wel," antwoordde Nick terwijl hij
zijn besmeurde vingers afveegde aan een verre van schone poetslap. "Wat
kan ik voor u doen?"
"Nou, Nick..." Mrs. Carnegie scheen plotseling
wat te aarzelen. "Nou ja, kijk... Ik bedoel... Kijk, Annie was daarnet bij
me in de winkel, en eh... nou ja, ik geloof dat je toch wel een beetje om Annie
geeft, om het zo maar te zeggen. Niet?"
Nick sloeg zijn ogen neer, en Emma voelde de neiging om
te proesten toen ze hem verlegen zag blozen.
"Nou ja, ehm... we zijn mates," mompelde hij
quasi-onverschillig.
"Precies." Violet scheen moed te scheppen uit
die verklaring. "En nu vertelde Annie me zo terloops dat jullie vannacht
willen gaan paardrijden om op een stil plekje die maans-verduistering te
aanschouwen..."
Nicks kleur verdiepte zich, en Emma moest op haar lip
bijten om het niet uit te schateren. Het deed haar zo denken aan Violets
bemoeienissen toen zij verkering had met Sam.... Zou Violet er nu haar zinnen
op gezet hebben om Nick en Annie definitief bij elkaar te krijgen? Ouwe
koppelaarster die ze was...
"Nick!" zei Violet dringend toen ze geen
antwoord kreeg. Ze legde haar hand op zijn arm. "Nick, is dat nu werkelijk
een goed idee? Ik bedoel... paardrijden bij nacht, en dan nog die
maansverduistering! Kunnen jullie niet beter in het dorp blijven? Wie weet wat
voor rare dingen er allemaal staan te gebeuren vannacht!"
Nu grijnsde Emma voluit. "Ja, vampieren en kraaien.
Natuurlijk Violet, die komen allemaal uit hun holen zodra de maan even uit het
zicht verdwijnt."
"Je moet er niet mee spotten, Emma!" sprak Mrs.
Carnegie verwijtend. "Zo´n maans-verduistering maakt allerlei vreemde oergevoelens
los in de mensen. Dan doen ze dingen die ze anders niet in hun hoofd zouden
halen. Ik heb het zelf gelezen in de krant vanochtend!"
"Mrs. Carnegie, dat is toch allemaal
kletspraat," verzekerde Emma haar, maar Mrs. Carnegie liet zich niet van
de wijs brengen.
"Kletspraat of niet, ik zou toch niet graag zien dat
zo´n jong, kwetsbaar ding als Annie aan die gevaren wordt blootgesteld. Ze is
nog zo naïef en onervaren, zo jong... Alsjeblieft Nick, kunnen jullie niet
gewoon in de Crossing blijven? Of nog liever: binnenshuis? Ik zal me anders
zo´n zorgen maken, weet je..."
Emma snoof. "Ja, met de ramen en deuren
gebarricadeerd, bedoelt u zeker. Nou, ter uwer informatie: Sam wil mij ook op
een nachtelijke wandeling trakteren, dus..."
Mrs. Carnegie slaakte een kreet. "Niet jullie
ook!"
Emma knikte monter. "Jawel. En ik weet toevallig dat
David ook plannen heeft met Annika in die richting. En DJ is zo vol van die
maansverduistering dat die vast ook wel op straat zal lopen."
Mrs. Carnegie sloeg haar ogen ten hemel. "Jullie
tarten het noodlot!" kermde ze dramatisch.
Maar Emma klopte haar geruststellend op de schouder.
"Het zal in ieder geval niet stil zijn op straat, dus als er wat gebeurt,
is er onmiddellijk hulp bij de hand. En met èn Sam, èn Nick, èn David, èn DJ
moeten we wel in staat zijn de vampieren van ons af te houden, denkt u ook
niet?"
"Je moet er niet mee spotten, Emma!" zei Violet
nog eens gepikeerd. "Natuurlijk bestaan er geen vampieren, dat gelooft
immers geen mens. Maar met al die rare dingen die kunnen gebeuren op een nacht
als deze..."
"Dan hebben we op z´n minst vier dappere kerels om
drie arme, weerloze dames te beschermen," maakte Emma de zin af. "Dat
moet genoeg zijn, dunkt me. Als u dat veiliger vindt, kunt u natuurlijk rustig
thuis blijven, maar ik ben er van overtuigd dat u spoken ziet."
Fronsend keek Violet haar aan. "Hm." Ze draaide
zich beledigd om en wilde de werkplaats uitstiefelen. Maar ze bedacht zich, en
met een mierzoete glimlach vertelde ze haar grote nieuws: "Hebben jullie
het trouwens al gehoord? Dr. Geoff en Kate krijgen een baby!"
"Wat leuk!" reageerde Emma spontaan.
En Nick knikte. "Gefeliciteerd."
"Ja, heerlijk hè? Ach Emma, ik hoop toch zo dat Sam
en jij binnenkort ook..."
Een trek van irritatie en vage pijn gleed over Emma´s
gezicht. "We hebben de tijd, Violet. We zijn nog jong."
"Ja, dat weet ik wel. Maar jullie zijn inmiddels al
ruim vier jaar getrouwd. Dan wordt het zo langzamerhand toch tijd om..."
Een luid gerinkel onderbrak haar.
"Telefoon," meldde Emma, en ze verdween snel in
het kantoortje, blij aan Violets babywensen te kunnen ontsnappen.
"Hallo?"
"Em, met Sam. Hé, geloof het of niet, maar die Jerry
Dinges is hier. Hij had motorpech en haalde nog net de landingsbaan. Hij is
momenteel bezig met de reparatie, maar dat krijgt hij nooit klaar voor
vanavond. Hij werkt nu in Alice Springs blijkbaar. Wat denk je: zullen we ze
eens goed verrassen?"
Emma keek verwijtend naar de hoorn in haar hand, alsof
die er iets aan kon doen dat ze niets van Sams relaas begreep. "Sam, waar
heb je het over? Wie moet je verrassen? En wie is Jerry Dinges?"
"Jerry - hoe heet ´ie ook weer... O´Neill! Die
vroegere liefde van Debbie, suffie!"
Emma slaakte een gilletje. "Jerry O´Neill?! Is die
hier? In de Crossing?!"
"Ja! Dat probeer ik je de hele tijd al uit te
leggen!"
"Heb je ´t hem verteld? Van Debbie?"
"Nee, natuurlijk niet! Hij heeft er duidelijk geen
flauw benul van dat ze hier woont. Daarom: luister. Ik neem hem straks mee naar
de pub voor een stevige maaltijd. Als jij nu kunt zorgen dat Debbie daar
vanavond ook is? En reserveer dan meteen een tafel voor twee in een romantisch
hoekje voor die twee."
Emma giechelde. "En voor ons! Dit wil ik voor geen
goud missen!"
Ze hoorde Sam grinniken. "Ik ook niet eigenlijk.
Onze Debbie verliefd!"
"Maar Debbie heeft toch dienst vanavond? Jij was
toch vrij?"
"Ik neem haar dienst wel over, als het nodig mocht
blijken. Dat zeg ik straks wel tegen DJ. Deze kans mogen we haar niet door de
neus boren."
"Nee," beaamde Emma. "Wie weet wat voor
moois daar nog uit kan opbloeien. Goed, ik zal zien dat ik de boel hier
organiseer. Dan zie ik je vanavond in de pub, okay? Zeven uur, half acht?"
"Ja, zoiets. Tot straks!"
Emma legde de telefoon neer en liet een verwachtingsvolle
zucht ontsnappen.
"Wat was dat?" informeerde Violet, die met Nick
bij de deur had staan luisteren.
"Is die Jerry O´Neill hier in de Crossing?"
Nicks ogen twinkelden ondeugend.
Emma knikte. Ze had twee kleuren van opwinding. Was me
dat ook wat!
"Wie is Jerry O´Neill?" wilde Violet weten.
"Debbies vroegere geliefde," antwoordde Nick
met een grijns.
"Debbie? Onze Debbie?" verwonderde Violet zich.
Emma knikte. "Debbie en deze Jerry waren
studiegenoten. Ze hebben jaren verkering gehad, maar ze zijn elkaar gewoon uit
het oog verloren toen hij een goede baan kreeg in Darwin."
"O, wat heerlijk!" Violet sloeg haar handen in
elkaar. "En wat romantisch! Het wordt tijd ook: Debbie is ook de jongste
niet meer; die zal toch ook al in de dertig zijn, schat ik. O, wat enig! En die
Jerry O´Neill, wat is dat voor iemand?"
Emma haalde haar schouders op. "Een piloot, vermoed
ik. Als ze samen gestudeerd hebben... Debbie heeft verder niet veel over hem
verteld."
"Alleen hoe hij eruit zag," herinnerde Nick
zich met een grijns. "Als je haar mag geloven is het zo´n Casanova dat
heel Coopers Crossing daarbij in het niet valt."
Violet glom. "Dan houdt ze vast nog van hem. O, wat
heerlijk! En wat nu? We kunnen die Jerry toch niet zomaar laten vertrekken,
zonder dat Debbie hem gesproken heeft?"
"Daar zorg ik wel voor, Violet," stelde Emma
haar gerust. "Sam neemt hem mee naar de pub vanavond, en ik zal zien dat
ik Debbie meekrijg."
Violet huppelde bijna als een jong meisje: "O, ik
ben zo nieuwsgierig! Wat zou het voor type zijn?"
"Komt u vanavond maar naar de bistro, dan kunt u hem
met eigen ogen zien," stelde Emma voor. "Maar tot dan mondje dicht,
hoor! Helemaal tegen Debbie! Het is veel leuker als het een verrassing
is!"
"Natuurlijk! Zoiets zou ik nóóit verder
vertellen," zei Mrs. Carnegie waardig. Waarop Nick ongelovig zijn wenkbrauwen
optrok, en Emma met een snork Mrs. Carnegie de werkplaats begon uit te loodsen.
"Vanavond zullen we het wel zien," zei ze nog.
En met een opgewonden gezicht verdween Mrs. Carnegie naar
haar winkel.
"De volgende graag!" David keek om de hoek van
de veranda, en zag dat Tammy Beckett en haar vriendin opstonden om hem te
volgen.
"Hallo Tammy." Hij knikte haar vriendelijk toe,
en ook de vriendin kreeg een knikje.
"Pardon? Zij wenst voortaan Tamarindah genoemd te
worden." De vriendin strekte bestudeerd haar hand naar hem uit. Even had hij
de neiging er een galante kus op te drukken, net als in het toneelstuk op
school vroeger. Maar gelukkig wist hij zich daar nog bijtijds van te
weerhouden, en met een innerlijke grijns schudde hij haar gewoon conventioneel
de hand. Duidelijk tot teleurstelling van de jongedame.
"Mijn naam is Anastasia. Anastasia Cunningham,"
stelde ze zich met zwoele stem aan hem voor. "Het is mij buitengewoon
aangenaam kennis met u te maken, dr. Ratcliffe. Mijn nichtje Tamarindah heeft me
al zóveel over u verteld!"
"Aha." Hij knikte maar eens, en trok sceptisch
een wenkbrauw op naar Tammy. "Tamarindah?"
Het meisje kleurde en sloeg haar ogen neer. Dat was meer
het gedrag dat hij de laatste maanden van haar gewend was.
Hij ging hen voor naar de provisorische spreekkamer en
bood hen een stoel aan. "Wel, wat kan ik voor jullie doen?"
´Tamarindah´ keek naar de grond, maar Anastasia kruiste
haar benen modieus over elkaar en keek met veel wimpergeknipper naar hem op.
"Dr. Ratcliffe," begon ze, en haar stem had plotseling een kwijnende
klank, "ik voel me toch zo slap tegenwoordig. Denkt u dat ik iets ernstigs
heb?"
David keek haar eens doordringend aan. Het was misschien
moeilijk te zien onder al die lagen make-up, maar op hem maakte het meisje een
kerngezonde indruk. Hoe oud zou ze helemaal zijn? Dertien, veertien? Vijftien
misschien?
"Weten je ouders daarvan?"
Een droevig hoofdschudden. "Mijn ouders zijn een
paar maanden in Engeland voor hun werk. Vandaar dat ik zolang bij de familie
Beckett verblijf."
David knikte. "Heb je er dan met Mr. en Mrs. Beckett
over gesproken? Hoe lang heb je het al?"
Met een bestudeerd gebaar legde Anastasia haar vinger
langs haar wang. Vuurrood plekte de gelakte nagel. "Eens kijken... Ik denk
een week of twee. Het zal een paar dagen na mijn komst hier zijn geweest dat ik
me voor het eerst zo voelde."
"Voel je je de hele tijd zo slap, of is het bij
vlagen?"
Anastasia trok een lijdend gezicht. "De hele tijd,
dokter. Dan heb ik hartkloppingen, en ik krijg bijna geen lucht... Mijn maag
lijkt wel in mijn keel te zitten... En soms ben ik zo duizelig dat ik bijna
omval! En dan die gemene steken in mijn zij en in mijn rug als ik me ook maar
even inspan..."
´En als ik hier druk, doet het daar pijn,´ vulde David in
gedachten aan.
"Wat denkt u, dr. Ratcliffe?" vervolgde
Anastasia angstig. "Alstublieft, wilt u me grondig onderzoeken, zodat we
ten minste weten wat er aan de hand is? Het zou toch niet iets dodelijks
zijn?"
"Dat zullen we dan eerst maar eens bekijken,"
was zijn droge antwoord. Hij begon de indruk te krijgen dat hij voor het lapje
gehouden werd; iets dat nog versterkt werd toen hij de band van de
bloeddrukmeter om Anastasia´s arm wikkelde en daarbij de triomfantelijke blik
opving die zijn patiënte naar Tammy - pardon: Tamarindah - wierp. Maar goed:
eventjes meespelen kon weinig kwaad; mocht ze inderdaad werkelijk iets onder de
leden hebben, dan zou hem geen nalatigheid kunnen worden verweten.
Terwijl hij haar bloeddruk opnam - normaal, zoals hij wel
verwacht had - babbelde Anastasia onschuldig over koetjes en kalfjes. Heel haar
lijdende pose was weer verdwenen als sneeuw voor de zon.
Hij nam zijn stethoscoop.
"Zal ik mijn topje even uittrekken?" bood
Anastasia, ondanks de openluchtspreekkamer, bijna hoopvol aan.
"Stace!" siste Tammy geschokt.
Maar met een: "Doe maar geen moeite. Het gaat prima
zo," voorkwam David al een halve striptease. "Zou je even diep adem
willen halen, en dan langzaam uitademen, alsjeblieft?"
Anastasia sloeg haar ogen verongelijkt ten hemel, maar voldeed
braaf aan zijn verzoek. En bij het voelen van Davids hand op haar rug terwijl
hij geconcentreerd naar haar longen luisterde, trok ze triomfantelijk haar
wenkbrauwen op naar Tammy.
David trok de stethoscoop uit zijn oren. "Je longen
zijn het in ieder geval ook niet." Even bloedprikken nog maar. Diabetes
zat tenslotte nog een béétje in de richting van de klachten die ze genoemd had.
Al was die lijdende pose nu weer helemaal verdwenen...
"Hoe oud bent u eigenlijk?" informeerde ze
terloops terwijl hij de bloedprikker opzocht.
"Zesentwintig," antwoordde hij zonder er echt
bij na te denken. Maar ineens keek hij zijn jeugdige patiënte scherp aan.
"Hoezo?"
Anastasia zond hem weer zo´n aanminnige
tandpastaglimlach. "Niets. Zomaar. Dan ziet u er jonger uit dan u
bent." Ze tuitte haar overrode lippen, begeleid door hernieuwd wimper-geknipper.
Maar David keek weer voor zich. Wat kon je daar nu op
antwoorden?
Hij knielde bij haar neer en nam haar hand. "Even
stilhouden, alsjeblieft."
"Wat gaat u doen?" vroeg ze gemaakt angstig.
"Even bloedprikken om je bloedsuikergehalte te
controleren." Geroutineerd kweet hij zich van zijn taak, maar de knipoog
die zijn patiënte naar ´Tamarindah´ stuurde, ontging hem niet.
Terwijl ze wachtten tot de meter het bloedsuikergehalte
zou aangeven, vroeg Anastasia hem het hemd van het lijf: waar hij vandaan kwam,
waar hij gestudeerd had, hoe lang hij hier al werkte, of hij het prettig werk
vond, of hij ook broers en zussen had, wat voor auto hij had, wat zijn
lievelingseten was, of hij huisdieren had, of hij van muziek hield...
David hield zijn antwoorden kort, maar uiteindelijk zei
hij: "Wel, je bloed is ook in orde. Volgens mij ben je zo gezond als een
vis, Anastasia. Ik denk dat een paar avonden vroeg naar bed je klachten wel volledig
zullen verhelpen."
Geschokt staarde ze hem aan. "Maar dokter...! En die
rode bulten op mijn rug dan?" Ze begon haar topje al omhoog te trekken,
maar David had nog maar nauwelijks zijn mond open gedaan om te vragen wat voor
rode bulten, of ´Tamarindah´ was met een rood hoofd overeind gesprongen.
"Stacey!" siste ze haar nichtje toe. Ze greep
haar bij de arm en sleurde haar mee om de hoek van het huis.
David sloot zijn mond en keek ze na. Hij begreep dat zijn
diagnose juist was geweest, en grinnikte bij zichzelf. En hoofdschuddend ging
hij zijn volgende patiënt halen.
In een hoekje aan de andere kant van de weelderige tuin
was Annika neergestreken. Met een beker thee en een lemington. Van hieraf had
ze een mooi overzicht over het geheel. Maar veel kans om dat in alle rust in
zich op te nemen kreeg ze niet. Davids tactiek om al via de tamtam het bericht
te laten verspreiden dat er helemaal geen trouwplannen waren bleek weliswaar
goed gewerkt te hebben, doch het maakte de nieuwsgierigheid van de aanwezige
dames zeker niet minder. Zodoende zat ze maar hoogstzelden verlegen om
aanspraak, maar na een half uur kon ze de vragen en gespreksonderwerpen bijna
woordelijk voorspellen. Zelfs hun volgorde.
"Jij bent Annika, nietwaar? De vriendin van dr.
Ratcliffe." Zo begon het. En dan knikte ze maar. Wat kon ze anders doen?
Zeggen dat ze de koningin van Scheba was?
"Wat leuk om kennis met je te maken. Ik ben Joyce.
Joyce Green."
"Hallo." Handje schudden.
"Ik hoorde dat je uit Holland komt?"
"Inderdaad."
"Hoe kom je dan in vredesnaam hier verzeild? Coopers
Crossing is nu niet direct een bekende toeristische trekpleister."
En dan vertelde ze dus maar van die documentaire die ze
jaren geleden gezien had, en dat ze zo nieuwsgierig was geweest naar het werk
van die Flying Doctors.
"Ja, we zijn ook maar wat trots op onze Flying
Doctors," klonk het dan. Vaak volgde dan een lofzang op iets dat ze hier
of daar gedaan hadden waarmee ze iemand het leven hadden gered. En op de één of
andere manier kwamen ze dan altijd uit bij de vraag: "Is het trouwens waar
wat ik daarstraks hoorde: dat dr. David en jij toch niet gaan trouwen?"
En dan zuchtte ze maar eens, en verklaarde voor de
zoveelste maal dat die trouwplannen niet aan hun eigen brein, maar aan dat van
Mrs. Carnegie waren ontsproten. Dat David en zij elkaar vorige week pas hadden
ontmoet, en dat ze sowieso binnen twee weken het land uit moest vanwege haar
visum. En dat een huwelijk er dus helemaal niet inzat.
Een begrijpend knikken volgde daar dan op, doorgaans
gepaard gaande van de verzuchting dat het toch wel jammer was. "We zouden
wel weer eens een feestje kunnen gebruiken. En jullie lijken me toch echt wel
bij elkaar te passen." Of: "Jullie zouden een prachtig paar
zijn."
Een enkele keer kwamen er dan nog wat nieuwsgierige vragen
naar Nederland en wat ze van Australië vond, maar meestal werd de interviewer
tegen die tijd alweer afgelost door de volgende, en begon het spelletje weer
van voren af aan...
"Nancy," zei Emma gelijk toen ze de bar
binnenkwam, "heb je nog twee tafeltjes voor twee vrij vanavond?"
Nancy keek op. "Jawel." Ze fronste licht.
"Twéé tafeltjes?!"
Emma leunde samenzweerderig op de bar. "Ja, twee
tafeltjes voor twee. En in ieder geval die in de serre als het kan."
Nancy schudde langzaam haar hoofd. "Dat tafeltje had
ik eigenlijk voor David en Annika in gedachten. David komt meestal hier eten
als hij op een clinic geweest is. En de korte tijd die hem met Annika nog
rest..."
Emma grinnikte. "Vergeleken bij mijn noodgeval
hebben die twee nog zeeën van tijd."
Maar nu was Nancy´s interesse gewekt. "Noodgeval?
Voor wat voor noodgeval heb jij het liefdeshoekje nodig? Hebben Sam en
jij...?"
Emma schudde haar hoofd en boog zich naar haar toe.
"Het moet nog even onder ons blijven, dus mondje dicht! Maar Debbies
vroegere liefde is met motorpech op het vliegveld gestrand. Die twee hebben
elkaar jaren geleden gewoon uit het oog verloren, en het zou wel leuk zijn om
ze te verrassen vanavond. Want die Jerry heeft er geen flauw idee van dat
Debbie hier woont."
Nancy´s ogen begonnen te glinsteren. "Een romance?
Voor onze Debbie?"
Emma knikte. "Wie weet. Maar aangezien die Jerry
morgenvroeg wel weer zal verdwijnen, is dit dus bepaald een dringende
aangelegenheid, niet? Dat gaat zelfs boven David en Annika, lijkt me. Die
hebben tenslotte nog bijna een week de tijd. Als het niet nog langer
wordt."
Nancy zuchtte van genot. "Al die jonge liefde de
laatste tijd... Dan komen er weer allemaal herinneringen boven aan onze eigen
verlovingstijd..." Ze keek liefdevol om naar Vic die druk bezig was aan
het andere eind van de bar. En Emma bedacht met een schok dat ze blijkbaar oud
aan het worden was. Had zij niet precies hetzelfde gedacht toen ze Violet met
Nick bezig had gezien?!
Ze praatte er maar gauw overheen. "Maar dat is dus
geregeld? En Sam en ik willen hier ook graag eten vanavond. Kunnen we een oogje
op die twee tortelduifjes houden," voegde ze er met een knipoog aan toe.
"Dat komt in orde, hoor," beloofde Nancy, en
met een vrolijke groet verdween Emma weer naar de garage.
Ze schudde zich even. Ze moest zich niet zo druk maken.
Sinds wanneer was je op je vijfentwintigste al oud?
"Wie ben jij?"
Hé, dat was een nieuw geluid! Nu ze al vijf tellen op
zichzelf was, hadden twee meisjes het erop gewaagd haar aan te spreken. Annika
had eerder al gezien hoe het tweetal nieuwsgierig naar haar had staan kijken.
"Ik ben Annika," antwoordde ze, nu weer echt
gemeend vriendelijk. "En jullie?"
"Ik ben Alice," zei het kind met de goudblonde
vlechten.
"En ik Julia," zei die met de bruine
paardestaart. "Krijg jij ook een prik vanmiddag?"
Annika glimlachte. "Nee, dit keer niet. Jullie
wel?"
De meisjes knikten. "Tegen de mazelen,"
vertelde Alice.
"Heb je de paarden al gezien?" informeerde
Julia.
Annika schudde haar hoofd. "Hebben ze die hier
dan?"
"Kom maar mee!" Alice pakte haar bij de hand en
trok haar mee naar de achterzijde van het huis. "Mr. en Mrs. Robson hebben
een heleboel paarden, joh! En mooie!"
Blij dat ze even aan het kruisverhoor was ontsnapt liep
Annika met de beide meisjes mee. Ze leunden gedrieën over het hek, en lokten de
paarden met handenvol gras en met meer of minder gelukte hinnikgeluiden.
Vanaf de veranda volgde David het drietal met zijn ogen.
Annika was even aan haar kwelgeesten ontsnapt, begreep hij. Hij nam een slok
vers ingeschonken thee, en keek toe hoe de drie dames praatten en lachten en de
paarden aaiden. Een vredig tafereeltje...
Maar eensklaps was het met hun rust gedaan: Annika en
Julia stoven weg, en Alice vloog er achteraan. Verwonderd bleef hij staan
kijken, en ontdekte algauw dat ze één of ander tikspel deden. Zijn ogen volgden
Annika. Als je niet beter wist, zou je denken dat ze ook nog een kind was, zo
ongekunsteld en natuurlijk als ze met die twee ravotte. Een vage herinnering
aan Magda kwam bij hem boven; die was het kind in haar ook nog niet helemaal
kwijt geweest. Als hij zich die Kerstviering in het ziekenhuis van afgelopen
jaar voor de geest haalde...
Misschien had hij wel zo iemand naast zich nodig. Hij
wist niet wanneer het gebeurd was, maar hij had het idee dat hij zelf het kind
in hem zo goed als kwijt was. En of hij daar zo gelukkig mee moest zijn, leek
hem twijfelachtig.
"Dr. Ratcliffe?" klonk op dat moment een lief
stemmetje achter hem.
Hij keek om. Daar stonden Anastasia en Tammy-Tamarindah.
De eerste lief lachend, de tweede wat stuurs en verlegen.
"We hadden nog wat voor u," meldde Anastasia
met verleidelijk wimpergeknipper, en reikte hem een pakje in aluminiumfolie.
"Appelflappen. Voor vanavond bij de koffie. We hebben ze vanochtend zelf
gebakken. Speciaal voor u."
Hij knikte verlegen. "Dank je. Dat zal best
smaken."
Een nieuwe tandpastaglimlach was zijn deel, maar het
opgemaakte gezichtje betrok gelijk weer. "Dr. Ratcliffe, zou u misschien
nog even naar Tam... Tamarindah kunnen kijken? Ze heeft daarnet lelijk haar
hoofd gestoten aan een uitstekende balk. Ik ben bang dat ze misschien wel een
hersenschudding heeft..."
Tammy keek donker. "´t Is niks."
"Kleine moeite om even te kijken," meende David
vriendelijk, en zette zijn thee neer. Hij nam Tammy mee naar de tafel met
instrumenten, duwde haar zachtjes op een stoel en controleerde haar ogen met
het ogenlampje. "Hoe is het precies gebeurd?"
"Nou, we waren..." begon Anastasia, maar met
een kort gebaar legde hij haar het zwijgen op: "Ik wil het graag van Tammy
horen."
"Nou, gewoon... we liepen te praten, daar, achter
het huis. En ik keek niet waar ik liep, en toen liep ik tegen die balk
aan."
David knikte. "Wat voor dag is het vandaag?"
Ze fronste verbaasd. "Woensdag. Hoezo?"
Hij knikte haar toe. "Niets. Maar het valt wel mee
met die hersenschudding. Heb je hoofdpijn?"
"Een beetje."
Hij kwam overeind en drukte een aspirine uit een strip.
"Ga maar een glas water halen bij Mrs. Robson en neem deze dan maar. Dan
zal het straks wel afzakken."
Ze knikte en kwam overeind. Anastasia ging al voor haar
uit naar binnen, maar David hield Tammy nog even terug. Geschrokken keek ze hem
aan.
"Tammy, er is helemaal niets mis mee om lekker te
willen ruiken. Maar alles waar ´te´ voor staat..."
Ze kleurde als een boei. Maar hij knikte haar begrijpend
toe. "Daar zou die hoofdpijn ook weleens vandaan kunnen komen."
Tammy had geen antwoord. Ze staarde naar de grond, keek
hem nog even onzeker aan, en maakte zich toen snel uit de voeten achter Stacey
aan.
"Wat had jij daar voor apartje met die leuke
doc?" informeerde Stacey veelbetekenend.
"Niks," snauwde Tammy haar toe. "O, ik
schaam me dood... Ik durf hem nooit meer onder ogen te komen..."
"Mrs. Carnegie!" DJ viel met zijn gewone
onbesuisdheid de winkel binnen. "Kunt u me helpen? Alstublieft?!"
Violet trok verwonderd haar wenkbrauwen op.
"Waarmee?"
"Ik ben al de hele middag papieren aan het sorteren,
en ik ben er net doorheen en ik wil ze aan elkaar gaan nieten, blijkt na drie
stapeltjes de nietmachine leeg te zijn! En er is geen vers nietje meer te
bekennen op de hele basis! Alstublieft, hebt u nog wat nietjes voor me? Anders
is al dat werk voor niets geweest!" Zijn guitige snuit stond smekend.
"Jaha," aarzelde Violet, "ik geloof dat ik
nog wel nietjes heb. Die brede bedoel je toch?"
"Yep. O, Mrs. Carnegie, u bent een engel als u me
uit de brand helpt!"
Maar Mrs. Carnegie verdween al naar achteren en kwam
terug met een paar doosjes nietjes. "Kijk eens, zijn dit degene die je
zoekt?"
"Yep! Mrs. Carnegie, u bent een engel! Wat kosten
ze?"
Hij haalde een tientje uit zijn zak, en Mrs. Carnegie
noemde de prijs.
"Wat leuk, hè, van Kate en dr. Geoff. En
Debbie," babbelde ze terwijl ze het bedrag op de kassa aansloeg.
DJ was meteen één en al aandacht. "Kate en Geoff? En
Debbie? Wat is daarmee?" vroeg hij gretig.
"Had je dat nog niet gehoord dan?" kwam Mrs.
Carnegie verbaasd.
"Dat weet ik niet." DJ grijnsde. "Pas als
u me vertelt wat u weet, kan ik u zeggen of ik dat al wist, ja of nee."
Mrs. Carnegie wierp een vorsende blik op hem, maar vertelde:
"Wel, Kate en dr. Geoff krijgen een baby komend najaar, en..."
"Wat?!" onderbrak DJ haar enthousiast.
"Tjee, dat is leuk! Een paar van die koters over de vloer op de
basis!"
Mrs. Carnegie straalde. "Ja hè? O, het is toch zo
schattig... En..."
"En wat is er met Debbie?" drong DJ aan.
Mrs. Carnegie was even uit haar verhaal gehaald.
"Debbie? O ja, Debbie! Wel, het schijnt dat Debbie vroeger verliefd is
geweest op een collega. Ene Jerry O´Neill."
"Ja, dat weet ik," onderbrak DJ haar
ongeduldig.
"En die Jerry O´Neill is momenteel hier in de
Crossing! Ik heb het zelf gehoord van Emma! Sam neemt hem vanavond mee naar de
pub, om Debbie te verrassen!"
"Nee..." klonk het ongelovig. "Is het
echt?"
"Zo vast als een huis. Wie weet zit er toch nog wel
een romance in voor die arme Debbie."
DJ grinnikte. "´t Werd tijd anders. Nou, ik ga
vanavond beslist naar de pub! Dat moet ik zien!"
Hij pakte de nietjes en liep naar buiten. Maar Mrs.
Carnegie riep hem prompt terug. "Het is de bedoeling dat het een
verrassing is, dus mondje dicht, hè? Zeker tegenover Debbie!"
"Ik zwijg als het graf," verklaarde hij
theatraal, en met die woorden rende hij terug naar de basis.
"Wat jij doet, moet jij weten. Maar ik ga nog een
keer naar hem toe," verklaarde Stacey vastbesloten.
"Stace, doe niet zo stom. Hij zal je voor gek
verklaren!" was Tammy´s reactie. Het huilen stond haar nader dan het
lachen. Deze hele middag was een ramp gebleken wat haar betreft...
Maar Stacey scheen daar anders over te denken:
"Onzin. Ik verzin wel wat. Maar nu ik hier ben, wil ik hem ook ècht
ervaren. Nou, ga je mee of niet?"
"N... Nja..." Tammy aarzelde. "Nou... goed
dan. Maar dit is absoluut de laatste keer!"
"Absoluut," beloofde Stacey monter. "Ik ga
flauwvallen in zijn armen!" En kittig liep ze weer naar de veranda.
Geschokt bleef Tammy staan. "Stace! Dat kun je niet
maken!"
"Ik wel," zei Stacey luchtig. "Wacht maar
af!"
Uit arren moede volgde Tammy haar toch maar. Wat moest
dit nu weer worden? Lichamelijk was Stacey natuurlijk zo gezond als een vis.
Aan haar geestelijke gesteldheid begon ze inmiddels ernstig te twijfelen...
Bij een grote struik, niet ver van de veranda, was Stacey
blijven staan. Ze overzag het komende strijdperk. Als het even kon, wilde ze
dr. David alleen treffen. Maar waar hing hij uit? Niet op de veranda; daar was
alleen die zuster.
O, daar was ´ie! Hij kwam net naar buiten met een
patiënt! En... ja! Hij wisselde een paar woorden met de verpleegster en die
liep weg! Kon het mooier? Hij was alleen; dit was haar kans!
Kermend greep ze haar buik vast en strompelde de laatste
paar meter naar de veranda. "Dokter! Ik ga dood!"
Met een paar stappen was David bij haar; van een
afstandje keek Tammy argwanend toe.
"Hé, wat is er? Buikpijn?" informeerde David
bezorgd.
Ze kronkelde, en hij ondersteunde haar voor ze zou
vallen.
"Kom maar even mee naar binnen."
Hij leidde haar de veranda op en het huis in. Stacey
wankelde bij elke stap, zodat hij haar stevig vast moest houden om te voorkomen
dat ze tegen de vlakte ging. Kreunend liet ze zich op het logeerbed zakken dat
als onderzoekstafel dienst deed.
"Kom maar even liggen," gebood David bezorgd.
Kermend kromp ze in elkaar, en liet het aan hem over om
haar languit te leggen. "Mijn buik, dokter! Ik verga van de pijn!"
David trok haar topje wat omhoog - Stacey grijnsde
innerlijk - en betastte haar buik. "Waar doet het zeer?"
"O... hier... auw! En hier, en hier... Overal,
dokter! Alstublieft, help me..."
"Wat voor pijn is het? Zoiets als buikpijn? Kramp?
Steken?"
"Afgrijselijk, dokter," hijgde zijn patiënte.
"Het prikt en steekt en klopt... Kramp ook. En die gemene pijnscheuten...
die trekken door mijn hele lijf!"
David fronste bedachtzaam. Dit leek hem een beetje teveel
van het goede. Hij herinnerde zich plotseling zijn diagnose toen dit meisje -
hoe heette ze ook weer, Athanasia of zo? - eerder die middag bij hem was
geweest. Samen met Tammy. En haar allesbehalve zieke gedrag de rest van de
middag. Zou dit...? Hij besloot haar even te testen.
"Die pijnscheuten... hoe trekken die door je hele
lichaam? Waarheen?"
Stacey kreunde hartstochtelijk. "Naar mijn zij en
mijn rug... Zo geniepig fel, dat... Aauw!"
Hij knikte. "Trekken ze ook naar je borst toe?"
"Ja... auw... Langs mijn ribben... Ik krijg haast
geen adem..."
"En dan via je schouders naar je nek?" vroeg hij
constaterend.
"Ja, precies," steunde Stacey.
"Heb je ook hoofdpijn? Achter in je hoofd?"
"Ja..."
"Zie je nog duidelijk? Of is alles wazig?"
"Ik... ik weet niet... Het doet zo´n pijn... Wazig,
geloof ik..."
"Doen je ogen ook zeer?"
Een zielig knikken. "Ze branden. Het licht doet pijn
aan mijn ogen..."
"Ik bedoelde dat het voelt alsof ze elk moment
kunnen knappen. Dat er teveel druk op staat."
"Auw... ja, dat ook..."
"En je oren?"
"Ja... oorpijn ook. Van binnen..."
"Je zegt dat je moeite hebt met ademhalen. Op welke
manier? Doet het pijn om adem te halen? Of is het alleen moeilijk om adem te
halen?"
"Pijn... in mijn keel en op mijn borst. En mijn hart
slaat zo raar... Het lijkt wel... auw! Het lijkt wel of... of er een vogel
rondfladdert daarbinnen."
"Kun je je tenen bewegen?"
"Mijn tenen?!" Eén moment viel Stacey van
verbazing uit haar rol, maar direct hervond ze zich weer en spande zich
steunend in om haar tenen op en neer te bewegen. "Links gaat wel,"
kermde ze. "Maar rechts..."
David knikte. "Dat dacht ik wel." Hij trok haar
overeind. "Jongedame, je bent zo gezond als wat. En ik zou het erg op
prijs stellen als je je toneelstukjes elders op zou voeren."
Ze staarde hem geschokt aan. "Maar dokter, die
verschrikkelijke duizeligheid dan? Dat moet toch iets met mijn hart zijn? Ik
sta vaak te wankelen op mijn benen, vooral als ik opgewonden raak." Met
onschuldig smekende ogen blikte ze naar hem op. Haar wimpers knipperden als
vanouds.
David slaakte een zucht. "Ga op tijd naar bed; dat
heb ik je daarstraks ook al aangeraden, meen ik. Zou je me nu alsjeblieft met
mijn werk verder willen laten gaan?"
Stacey toverde een deemoedige uitdrukking op haar
gezicht. "Ja, dokter. Het spijt me dat ik u lastig gevallen heb." Ze
kwam overeind, wankelde, zwaaide op haar benen, en liet zich toen met een
ongearticuleerde kreet in zijn armen vallen...
In een reflex ving David haar op. Geschrokken en
verbluft. "Kate!" riep hij. Het meisje hing slap in zijn armen. Hij
voelde naar de hartslag in de hals. Normaal.
Daar kwam Kate binnen rennen. "Wat is er?" Ze
slaakte een kreet toen ze Stacey zag.
"Help me even haar op bed te leggen," beval
hij.
"Wat is er gebeurd?" vroeg Kate bezorgd.
David gaf geen antwoord. Hij ging op de rand van het bed
zitten en probeerde het meisje weer bij kennis te brengen. Als ze werkelijk
flauwgevallen was dan. Eerlijk gezegd had hij daar zijn twijfels over.
Ze reageerde niet op het kletsen op haar wang. Hij greep
het ogenlampje en keek in haar pupillen. Die reageerden normaal; ze vertoonde
zelfs de neiging te knipperen tegen het licht. En zag hij daar de hint van een
glimlach om haar lippen verschijnen? Hij had lust om eens stevig tegen haar uit
te varen... Maar wacht eens...? Nog één keer voelde hij naar de hartslag. Niets
aan de hand. Dan...
"Dat ik dat niet zag.." mompelde hij
geschrokken. Hij legde zijn hand op Stacey´s voorhoofd. "Nee. Geen
spoortje koorts. En al die afgrijselijke pijnen door het hele lichaam...
Duizeligheid... Moeite met adem halen... Flauwvallen... Een hart als een
fladderende vogel... Het kan niet anders: dat moet de ziekte van Hypochondria
zijn!"
Verbijsterd staarde Kate hem aan. "De ziekte van
wàt?!"
"Hypochondria," herhaalde hij. Hij knipoogde
waarschuwend, en Kate smoorde een snork. "Het is een heel zeldzame ziekte.
Ik heb er over gelezen; er zijn maar zes gevallen bekend in de geschiedenis van
de mensheid." Hij schudde meewarig zijn hoofd. "Arm kind... En zo
jong nog. Haar wacht een lijdensweg. Niet, Kate? Zeker een jaar liggen in een
gipsbed in het Academisch Ziekenhuis in Sydney. Als het geen twee of drie jaar
wordt ten minste..."
Zijn doel was bereikt: de patiënte sloeg geschrokken haar
ogen op. "Maar ik..."
Vlug legde hij zijn hand over haar mond. "Sst!
Probeer maar niet te praten. Je zult je krachten nog hard nodig hebben de komende
jaren. Daar in je eentje in Sydney, op zo´n keihard gipsbed, en zonder bezoek
te mogen ontvangen... En natuurlijk uitsluitend sondevoeding. Eer je weer in
staat bent je kaakspieren een beetje te gebruiken zijn we zo vijf, tien jaar
verder. Als je geluk hebt wordt het een rolstoel met mondbediening tegen die
tijd. Ik moet er niet aan denken... En dan nog de bijwerkingen van de
medicijnen: je haar zal uitvallen, en je tanden... En grote dikke puisten over
je hele lichaam..."
Kate gaf hem een por. De horror stond in Stacey´s ogen;
ze vond het nu wel genoeg.
David haalde zijn hand voor Stacey´s mond weg. Het meisje
veerde overeind alsof ze door twintig wespen tegelijk gestoken werd.
"Maar... maar... ik mankeer helemaal niks! Ik deed maar alsof!"
David knikte kalm en hield haar blik vast. "Dat had
ik ook in de gaten, ja."
Verbijsterd staarde ze hem aan. "En u zei...? Heb ik
echt die ziekte van Hyp... Hypomondria?"
"Je deed aardig je best om me ervan te overtuigen
dat je inderdaad de ziekte van Hypochondria had, ja," was zijn droge
commentaar. "Maar laat ik je nu dan gerust stellen: die ziekte bestaat
helemaal niet. Ik speelde alleen maar mee met je eigen spelletje."
"Dus...?"
"Je bent zo gezond als een vis," verzekerde
David haar. Hij merkte nu dat hij waarschijnlijk toch wat te ver gegaan was.
"Kom eens even naast me zitten," nodigde hij gemoedelijk.
Ze deed wat hij vroeg.
"Hoe heet je ook weer?"
"Stacey."
"Luister eens, Stacey. Het werk van een dokter
bestaat uit het helpen van zieke mensen. En er zijn veel zieke mensen. Ook jij
zult nog weleens ziek worden of last hebben van iets of je been breken of zo.
En dan zal ik alles doen wat in mijn vermogen ligt om je weer beter te maken.
Dat is mijn werk; daar ben ik voor. Maar wat denk je wat voor gevolgen jouw
gedrag van vanmiddag heeft? Stel je eens voor dat jij volgende week
blindedarmontsteking krijgt. Met snelle doktershulp is dat geen probleem. Maar
hoe moet ik daar in Coopers Crossing aan de radio weten of het deze keer echt
is? Je hebt me zodanig voor de gek gehouden vanmiddag; denk je dat ik jouw
toekomstige klachten zonder meer serieus zal nemen? Ik vermoed dat ik dan al
gauw geneigd ben te denken: ´O, dat is Stacey maar. Dat is niks; die doet
alleen maar alsof.´ En intussen lig jij thuis te kreperen van de pijn, omdat ik
niet meer weet wat ik moet geloven en wat niet. Begrijp je?"
Ze knikte timide.
"Goed. Dan zetten we nu een streep onder deze
middag, en we beginnen met schone lei. Dat betekent dat jij niet meer allerlei
ziektes voorwendt om mijn aandacht te trekken. En het betekent ook dat ik je in
de toekomst zonder meer zal geloven als je met pijn of zo bij me komt. Is dat
afgesproken?"
Een nieuw knikje. "Maar ik ben dus echt niet
ziek?" wilde ze nog één keer weten.
"Je bent echt niet ziek. Je bent zo gezond als een
vis," verzekerde hij haar. "En die ziekte van Hypochondria bestaat
helemaal niet. Die bedacht ik ter plekke. Ik speelde gewoon even mee in jouw
toneelstukje."
Een waterig lachje was zijn deel. De mascara maakte
zwarte strepen op haar wang. "Het spijt me," zei ze zacht.
Hij knikte haar toe. "´t Is wel goed. En nou vort
naar buiten, want ik heb meer te doen!"
Schielijk schoot het meisje de kamer uit, en David rekte
zich even. "Zo, dat is ook opgelost."
Verwijtend keek Kate hem aan. "Moest dat nou zo? Je
hebt dat kind de doodsschrik op het lijf gejaagd!"
Hij keek op. "Ik ging inderdaad iets te ver, geloof
ik. Maar aan de andere kant, Kate: er bestaat een goed spreekwoord dat zegt:
wie kaatst, moet de bal verwachten. In feite kreeg ze precies waar ze om
vroeg."
Van buiten klonk een snerpende gil. Gevolgd door een
kreet van pijn.
Kate holde naar buiten, op de voet gevolgd door David. Op
het gras voor het huis zagen ze Tammy zitten, die kermend naar haar enkel
greep. De hoge wiebelhakken hadden eindelijk hun tol geëist: ze had zich
verstapt...
"Hebben jullie nog wat lekkers meegebracht?"
bedelde Sam toen ze Robson Station onder zich zagen verdwijnen.
"Massa´s," antwoordde David zonder te
overdrijven, en hij pakte één van de koelboxen. "Wat wil je hebben?"
"Ho, wacht even!" Kate op de co-pilootplaats
hield hem tegen. "Wat krijgen wij daarvoor in ruil?"
Sam trok een grimas. "Wat dacht je van een
vliegtochtje naar de Crossing?"
"Dat telt niet," vond Kate hardvochtig.
"Dat is je werk; dat moet je sowieso doen."
"Ehm..." Sam deed alsof hij diep nadacht.
"Jullie waren geen van drieën in de pub vanmiddag, hè?"
Een drievoudig bevestigend hoofdschudden.
"Mooi." Sam grijnsde. "Wat zouden jullie
dan denken van een smeuïge liefdeshistorie, waar we vanavond een happy end aan
proberen te breien?"
"Van wie?" wilde David weten. "Van Emma en
jou? Die kennen we al."
"Nee. Van Debbie," antwoordde Sam plechtig.
De verbaasde uitroepen van Kate en David waren precies
wat hij zich gehoopt had. Annika grijnsde slechts, maar die kende Debbie
natuurlijk niet zo goed.
"Debbie? Onze Debbie?" informeerde David voor
de zekerheid.
"Onze Debbie," bevestigde Sam in zijn nopjes.
"En vanmorgen beweerde ze nog dat ze immuun was voor
romantiek!" herinnerde David zich.
Sam grinnikte. "Net iets voor haar. Maar Cupido is
haar toch iets te vlug afgeweest dan. Ze weet het alleen nog niet. Want haar
grote liefde zit op dit moment niets-vermoedend aan zijn Cessna te sleutelen op
het vliegveld van de Crossing. Straks neem ik hem mee naar de pub, en dan
krijgen we vuurwerk, jongens!"
Ja, nu moest hij zich toch even iets nader verklaren.
Onder het genot van een stuk citroencake vertelde hij dus van Debbies verhaal
die middag in de pub, van de Cessna met motorpech en diens verrassende piloot,
en van het plannetje dat Emma en hij voor die avond hadden uitgebroed.
Kate giechelde. "Ik geloof dat ik ook in de bistro
wil eten vanavond. Dit wil ik voor geen goud missen!"
Sam grinnikte. "Ik ook niet!"
"En weet het hele dorp daar nu van? Ook lekker veel
privacy krijgen die twee," merkte David sceptisch op.
"Wat? Dat die Jerry hier is? Welnee," stelde
Sam hem gerust. "Alleen Emma en ik. En jullie dan nu. Maar wat je ook
doet: houd je mond tegen Debbie. En tegen Jerry als we zo aankomen. ´t Is veel
leuker als het een verrassing is..."
David liet zich ook op een stoel vallen en grijnsde naar
Annika tegenover hem. "Nou ja... misschien laten ze ons dan met
rust."
"En Kate," knikte Annika.
Maar dat kwam haar op een verwonderde blik te staan.
"Kate? Wat is er met Kate dan?"
Ze grinnikte. "Je wilt toch niet beweren dat ik de
dorpsnieuwtjes eerder hoor dan jij?! Kate is zwanger. Dat hoorde ik vanmorgen
van Mrs. Buckley."
Daar keek David van op: "Nee, dat wist ik niet. Leuk
voor ze."
Hij leunde achterover. Ze zwegen even. En hij
filosofeerde: "De tijd gaat snel. Je bent al oud nieuws voor je überhaupt
doorhebt dat je vers nieuws bent..."
Opgewonden viel Emma de basis binnen. "Chris?! Is
Chris hier nog?"
Chris kwam net de spreekkamer uit. Ze grinnikte.
"Waar is de brand?"
"Chris, kun jij Debbie vanavond meenemen naar de
bistro?"
Verbaasd trok Chris haar wenkbrauwen op. "Debbie?
Hoezo?"
"Had je het nog niet gehoord dan?" grijnsde DJ.
En op Chris´ hoofdschudden vertelde hij van het opduiken van Debbies Jerry en
van het plan om hen samen te brengen.
"In het romantische hoekje in de serre van de
bistro; Nancy zit ook in het complot," vulde Emma aan. "Sam neemt
Jerry straks mee van het vliegveld, dus als jij Debbie meeneemt...?"
De pretlichtjes twinkelden in Chris´ ogen. "Dat zal
een verrassing zijn! Ik zal alleen even iets moeten bedenken om haar mee te
krijgen; Debbie is doorgaans niet zo happig op de pub."
Dat bleek.
"Nee, dank je, Chris. Ik blijf liever relaxed thuis.
Lekker rustig."
Het was dus maar goed dat Chris iets dergelijks voorzien
had, zodat ze een heel scala aan overtuigende argumenten en smoezen had kunnen
uitdokteren.
"Hè, kom op, Deb. Gewoon voor de gezelligheid. ´t Is
eeuwen geleden dat je eens mee uit geweest bent."
Debbie grijnsde breed. "Ja ja... All work and no play, hè? Maar ik heb
dienst vanavond, dus..."
"Ik ook," pareerde Chris handig. "En je
kunt je pieper toch meenemen? Bovendien ben je vanuit de bistro vlugger op de
basis of op het vliegveld dan hier vandaan, dus die vlieger gaat niet op."
"Dat scheelt wel drie minuten, ja," knikte Debbie
droog.
"Hè toe, Debbie. Ik trakteer," beloofde ze gul.
Debbie schoot in de lach. "Is er wat te vieren dan?
Je bent toch niet jarig, dacht ik?"
Dit keer was het Chris´ beurt om te grijnzen. "Niet
dat ik weet. Al kunnen we altijd nog onze onverjaardag vieren natuurlijk. Maar
het heeft wel te maken met het feit dat we allemaal een dagje ouder worden. Ik
ontdekte vanmorgen namelijk dat het vandaag precies twaalf en half jaar geleden
is dat ik afstudeerde als arts," fantaseerde ze met een uitgestreken
gezicht. In werkelijkheid was het ruim dertien en half, maar een kniesoor die
daarop lette. En Debbie zou wel niet de moeite nemen haar diploma te
controleren. "Dat vind ik wel iets om even bij stil te staan. Dus: kom je
ook? Als mijn huisgenootje wil ik jou speciaal uitnodigen. Maar ze komen
vermoedelijk allemaal."
"Wie? De basis?"
Chris knikte. "Sam en Emma, Geoff en Kate, DJ,
David, Annie met Nick... Dus: ben je van de partij?"
Debbie zuchtte en hees zich overeind. "Vooruit."
Zodat Chris een innerlijke zucht van verlichting slaakte. So far so good!
"Kan ik zo mee?" Debbie monsterde zichzelf
kritisch. "Een beetje èrg casual, hè? Als je vijf minuten hebt, maak ik me
iets presentabeler."
"Doe maar rustig aan, hoor," zei Chris kalm.
Dat viel alvast mee; dan zou ze er in ieder geval ´presentabel´ uitzien als ze
haar vroegere liefde onder ogen kwam...
Debbie kwam inderdaad een paar minuten later weer binnen
in een witte blouse en een met bloemen geborduurde spijkerbroek; haar lichte
make-up bijgewerkt, en haar haardos met een paar klemmetjes vastgezet, zodat de
grove krullen net mooi uitkwamen.
"Zo. Zullen we dan maar?"
In de pub heerste inmiddels een verwachtingsvolle
stemming. Iedereen die van de op handen zijnde romance wist, was present, en de
aanwezigen die het nog niet wisten werden grinnikend op de hoogte gebracht.
Sommigen gingen zelfs zover dat ze weddenschappen afsloten of Debbie en haar
minnaar elkaar om de hals zouden vliegen of niet. En of het tot kussen zou
komen. Niemand had Debbie ooit in een soortgelijke situatie meegemaakt, en haar
mogelijke reacties waren legio.
Nancy had puike zaken gedaan wat betreft de boekingen
voor de bistro die avond. Maar vooralsnog bleven al haar gasten in de pub
hangen, om maar geen seconde te missen van de hereniging van Debbie met haar
voormalige minnaar. Noch van die minnaar, noch van Debbie zelf was er echter
iets te bekennen voorlopig.
"Een bier graag, Nancy," bestelde Kate
inmiddels.
Nancy fronste vol wanbegrip. "Een bier? Voor
jou?!"
Kate lachte. "Ja, waarom niet?"
Nancy schudde haar hoofd, en wisselde een misprijzende
blik met Violet, die zich in een hoekje ook op een barkruk gehesen had; ook zij
wilde dit romantische buitenkansje niet mislopen! Maar... was bier in Kates
toestand wel verstandig?
Maar vooruit, Kate zat zelf in die medische wereld, dus
ze zou wel weten wat ze deed. Al begrepen zij er nu niets meer van...
Kate kreeg haar bier, en voegde zich bij het groepje van
Jack, Emma en Roger Beaumont. Emma omhelsde haar half en vroeg warm: "Gaat
het een beetje?"
"Jawel," mompelde Kate, en ze keek haar eens
onderzoekend aan. Wat had die ineens? En Jack proostte haar toe. Waarom...?
"Zo, ik hoorde van Lizette dat de basis met een jaar
of wat de school van een nieuwe impuls gaat voorzien!" zei Roger.
Kate schudde niet-begrijpend haar hoofd.
"Nou, met die geboortegolf die eraan zit te
komen," veronduidelijkte hij.
Kate begreep er steeds minder van. "Geboortegolf? Ik
weet van geen geboortegolf."
"Nou ja, klein beginnen, hè?" Emma knipoogde.
"Eerst één, dan nog één, dan weer één... Zo komen we wel aan een
golfje."
Kate staarde van de één naar de ander. Waren ze nu
allemaal gek geworden, of hoe zat dat? "Ik geloof niet dat ik jullie
helemaal kan volgen..." aarzelde ze.
Jack en Emma en Roger lachten. "Geeft niet, hoor.
Dat hoort erbij. We begrijpen het wel."
Maar Kate begreep er hoe langer hoe minder van...
"Hé Geoff!" Een paar meter verder sloeg David
zijn collega op de schouder. "Gefeliciteerd, joh!"
Geoff draaide zich naar hem om. "Gefeliciteerd? Waarmee?"
"Met de komende gezinsuitbreiding natuurlijk."
David had geen Ahnung. Maar toen het vraagteken op Geoffs gezicht zich
nadrukkelijk verdriedubbelde, en hij stomverwonderd herhaalde:
"Gezinsuitbreiding?!" begon bij David toch het begrip te dagen dat
hij zojuist weer eens zijn mond voorbij gepraat had. Wist Geoff nog van niets?
Had Kate het hem misschien nog niet verteld? Hij voelde een blos naar zijn
wangen stijgen. Was me dat even een blunder... "O, eh... niets. Ik maakte
maar een grapje."
Maar zo gemakkelijk liet Geoff zich niet afschepen:
"Een grapje? Je leek me anders behoorlijk serieus! Bedoel je dat...?"
Zijn ogen zochten plotseling Kate.
Opgelaten nam David een slok van zijn bier. "Eh...
sorry Geoff... Ik nam aan dat je het al wist. Ik met mijn grote mond altijd...
Het spijt me; Kate had het je vast op passender wijze kunnen vertellen."
Geoff wist nog niet hoe hij het had. "Je bedoelt...
Kate?!" Een warm geluk lichtte plotseling zijn gezicht op. Hij zette zijn
glas neer, en baande zich een weg naar zijn vrouw, die aan de bar met DJ en Vic
stond te praten.
"Kom eens hier jij," onderbrak hij hun gesprek,
en trok Kate met een stralend gezicht mee naar een rustig hoekje.
"Wat is er?" protesteerde Kate halfslachtig.
"Ben jij ook al gek geworden?"
Als antwoord trok hij haar in zijn armen en kuste haar.
Achter hen liet DJ een geloei horen.
Maar Geoffs aandacht was gemonopoliseerd door zijn vrouw.
"Katie," zei hij zacht, "is het waar?"
"Is wàt waar?" Kate begon genoeg te krijgen van
alle onduidelijkheden.
Ze kreeg nog een verliefde kus. "Dat ik... dat
jij... Dat we vader en moeder gaan worden?"
Kate staarde hem met open mond aan. "Wàt?! Hoe kom
je daarbij?"
Geoff was even uit het veld geslagen door haar felle
reactie. "Wel... eh... David zei iets in die richting... en ik..."
"David?! Hoe moet David dat nou weten?!" Ze
zweeg ineens. De rare opmerkingen en vragen van Emma en Roger en Jack, en van Nancy
en DJ kwamen bij haar boven. Het zou toch niet zo zijn dat die óók dachten
dat...?
Ze trok een wat sullige Geoff mee terug naar de bar.
"David, hoe kom je erbij dat ik zwanger zou zijn?!"
David keek bepaald schuldig. "Sorry Kate, het spijt
me echt. Ik heb het ook maar van horen zeggen."
"Van mij," gaf Annika achter hem ruiterlijk
toe.
"En hoe kom jij dan aan dat nieuws?" beet Kate
haar toe.
"Ik hoorde het van Mrs. Buckley," was het
opgelaten antwoord.
Kate draaide zich al om om Nancy aan de tand te voelen,
toen Emma plotseling zei: "En ik heb het van Violet."
"Ja, ik ook," vielen een stel anderen haar bij.
"Lizette had
het ook van Violet gehoord," vertelde Roger.
"Wel alle...!" Kate beende naar het hoekje waar
Violet en Nancy met stomme verbazing de scène in zich op zaten te nemen.
"Wat is dit voor iets? Hoe komen jullie er in vredesnaam bij dat ik
zwanger zou zijn?!"
Nancy en Violet keken elkaar schuldbewust aan. "Is
dat dan niet zo?" polste Violet voorzichtig.
"Néé!" riep Kate half wanhopig. "Dus hoe
komen jullie daarbij? Wat is dat voor onzin?"
Violet draaide op haar kruk als een verlegen schoolmeisje
onder de boze blik van de juffrouw. "Nou ja, zie je... je kocht vanmorgen
dat boekje, en toen..."
"Welk boekje?" onderbrak Kate haar ongeduldig.
"´Hoe moet ons
kindje heten?´" antwoordde Violet ongelukkig.
Het begon Kate te dagen. "En toen dachten jullie
dat...?"
Twee schuldbewuste knikken.
Kate slaakte een zucht; ze had het nu echt helemaal
gehad... Ze boog zich naar hen over en zei zacht maar duidelijk: "Nancy,
Violet... dat boekje kocht ik op verzoek van een patiënte. Om precies te zijn:
voor die vrouw die gisteren in het vliegtuig haar baby kreeg."
Twee seconden heerste er een verpletterende stilte. Toen
knalde DJ los in een schaterbui, en algauw lag iedereen slap van het lachen
over de bar.
"O, en dat iedereen dat maar blindelings aannam!"
huilde Emma. "Het is gewoon te zot voor woorden!"
"Waar zoiets onschuldigs als het kopen van een
boekje al niet toe leiden kan," hikte Jack, en hij veegde de lachtranen
uit zijn ogen. Hij sloeg Roger op de rug. "Wel mate, ik geloof dat je toch
nog wat geduld moet hebben eer je enige dokterskinderen op school kunt
inschrijven."
Roger grinnikte. "Nou ja... hoop doet leven,
hè?" Maar ineens zag hij Olivia om de hoek van de bistro kijken.
"Misschien die nog... als ze hier blijft," mompelde hij.
Maar Olivia keurde hem geen blik waardig en holde
regelrecht naar David. Hij ving haar op in zijn armen. "Hoi! Hoe was het
vandaag? Wat ben jij mooi met je staarten! Heeft Mrs. Buckley die
gemaakt?"
Het meisje knikte. "En ik heb een heel boek gelezen
vandaag!"
"Goed zo!" Hij knikte haar goedkeurend toe.
"Was het een mooi verhaal?"
Ze knikte. "Gaan we zo naar huis?"
"Nou, ik wilde eigenlijk hier eten," begon hij.
Maar op dat moment ging de buitendeur open, en daar was
Sam. Met de langverwachte Jerry O´Neill in zijn kielzog.
Men dromde om hem heen. Hij moest handen schudden, werd
op de rug geklopt, en intussen fluisterde Sam tegen Emma: "Is ze er
al?"
"Nog niet. Chris zou proberen haar mee te
krijgen."
Gerry werd meegetroond naar de bar, waar Nancy haar
handen in elkaar sloeg en uitriep: "Jerry O´Neill! We zijn zó blij om je
in ons midden te hebben! Wat mag ik voor je inschenken? On the house
natuurlijk!"
"Wel, eh..." Gerry keek eens om zich heen.
Niets dan vrolijke, lachende gezichten om hem heen, naar hem toegewend met een
interesse alsof hij minstens een filmster van koninklijke bloede was. Waar had
hij zo´n onthaal aan te danken? "Eh... Dank u wel. Doet u maar een jus
d´orange dan."
Nancy schonk het voor hem in, en Violet informeerde
nieuwsgierig hoe het leven in Darwin hem beviel.
Hij trok verbaasd zijn wenkbrauwen op, zodat zijn bruine
ogen wel driehoekig leken. "Darwin?! Daar heb ik jaren geleden eens een
paar maanden als vervanger gewerkt. Maar normaal werk ik bij de RFDS in Alice
Springs." Hij fronste. "Het spijt me, maar... Hoe weet u dat? Moet ik
u soms ergens van kennen?"
Violet glimlachte hem mierzoet toe. "Nee, ik denk
het niet. Maar wij kennen u natuurlijk wel!"
Nancy zette het glas sap voor hem neer, en vertrouwde hem
toe: "Het was nogal een verrassing toen we hoorden dat je hier was. Je
bent nooit eerder in Coopers Crossing geweest, geloof ik. Of wel?"
Gerry schudde zijn hoofd. "Ik had motorpech
vanmiddag. En dit was het dichtstbijzijnde vliegveld. Dus vandaar.
Maar..." Hij keek de beide dames onderzoekend aan. "Voor wie word ik
hier eigenlijk gehouden?"
Nancy en Violet wisselden een veelbetekende blik. "Jerry
O´Neill toch!" verklaarde Nancy opgewekt.
En toen gaf hij het maar op...
"´t Is wel een stuk," vond Annie inmiddels. Ze
keek bewonderend naar zijn gespierde lichaam en de soepelheid van zijn
bewegingen.
"Joh, die vent zou je vader kunnen zijn,"
mopperde Nick.
Maar Annie grinnikte. "Je bent gewoon jaloers, Nick!
Je mocht willen dat jij er zo goed uitzag over vijftien jaar! Ik vraag me af of
hij niet inmiddels getrouwd is of zo. Hij lijkt me net een type voor een vader
van vier kinderen. In dat geval heeft Debbie niet veel aan hem
natuurlijk."
En even verderop fluisterde Nancy onder de indruk tegen
Violet: "Hij is wel charmant, hè? Echt iets voor onze Debbie... Als ik
dertig jaar jonger was, zou ik me zo op hem verlieven..."
En Violet knikte enthousiast. "Zo´n mooie jongen
kunnen we hier wel gebruiken. En als hij bij de RFDS werkt... misschien kunnen
we het hoofdkantoor er wel van overtuigen dat hij hier moet komen werken! O,
het zal zo´n mooi paar zijn..."
Maar DJ mompelde tegen Emma: "Zeg Em, word ik nu zo
vergeetachtig, of...? Ik meen me toch echt te herinneren dat Debbie zei dat
Jerry O´Neill blond was... Dik, lichtblond haar..."
Emma keek nog eens bedachtzaam naar de lange gestalte in
het middelpunt van de belangstelling en knikte langzaam. "Ja.
Inderdaad," herinnerde ze zich. Maar toen haalde ze haar schouders op.
"Misschien had hij zijn haar geverfd indertijd."
De deur zwaaide weer open. Alle hoofden draaiden die kant
op. En inderdaad: daar waren Chris en Debbie.
Sam sprong op hen af, en leidde Debbie door de
terugwijkende menigte tot bij Gerry.
"Wat doe je?" informeerde Debbie verwonderd.
Als antwoord zei Sam plechtig: "Debbie, je herinnert
je Jerry O´Neill nog wel?"
Niet-begrijpend keek ze hem aan. "Jerry
O´Neill??"
Sam grinnikte onwillekeurig. "Jerry O´Neill, ja!
Weet je nog? Wel, en kijk eens wie er deze middag in de Crossing opdook?"
Hij gebaarde naar Gerry alsof hij het achtste wereldwonder presenteerde, en als
vanzelf volgden Debbies ogen zijn beweging. Ze bleven rusten op een onbekende.
Een lange, vrij gespierde, zeker niet onaantrekkelijke man van achter in de
dertig, met donkerbruin haar en bruine ogen, die bepaald puzzled keek.
Een afschuwelijke gedachte begon in haar brein te rijpen.
"Jerry O´Neill?" vroeg ze de man voor haar dus voorzichtig.
Hij knikte verward. "Ja." Hij stak haar de hand
toe om zich een houding te geven in deze rare situatie. Wie was dit? Waarom
stond iedereen hen zo aan te gapen? Waarom deed die Sam zo triomfantelijk?
Uit macht der gewoonte schudde Debbie hem de hand. Maar
ze voelde hoe haar wangen plotseling brandden. Dit kon toch niet waar zijn?!
Was het soms een grap? Sinds wanneer materialiseerden zelfbedachte personen
zich? Maar wat als hij ècht Jerry O´Neill was... heette... O hemel, ze kon wel
door de grond gaan!
Nancy kwam stralend achter de bar vandaan. "Jullie
zijn er helemaal ondersteboven van, hè? ´t Is ook wat, na zoveel jaar... Kom
maar mee; ik heb een mooi tafeltje voor jullie gereserveerd in de bistro. Dan
kunnen jullie even rustig bijpraten."
Ze leidde het sprakeloze paar naar de serre, op de voet
gevolgd door de overige klanten die die avond
in de bistro gereserveerd hadden. Plotseling was het lokaal vol, en werd er
druk gepraat en met stoelen geschoven. En menig steelse blik werd in de
richting van de serre geworpen...
Daar zaten Debbie en Gerry. En ze wisten geen van beiden
waar ze kijken moesten onder al die nieuwsgierige blikken. Maar tenslotte
waagde Gerry het er toch maar op: "Wàt is hier aan de hand?" vroeg
hij gedempt. En toen Debbie opkeek, voegde hij eraan toe: "Ben ik in
Candid Camera beland? Of in een soort All You Need is Love?"
Debbie vouwde nerveus haar handen in haar schoot.
"Sorry. Dit is mijn schuld."
Hij bleef haar aankijken. Haar schuld? "Zou je me
dat alsjeblieft kunnen uitleggen? Ik geloof namelijk niet dat ik er veel van
snap."
Debbie haalde eens diep adem. Maar ineens vroeg ze
dringend: "Heet jij werkelijk Jerry O´Neill?"
"Gerry," verbeterde hij haar, "met een G.
Maar verder: ja. En jij bent... Debbie, meende ik te begrijpen?"
"Debbie O´Brien," stelde ze zich voor. "En
het spijt me echt dat ik je in deze idiote situatie gebracht heb..."
Hij knikte. "Als je dan eens begint met dat te
verklaren? Ik word in een wildvreemde plaats binnengehaald als de verloren
zoon, en prompt gekoppeld aan een mij onbekende vrouw alsof ze een oude bekende
van me zou zijn... Voor wie zien jullie me in hemelsnaam aan?!"
Maar hij kreeg van haar hetzelfde raadselachtige antwoord
als eerder van de dame achter de bar: "Voor Jerry O´Neill."
En zo vertelde ze. Van het continue geplaag over haar
eeuwige vrijgezellenstatus. Van DJ die had zitten plagen dat ze nog eens
verliefd zou worden op een vliegtuig en daarmee haar leven zou willen delen.
Hoe ze in een opwelling - om die nonsens de kop in te drukken - een vroegere
minnaar verzonnen had. En hoe die minnaar door hun vragen was opgesmukt en
zelfs een naam had gekregen.
"Jerry O´Neill," begreep Gerry geamuseerd.
"En toen verscheen ik hier vanmiddag, en toen dachten ze
natuurlijk..." Hij lachte zachtjes. "´t Is wel toevallig, hè? Of ken
je toch een echte Jerry O´Neill?"
Debbie schudde haar hoofd. "Niet dat ik weet. Niet
vóór vanavond in elk geval. Jerry vond ik gewoon een leuke naam. En de naam
O´Neill had ik uit de sportkrant aan het tafeltje naast ons. Puur toeval dus.
Maar ik had nooit gedacht nog eens met een echte Jerry - of Gerry - O´Neill
geconfronteerd te worden..."
Ze lachten alle twee. Opgelucht. En vrolijk.
"Nou, ik weet precies wat je bedoelt,"
vertrouwde Gerry haar toe. "Ik ben ook nog altijd vrijgezel. En sinds de
dag dat er een Learjet 35 in Alice Springs landde, en ik me liet ontvallen dat
dàt nog eens sexappeal was, vragen mijn collega´s me ook regelmatig wanneer ik
nu eens met mijn geliefde vliegtuig ga trouwen."
Debbie grinnikte. "Nou ja, een Learjet is ook niet
zomaar een vliegtuig. Die lijnen alleen al..." Maar ineens kwam er een
idee bij haar op. "Ben jij ook piloot dan?"
Hij knikte. "Bij de RFDS in Alice Springs. Al
jaren." Hij stokte even. "Je wilt me toch niet vertellen dat jij
óók...?"
Ze grinnikte. "Ja zeker wel. Bij de RFDS in Coopers
Crossing. Inmiddels ook al een aantal jaar."
Gerry schudde zijn hoofd. "Hoe is het
mogelijk..." Hij zweeg en bleef haar peinzend aankijken. Een ondeugend
scheef lachje trok langzaam over zijn gezicht.
"Wat is er?" vroeg Debbie nieuwsgierig. Ze
mocht hem eigenlijk wel, deze levensechte Gerry O´Neill.
En hij boog zich naar haar toe, en fluisterde samenzweerderig:
"Als we het spelletje eens meespeelden?" stelde hij voor. "Als
we ze eens in de waan laten dat ik ben wie jij gezegd hebt?"
Debbie lachte zacht. "Je wilt ze een koekje van
eigen deeg geven?"
"Zoiets ja. Dan kun jij dat verhaal over je vroegere
minnaar gewoon aanhouden, en als je het goedvindt, zou ik jou als alibi kunnen
noemen tegen mijn plaagzuchtige collega´s. Een wederzijdse vriendendienst, zeg
maar. Deal?"
Debbie grijnsde genoeglijk. "En wat houdt dat in de
praktijk in?"
"Niets bijzonders. Gezellig samen eten, praten,
misschien straks nog even de benen strekken... Verder niets. Gewoon om de
plaaglustigen de wind uit de zeilen te nemen. Morgenochtend ga ik immers toch
weer weg, en we zullen elkaar waarschijnlijk toch nooit meer zien. Dus het verplicht
verder nergens toe."
Debbie overdacht het voorstel een moment, en knikte toen.
Vastbesloten. "Deal."
En de rest van de avond genoten ze van een prima
maaltijd, en van een gezellige en interessante conversatie - die natuurlijk
vooral over vliegen en vliegtuigen ging. En iedere keer als ze één van de vele
nieuwsgierige steelse blikken opvingen die hen van de andere tafeltjes werden
toegeworpen, grijnsden ze samenzweerderig naar elkaar. Voor de buitenwacht
waren ze een stel. Of toch in elk geval een ex-stel!
En wat er terecht kwam van al die plannen ter gelegenheid
van de maansverduistering?
Onder een eenzame boom op hun terrein lagen Sam en Emma in
afwachting van de grote gebeurtenis naar de sterren te kijken en de voorbije
dag te bespreken. Sam had woord gehouden: een grote thermos met hete koffie
stond naast hen.
"Ik vind het toch leuk voor Debbie," merkte
Emma op.
"En voor Jerry," vond Sam. "Ze waren
behoorlijk ondersteboven toen ze elkaar zagen, hè? Wie weet wordt het nog wel
wat met die twee. Ik gun het ze."
Emma schurkte zich behaaglijk in zijn schouder. "Ik
hoop het. Het vrijgezellenbestaan heeft absoluut voordelen, dat kan ik niet
ontkennen. Maar je mist toch ook een hoop..."
"Zoals dit." Hij trok haar tegen zich aan en
kuste haar.
"Mm..." Emma richtte zich wat op om hem te
kunnen antwoorden. Hij trok haar bij zich en overlaadde haar met gepassioneerde
kussen.
"Moet je nagaan..." verzuchtte Emma
uiteindelijk. "Zoiets heeft Debbie in geen jaren beleefd. Misschien zelfs
wel helemaal nooit... Ik moet er niet aan denken dat ik jou niet had!"
"Je bent wel tevreden met me, geloof ik, hè?"
Sam lachte en streek met zijn vingers langs haar kaak.
En het eindigde ermee dat ze vurig de liefde bedreven
onder de nachthemel, en van de hele maansverduistering niets zagen...
Voor het raam van hun slaapkamer boven de bistro stond
Nancy. Ze was hoog genoeg om de maan vol in beeld te hebben direct als hij
boven de horizon kwam. Een klein oranje stukje was al zichtbaar, en het groeide
snel.
"Vic! Vic, kom toch kijken!" Ze keek naar hem
zoals hij daar lag in het grote bed. Een heuvel onder de dekens, waaruit zachte
snurkgeluidjes als antwoord kwamen. Ze zuchtte tussen ergernis en vertedering.
Die Vic toch... Háár Victor. Natuurlijk waren er ergernisjes over en weer, en
soms kon ze hem wel achter het behang plakken! Ze giechelde meisjesachtig. Dat
zou me een rare bobbel geven...! Maar over het algemeen genomen had ze het best
getroffen, vond ze. Vic was trouw en eerlijk en goedhartig... het soort man dat
je ieder meisje zou toewensen. Die Jerry zag er ook wel naar uit dat hij
dergelijke eigenschappen in zich had. O, als het toch eens wat zou worden
tussen Debbie en hem...!
DJ´s gedachten waren van minder romantische aard. Hij had
die avond vernomen van Mrs. Carnegies stellig ontkende verontruste verwachtingen
ten aanzien van mogelijke bijwerkingen van de maansverduistering, en hij was
vast van plan haar waar voor haar geld te geven. Dus hij had een oud laken
opgezocht, er twee oogsgaten in geknipt, en daarmee gewapend sloop hij nu langs
de huizen.
Achter hem klonk - opvallend luid en doordringend in de
nachtelijke straat - het geklikklak van paardehoeven. Hij keek om. Beter even
verstoppen; zijn geintje zou waarschijnlijk beter werken zonder publiek. Hij
hurkte neer tegen de gevel en wachtte tot de beide ruiters zouden passeren.
Maar dat deden ze niet. "Hé DJ!" riep Annie
gedempt. Ze hield haar paard in. "Wat voer jij in je schild?"
Met een verongelijkte zucht kwam DJ overeind.
"Niets. En schreeuw niet zo, wil je?"
"Wat heb je daar?" Nick wees naar het witte
bundeltje.
"Niks," klonk het nors. "Dus doe me een
lol en rij door."
Nick schudde zijn hoofd. "Ik ken jou: je bent iets
van plan, makker! Vertel eens!"
"Vooruit, DJ," drong Annie aan. "Is het
een grap? Gedeelde vreugd is dubbele vreugd, dat weet je."
"Nou, vooruit dan." Met nog een laatste restje
tegenzin kwam DJ naar hen toe en vertelde van zijn plannetje naar aanleiding
van Mrs. Carnegies uitlatingen. Nick grijnsde; Annie proestte. "Dat moet
ik zien!"
"Ja, ga een beetje pal voor het raam staan
kijken," mopperde DJ.
"We zullen braaf uit zicht blijven," beloofde
Annie, "maar dit wil ik dolgraag zien!"
Zo gezegd, zo gedaan, en bij het huis van Mrs. Carnegie
gekomen trok DJ het laken over zijn hoofd. Voorzichtig sloop hij verder. Was ze
naar bed gegaan? Vast niet. Op een avond als deze... Nee, inderdaad: er brandde
nog licht in de keuken.
"Hoeoeoeoeoeoe..." begon hij zachtjes te
jammeren. "Hoeoeoeoeoe.... hoehoehoe....!" Hij opende de klep van de
brievenbus en galmde zijn spookkreet de gang in:
"Hoeoeoeoeoeiiii...."
Er viel iets in de keuken. Opnieuw gaf hij zijn geloei
ten beste, dit keer gevolgd door een ijselijke kreet. Annie proestte met haar
hand over haar mond. Mrs. Carnegie was voor het raam verschenen in een lang
nachtgewaad en een hardroze duster. Ze priemde in het duister, haar ogen groot
van schrik.
"Tsjakkaaaaaaaaaa!" brulde het spook en dook in
een flits voor het raam langs.
Vaag hoorden ze een gil van Mrs. Carnegie. En een deur
die dichtgeslagen werd. Het verschuiven van iets zwaars.
Voorzichtig tikte DJ op het raam.
"Aargh! Weg, spook!" hoorden ze Mrs. Carnegie
gedempt jammeren.
"Hiiiiiiiiiii!" haalde DJ nog eenmaal hoog uit,
en daarna trok hij het laken over zijn hoofd en maakte dat hij weg kwam.
Nog nalachend gaven ook Nick en Annie hun paarden de
sporen, en het geluid van de snelle klikklakkende hoeven op het asfalt
vermengde zich met nog een laatste angstkreet uit het huis van Mrs. Carnegie...
In het ziekenhuis wist men niets van dat alles. Daar
stond Kate dromerig voor het raam te kijken naar het opkomen van de maan, toen
ze eensklaps Geoffs armen om zich heen voelde. Hij kuste haar in de nek.
"Zou je niet eens naar huis gaan?" informeerde
ze. "Wat doe je hier eigenlijk? Alles is rustig, en je hebt niet eens
dienst!"
"Hm..." Hij wond een streng donkerblond haar om
zijn vinger. "Ik zat te denken, weet je. Over vanavond. Die minuut dat ik
in de waan leefde dat ik vader zou worden..."
Kate slaakte een zucht en draaide zich naar hem om.
"Ik kan daar zo moe van worden, hè? Alleen omdat we inmiddels een paar
jaar getrouwd zijn, verwacht iedereen dat we nu elk ogenblik een kind kunnen
krijgen. Alsof er niks anders is in de wereld...!"
Geoff glimlachte traag. "Je wilde toch graag
kinderen? Vierenhalf zijn we overeengekomen, als ik het me goed herinner."
Ze staarde hem niet-begrijpend aan. "Geoff,
wat...?"
Hij kuste haar loom. "Niets. Maar die ene minuut
deed me realiseren dat ik toch ook wel heel graag kinderen wil. Ooit,"
voegde hij eraan toe toen hij haar blik zag.
Ze gaf hem een duwtje. "Begin jij nu ook al? Ik heb
mijn handen al vol om me de Nancy´s en Violets van deze wereld van het lijf te
houden!"
"Maar sinds die afspraak voor vierenhalf stuks
hebben we het er nooit meer over gehad, geloof ik. We kunnen er toch wel over
praten?" Hij lachte zacht. "Alleen hoop ik, dat als de tijd daar is,
dat ik het nieuws dan van jou persoonlijk mag vernemen. In plaats van via de
dorpstamtam."
Kate lachte met hem mee. "We vertellen het ze gewoon
helemaal niet. Een zwangerschap in alle stilte. Dat krijg je als je je neus in
andermans zaken steekt!"
Geoff knikte ondeugend. "We presenteren ze gewoon op
een goeie dag onze zoon of dochter. Zullen die even op hun neus kijken!"
Onder een schilderachtige boom een eindje buiten het dorp
zaten twee figuurtjes. Stil. En zwijgend. Annika leunde tegen David aan, en hij
had zijn armen stijf om haar heen geslagen. Af en toe neuzelde hij wat in haar
haren, of kuste haar in de nek. Een diepe vrede omringde hen. Ze hadden elkaar,
en meer hadden ze niet nodig.
In het eerste licht van de maan zagen ze een paar
vleermuizen ronddartelen. In het gras zongen de krekels. Een nauwelijks
voelbaar briesje deed de blaadjes aan de boom boven hen ritselen.
"David," klonk het zacht, "ik wil helemaal
niet weg..."
Op de weg naar het vliegveld liepen ook twee figuurtjes.
Gewoon, samen pratend. Naast elkaar. Als vrienden. Zo af en toe viel er een
zwijgen, maar dat stoorde hen geen van beiden.
Het was Debbie die - onbewust - deze weg ingeslagen was.
Ze voelde zich nu eenmaal nergens prettiger dan op een vliegveld. En dat gold
vermoedelijk net zo goed voor Gerry.
De maan begon net boven de horizon uit te komen toen ze
het luchthaventerrein op liepen. De herkenningsbakens brandden; verder lag
alles in het duister. Ze slenterden naar de openheid van de landingsbaan. Daar
begon en eindigde vrijwel alles in Coopers Crossing, en je had er een wijde
blik. Ze keken zwijgend naar de maan. Een reusachtige, roestbruingele maan. Was
daar nu al een stukje uit, of...?
Het missende stukje werd groter en groter. Alsof iemand
er telkens dieper inhapte. Het was inderdaad een spectaculair gezicht: die
reuzemaan opgegeten te zien worden.
Hij wist niet goed waarom, maar Gerry legde zijn arm om
haar middel. Gewoon, heel natuurlijk. Om haar te beschermen voor onbekende
gevaren? Ze zou haar mannetje anders best staan... Maar weigeren deed ze het
niet.
Driekwart van de maan was al weg. En het resterende
schijfje werd smaller en smaller. Nog even en de maan zou volkomen onzichtbaar
zijn. Gerry voelde zich vreemd. Hij wist heus wel dat de maan kracht op de
aarde uitoefent. Eb en vloed en zo. Had diezelfde maan ook invloed op hem? Met
zijn gewone rationaliteit beredeneerd niet natuurlijk. Maar waar kwam die
allesoverheersende aandrang om...?
Hij dacht niet meer. Hij deed. Hij nam deze prachtige
vrouw in zijn armen en kuste haar.
En Debbie? Wellicht had de maan ook invloed op haar
anders zo nuchtere geest, want ze was als was in zijn handen. Ze liet zich
kussen, en streek haar vingers door zijn dikke donkere haardos. Haar hoofd was
leeg. Daar was alleen plek voor een soort genieten dat in al zijn onbekende
nieuwigheid haar een prettig gevoel van dronkenschap gaf.
Ze probeerde het te rekken. Ook toen hij pogingen deed
terug te trekken. Maar uiteindelijk liet ze toch toe dat hun lippen zich
scheidden.
Hij keek haar aan. Zulke prachtige, diepbruine, warme
ogen hij had...
Zij keek hem aan. Zulke prachtige, heldere, openhartige
ogen ze had...
"Wat was dat?" vroeg Debbie tenslotte bijna
fluisterend.
"Ik weet niet," kwam het antwoord even zacht.
Ze bleven elkaar zwijgend aankijken.
"Het was... logisch. Of zo," probeerde Gerry
het uiteindelijk te verklaren terwijl zijn ogen de hare nog altijd niet
loslieten.
"Ja..." Nauwelijks meer dan een zucht. Want het
wàs logisch. En het was ook logisch dat hun gezichten heel langzaam en heel
zeker weer dichter bij elkaar kwamen. Debbie was de eerste die haar ogen sloot,
maar het volgende ogenblik kuste ze de man die haar in zijn armen hield. En hij
kuste haar. Ze wisten niet waarom. Maar logisch was het...
Toen hun lippen zich voor de tweede keer scheidden,
overheerste er echter een gevoel van verlegenheid. Waar waren ze eigenlijk mee
bezig?! Als bij afspraak lieten ze elkaar los. Gerry keek langs haar heen, in
de verte, en Debbie wierp weer eens een blik op de vergeten maan.
"De verduistering is al bijna voorbij," merkte
ze op.
Gerry keek ook. De maan leek bijna de helft kleiner dan
vóór de verduistering, maar hij was nu geelwit, en er was nog maar een klein
hoekje uit.
"Dan hebben we de werkelijk volledige verduistering
gemist, geloof ik," zei hij droog.
Ze keken elkaar aan. Maar ze bloosden allebei diep en
keken meteen weer van elkaar weg.
"Laten we maar teruggaan," stelde Debbie
tenslotte voor.
Gerry knikte.
En zo liepen ze de kaarsrechte weg naar het dorp terug.
Gewoon, zwijgend. Naast elkaar. Als vrienden.
In het dorp was de rust inmiddels weergekeerd. De maan
was weer normaal, er waren geen paartjes meer om te bespieden en geen
bijgelovige oude dames meer om te plagen, dus ten langen leste vond ook DJ het
tijd worden om zijn bed op te zoeken.
Hij had er trek van gekregen. Zou er nog wat lekkers in
huis zijn? Om met een knorrende maag te gaan slapen was ook niks...
Hij trok de koelkast open. De voorraadkast. De vriezer.
Maar niets daarin kon hem op dit moment bekoren. Het zou wel lekker zijn met
wat warms. En met iets dat behoorlijk vulde. En bij voorkeur zonder
ingewikkelde, langdurige bereidingen.
Hij fronste mismoedig. Zoiets was er duidelijk niet in huis.
Maar wacht eens: Kate en David waren met een hele lading goede (en lekkere!)
gaven teruggekomen van de Robsons. Het gros was natuurlijk naar Mrs. Carnegie
en naar de pub verdwenen om verkocht te worden ten bate van het Royal Flying
Doctors fonds, maar er was ook het één en ander uitgehaald voor de koffie op de
basis morgen. Als hij zijn aandeel daarin nu al eens oppeuzelde?
Hij stommelde het kantoor binnen door de deur die
rechtstreeks toegang gaf van zijn appartement tot de basis. Hij knipte het
licht aan en liep naar de koelkast. Ha, net wat hij dacht: een hele schaal vol
heerlijkheden. Hij wreef zich vergenoegd in zijn handen. Wat zou hij eens
nemen? Zo´n driehoekig bladerdeeggeval maar. Geen idee wat er aan vulling in
zat, maar zoiets was in een paar minuten op te warmen in de oven.
Hij sloot de boel weer achter zich en ging terug naar
zijn eigen domein. De oven aan, gelijk er maar in... En inderdaad: binnen de
kortste keren verspreidde zich een heerlijke geur in het kleine keukentje.
Likkebaardend viste hij zijn lekkernij uit de oven, en
brandde bijna zijn vingers. Maar zijn maag was te hol: hij zette er direct zijn
tanden in. En brandde prompt zijn mond. "Auw! Piepstauzend, dat is
heet!" Met halfopen mond probeerde hij de hap zover te vermalen dat hij
het door kon slikken, onderwijl zich koele lucht toewapperend met de ovenwant.
De tweede hap ging dan ook aanzienlijk voorzichtiger... Het was gevuld met
appel, ontdekte hij. Beetje zoet, net lekker. Hè, daar knapte een mens van op.
Nog een hap, en... hé, wat was dat? Er zat iets taais in.
Appelschil? Een taaie rozijn? Voorzichtig trok hij de hap naar binnen met zijn
tanden en liet het taaie in de appelflap zitten. Het was wit. Papier, leek het
wel. Wat was dat nou weer voor gek idee?
Hij zette het bord neer en trok het reepje papier eruit.
"Gebak met verrassingen," grinnikte hij.
Er schemerde blauwe inkt door het papier, maar het was
dubbelgevouwen. En vochtig. Met zijn nagel peuterde hij het van elkaar. Wie zou
er nou briefjes verstoppen in de gebruikelijke lekkernijen voor de Flying
Doctors?!
Daar, gelukt. Hij tuurde op de vlekkerige letters.
"Jij bent... jij bent de kon... koning... van mijn... ha... hart,"
ontcijferde hij moeizaam.
Even bleef hij verbluft op het reepje papier staren. ´Jij
bent de koning van mijn hart´?! Wie stopt er nu zo´n mededeling in een
appelflap?!
Maar het volgende moment brulde hij het uit van het
lachen en danste schaterend een rondje om de keukentafel, zwaaiend met de
slappe, gevlekte liefdesverklaring. Om tenslotte voor het raam te blijven staan
met zijn armen zegevierend ten hemel geheven.
"Jongens, there is a girl and she loves me!"
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
Opmerking:
Het idee
voor de verhaallijn over Debbies verzonnen minnaar is ontleend aan deel 4 in de
serie Road to Avonlea: The Materializing of Duncan McTavish, geschreven door
Heather Conkie. Road to Avonlea is eigendom van Sullivan Films Inc. Ook hier
wil ik geen inbreuk doen op de rechten van de rechthebbenden. Het lenen van het
idee is slechts gebeurd ter vermaak; er wordt geen geld verdiend aan dit
verhaal.
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
Lees verder in deel 7:
Een Dag vol Verrassingen
(nog niet
beschikbaar)
Terug naar FD-fanfiction index
♦
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦
The home of this story is www.konarciq.net
Downloading and printing of this story for private use only.
For all other forms of publication and distribution is the
clearly stated, written permission of the author required.